Landbouwgrond opgehoogd met slib uit Eems-Dollard
Bij Borgsweer is Waterschap Hunze en Aa's begonnen met het ophogen van landbouwgrond met slib uit de Eems-Dollard. De grondeigenaar wil daar in de toekomst pootaardappelen verbouwen. Op het perceel van de boer ligt een laag veen met daaroverheen een dunne laag zware klei. Doordat veen in contact komt met de buitenlucht, verbrandt het, verzakt de grond en wordt het steeds natter. Dat is veenoxidatie. Door de grond op te hogen met slib, oxideert het veen minder.
Waterschap Hunze en Aa's is deze week begonnen met de aanvoer van bagger uit het Zeehavenkanaal van Delfzijl op het perceel. Dat gebeurt met een lange buis vanaf een schip in de Zwaaikom van het Oosterhornkanaal. Op het perceel zijn kades aangebracht, die het slib op het perceel houden. Daar krijgt het drie tot vijf jaar de tijd om te drogen en rijpen tot vruchtbare grond.
De landbouwgrond wordt opgehoogd met ongeveer 70 centimeter slib. Hierdoor oxideert het veen minder snel. Bovendien is de verwachting dat het slib een lichtere, vruchtbare grond wordt. Lichtere grond is makkelijker te bewerken en levert betere opbrengsten op. Ook wordt de grond minder snel te nat of te droog.
Tegelijkertijd wordt met het baggeren de grote hoeveelheid slibdeeltjes in de Eems-Dollard verminderd. Het brakke water is er nu erg troebel en daardoor komen er weinig planten en dieren voor.
Voordat het zoute slib op het land gebracht wordt, moet het eerst worden ontzilt. In het Oosterhornkanaal wordt het gemengd met zoet water. Vanaf daar wordt het via leidingen naar het perceel gepompt. Het slib is onderzocht en mag verwerkt worden op landbouwgrond.
Het gebruik van slib voor de landbouw is een proef van het programma Eems-Dollard 2050. Hierin wordt samengewerkt voor een betere bodem, vruchtbaardere landbouwgrond en minder slib in de Eems-Dollard. Daarna wordt onderzocht of het op grote schaal kan worden toegepast. De proef is een samenwerking van maatschap Noordam-Ten Have uit Borgsweer, Rijkswaterstaat, de provincie Groningen, Groningen Seaports en waterschap Hunze en Aa’s.
Waterschap Hunze en Aa's is deze week begonnen met de aanvoer van bagger uit het Zeehavenkanaal van Delfzijl op het perceel. Dat gebeurt met een lange buis vanaf een schip in de Zwaaikom van het Oosterhornkanaal. Op het perceel zijn kades aangebracht, die het slib op het perceel houden. Daar krijgt het drie tot vijf jaar de tijd om te drogen en rijpen tot vruchtbare grond.
De landbouwgrond wordt opgehoogd met ongeveer 70 centimeter slib. Hierdoor oxideert het veen minder snel. Bovendien is de verwachting dat het slib een lichtere, vruchtbare grond wordt. Lichtere grond is makkelijker te bewerken en levert betere opbrengsten op. Ook wordt de grond minder snel te nat of te droog.
Tegelijkertijd wordt met het baggeren de grote hoeveelheid slibdeeltjes in de Eems-Dollard verminderd. Het brakke water is er nu erg troebel en daardoor komen er weinig planten en dieren voor.
Voordat het zoute slib op het land gebracht wordt, moet het eerst worden ontzilt. In het Oosterhornkanaal wordt het gemengd met zoet water. Vanaf daar wordt het via leidingen naar het perceel gepompt. Het slib is onderzocht en mag verwerkt worden op landbouwgrond.
Het gebruik van slib voor de landbouw is een proef van het programma Eems-Dollard 2050. Hierin wordt samengewerkt voor een betere bodem, vruchtbaardere landbouwgrond en minder slib in de Eems-Dollard. Daarna wordt onderzocht of het op grote schaal kan worden toegepast. De proef is een samenwerking van maatschap Noordam-Ten Have uit Borgsweer, Rijkswaterstaat, de provincie Groningen, Groningen Seaports en waterschap Hunze en Aa’s.
Geen opmerkingen: