Waterschappen vragen aandacht voor nutriënt-verontreinigde gebieden en bufferstroken in LNV-commissiedebat Mest
Op woensdag 6 maart bespreekt de Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) verschillende mestgerelateerde onderwerpen. De waterschappen geven de commissieleden een aantal aandachtspunten mee.
Meststoffen zoals nitraat en fosfor zorgen nog altijd voor druk op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Aanvullende maatregelen zijn daarom nodig, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Een effectieve aanpak vraagt om goed onderbouwde, stimulerende maatregelen, zowel landsbreed als gebiedsspecifiek.
De waterschappen maken zich zorgen over de uitvoering van twee specifieke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit: de met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en bufferstroken (stroken langs waterlopen waar het gebruik van mest of gewasbeschermingsmiddelen niet is toegestaan). De waterschappen vinden het belangrijk dat generiek Rijksbeleid wordt gebaseerd op goede praktijkkennis en gepaard gaat met perspectief voor de agrariër.
Sinds 1 maart 2023 zijn bufferstroken verplicht. Helaas staat er in de regeling voor bufferstroken niets over het beheer, wat de effectiviteit ervan deels bepaalt. Een bufferstrook zonder gewas, plantengroei of met intensieve bodembewerking zorgt voor meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Hierin schiet de regeling nu tekort, vinden de waterschappen.
Ook zijn er zorgen over de juiste invulling en haalbaarheid van de uitvoering. Dit alles zorgt voor veel discussie en dat vermindert het draagvlak voor een juiste uitvoering. En dat draagvlak is noodzakelijk: waterkwaliteitsdoelen in agrarisch gebied zijn niet alleen te bereiken met beleid en wetgeving. Gedeelde beelden over de te behalen doelen zijn minstens zo belangrijk.
Per 1 januari 2024 zijn NV-gebieden aangewezen. De maatregelen gaan over het verminderen van nitraat en niet over fosfor in het oppervlaktewater. Dat vinden de waterschappen een gemis, omdat in een groot deel van Nederland fosfor boven de norm voorkomt. In de toekomst wordt opnieuw beoordeeld of en voor welke doelen of maatregelen de aanwijzing voor NV-gebieden wordt voortgezet. Dit wordt naar verwachting onderdeel van de gesprekken over het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn.
In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt met agrariërs gewerkt aan waterkwaliteit en het agrarisch waterbeheer. Door DAW-instrumenten ook in te zetten in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) ontstaat een win-winsituatie. Het bereik van het DAW wordt groter en het NPLG hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden: dit draagt allemaal bij aan de waterkwaliteitsdoelen. De waterschappen constateren dat dit programma na tien jaar nog steeds onvoldoende bereik heeft om de gestelde doelstellingen te halen.
Meststoffen zoals nitraat en fosfor zorgen nog altijd voor druk op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Aanvullende maatregelen zijn daarom nodig, schrijven de waterschappen in hun inbreng. Een effectieve aanpak vraagt om goed onderbouwde, stimulerende maatregelen, zowel landsbreed als gebiedsspecifiek.
De waterschappen maken zich zorgen over de uitvoering van twee specifieke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit: de met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en bufferstroken (stroken langs waterlopen waar het gebruik van mest of gewasbeschermingsmiddelen niet is toegestaan). De waterschappen vinden het belangrijk dat generiek Rijksbeleid wordt gebaseerd op goede praktijkkennis en gepaard gaat met perspectief voor de agrariër.
Sinds 1 maart 2023 zijn bufferstroken verplicht. Helaas staat er in de regeling voor bufferstroken niets over het beheer, wat de effectiviteit ervan deels bepaalt. Een bufferstrook zonder gewas, plantengroei of met intensieve bodembewerking zorgt voor meer afspoeling naar het oppervlaktewater en daarmee voor een verslechtering van de waterkwaliteit. Hierin schiet de regeling nu tekort, vinden de waterschappen.
Ook zijn er zorgen over de juiste invulling en haalbaarheid van de uitvoering. Dit alles zorgt voor veel discussie en dat vermindert het draagvlak voor een juiste uitvoering. En dat draagvlak is noodzakelijk: waterkwaliteitsdoelen in agrarisch gebied zijn niet alleen te bereiken met beleid en wetgeving. Gedeelde beelden over de te behalen doelen zijn minstens zo belangrijk.
Per 1 januari 2024 zijn NV-gebieden aangewezen. De maatregelen gaan over het verminderen van nitraat en niet over fosfor in het oppervlaktewater. Dat vinden de waterschappen een gemis, omdat in een groot deel van Nederland fosfor boven de norm voorkomt. In de toekomst wordt opnieuw beoordeeld of en voor welke doelen of maatregelen de aanwijzing voor NV-gebieden wordt voortgezet. Dit wordt naar verwachting onderdeel van de gesprekken over het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn.
In het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) wordt met agrariërs gewerkt aan waterkwaliteit en het agrarisch waterbeheer. Door DAW-instrumenten ook in te zetten in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) ontstaat een win-winsituatie. Het bereik van het DAW wordt groter en het NPLG hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden: dit draagt allemaal bij aan de waterkwaliteitsdoelen. De waterschappen constateren dat dit programma na tien jaar nog steeds onvoldoende bereik heeft om de gestelde doelstellingen te halen.
Geen opmerkingen: