Eerste landelijke beoordelingsronde primaire waterkeringen afgerond
Vanaf 2017 hebben waterschappen en Rijkswaterstaat de Nederlandse primaire waterkeringen (dijken, sluizen en gemalen) beoordeeld volgens de nieuwste veiligheidsnormen. De eerste Landelijke Beoordelingsronde Overstromingskans van primaire waterkeringen (LBO-1) is nu afgerond. Bijna de helft van alle trajecten voldoet al aan de strengere eisen die voor de verwachte situatie in 2050 gelden. Keringen die nog niet voldoen aan de strengere eisen, zijn op dit moment veilig en worden op termijn (binnen het Hoogwatersbeschermingsprogramma) versterkt.
De normen lopen vooruit op de verwachte situatie in 2050, waarmee er nog voldoende tijd is om de keringen te versterken. De nieuwe veiligheidsnormen die bij de beoordeling worden gebruikt zijn in 2017 vastgesteld. Op basis hiervan wordt bepaald wat de kans is op een overstroming. Die zijn afgemeten aan de verwachte situatie in 2050, waarbij onder andere wordt gerekend met het aantal inwoners en de economische waarde van het achterland. Het blijft belangrijk om vaart te houden met het versterken van primaire waterkeringen om in 2050 het doel te halen en Nederland veilig en klimaatbestendig te houden.
Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen in heel Nederland). Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP. Alle primaire keringen moeten uiterlijk in 2050 aan de strengere normen voldoen.
De beoordelingsresultaten van LBO-1 zijn ingediend bij de toezichthouder, de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Op basis hiervan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het Landelijke Veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de resultaten van alle waterschappen en Rijkswaterstaat gebundeld en wordt ook een verwachte kosteninschatting gegeven van de mogelijke versterkingsopgave. Vooruitlopend hierop bespreken de waterschappen en Rijkswaterstaat de resultaten met de (algemeen) besturen en achterban.
De normen lopen vooruit op de verwachte situatie in 2050, waarmee er nog voldoende tijd is om de keringen te versterken. De nieuwe veiligheidsnormen die bij de beoordeling worden gebruikt zijn in 2017 vastgesteld. Op basis hiervan wordt bepaald wat de kans is op een overstroming. Die zijn afgemeten aan de verwachte situatie in 2050, waarbij onder andere wordt gerekend met het aantal inwoners en de economische waarde van het achterland. Het blijft belangrijk om vaart te houden met het versterken van primaire waterkeringen om in 2050 het doel te halen en Nederland veilig en klimaatbestendig te houden.
Tot en met 2050 versterken en vernieuwen de waterschappen en Rijkswaterstaat de primaire waterkeringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (ongeveer 1.500 kilometer aan dijken en 400 sluizen en gemalen in heel Nederland). Dit is de grootste waterveiligheidsoperatie sinds de Deltawerken. Het versterkingsprogramma is al goed op stoom. De resultaten uit de beoordelingsronde zijn belangrijke input voor de opgave en prioritering van het HWBP. Alle primaire keringen moeten uiterlijk in 2050 aan de strengere normen voldoen.
De beoordelingsresultaten van LBO-1 zijn ingediend bij de toezichthouder, de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT). Op basis hiervan presenteert de minister van Infrastructuur en Waterstaat eind 2023 het Landelijke Veiligheidsbeeld aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de resultaten van alle waterschappen en Rijkswaterstaat gebundeld en wordt ook een verwachte kosteninschatting gegeven van de mogelijke versterkingsopgave. Vooruitlopend hierop bespreken de waterschappen en Rijkswaterstaat de resultaten met de (algemeen) besturen en achterban.
Geen opmerkingen: