Nevengeul langs de Maas bij Oijen gereed
De 3 kilometer lange nevengeul langs de Maas in de Hemelrijkse Waard (tussen Oijen en Lithoijen) is klaar. Met deze ondiepe geul is er een aanzienlijk leefgebied bij gekomen voor planten en dieren die van nature thuishoren in dit rivierenlandschap. Ook is het grootste deel van het beoogde waterstandsverlagende effect bij hoogwater nu al bereikt.
Dat is goed nieuws voor de natuur, de waterkwaliteit en de hoogwaterveiligheid van de Maas. De herinrichting van deze uiterwaard wordt in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door aannemer Van de Wetering uit Heesch, in samenwerking met Natuurmonumenten.
De oevers van de nevengeul zijn flauw aflopend gemaakt, zodat er weer ondiep water ontstaat. Dat is gunstig voor (water)planten, vissen, insecten en ander waterleven dat bij de Maas hoort. Waterplanten en kleine organismen filteren een teveel aan stoffen als fosfaat en stikstof uit het water. Zo helpt de nevengeul het water schoon te houden.
Deze maatregel maakt onderdeel uit van het takenpakket van Nederland om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarin zijn bindende afspraken gemaakt over een goede ecologische en chemische kwaliteit van onze wateren. Het bouwen van stuwen en sluizen, rechttrekken van de Maas en in steen zetten van de oevers heeft in het verleden veel van het oorspronkelijke leefgebied van flora en fauna verloren doen gaan. Daarom werkt Rijkswaterstaat samen met andere waterbeheerders aan herstel van dit leefgebied, door onder meer de oevers natuurvriendelijker te maken en ondiepe geulen te graven. Dit gebeurt niet alleen in de Hemelrijkse Waard, maar ook op vele andere plekken langs de Maas in Limburg, Gelderland en Noord-Brabant.
Vanaf 1 januari wordt het noordelijke deel van het gebied opengesteld voor wandelaars. Dit deel bevindt zich tussen de parkeerplaats bij de Vlierstraat tot aan parkeerplaats bij de Veerweg in Oijen. U kunt hier in het voorjaar Oudhollandse, brandrode runderen zien lopen. Natuurmonumenten (de beheerder van het gebied) laat deze dieren hier grazen om ervoor te zorgen dat het terrein open blijft.
In totaal wordt in de Hemelrijkse Waard een gebied zo groot als 450 voetbalvelden (225 ha) op de schop genomen, waarbij ongeveer een miljoen kubieke meter klei wordt afgegraven. Een deel hiervan (de zogenoemde dijkenklei) wordt gebruikt voor de versteviging van dijken. Een ander deel (bestaande uit keramische klei) wordt via de Maas afgevoerd richting een steenfabriek, voor de productie van dakpannen en bakstenen. De afgegraven, meer zandige, bovengrond, wordt in de Kesselse Waard bij Maren-Kessel gebruikt om de daar gelegen plas ondieper te maken, waardoor er ook daar meer plant- en diersoorten kunnen leven.
Dat is goed nieuws voor de natuur, de waterkwaliteit en de hoogwaterveiligheid van de Maas. De herinrichting van deze uiterwaard wordt in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door aannemer Van de Wetering uit Heesch, in samenwerking met Natuurmonumenten.
De oevers van de nevengeul zijn flauw aflopend gemaakt, zodat er weer ondiep water ontstaat. Dat is gunstig voor (water)planten, vissen, insecten en ander waterleven dat bij de Maas hoort. Waterplanten en kleine organismen filteren een teveel aan stoffen als fosfaat en stikstof uit het water. Zo helpt de nevengeul het water schoon te houden.
Deze maatregel maakt onderdeel uit van het takenpakket van Nederland om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Daarin zijn bindende afspraken gemaakt over een goede ecologische en chemische kwaliteit van onze wateren. Het bouwen van stuwen en sluizen, rechttrekken van de Maas en in steen zetten van de oevers heeft in het verleden veel van het oorspronkelijke leefgebied van flora en fauna verloren doen gaan. Daarom werkt Rijkswaterstaat samen met andere waterbeheerders aan herstel van dit leefgebied, door onder meer de oevers natuurvriendelijker te maken en ondiepe geulen te graven. Dit gebeurt niet alleen in de Hemelrijkse Waard, maar ook op vele andere plekken langs de Maas in Limburg, Gelderland en Noord-Brabant.
Vanaf 1 januari wordt het noordelijke deel van het gebied opengesteld voor wandelaars. Dit deel bevindt zich tussen de parkeerplaats bij de Vlierstraat tot aan parkeerplaats bij de Veerweg in Oijen. U kunt hier in het voorjaar Oudhollandse, brandrode runderen zien lopen. Natuurmonumenten (de beheerder van het gebied) laat deze dieren hier grazen om ervoor te zorgen dat het terrein open blijft.
In totaal wordt in de Hemelrijkse Waard een gebied zo groot als 450 voetbalvelden (225 ha) op de schop genomen, waarbij ongeveer een miljoen kubieke meter klei wordt afgegraven. Een deel hiervan (de zogenoemde dijkenklei) wordt gebruikt voor de versteviging van dijken. Een ander deel (bestaande uit keramische klei) wordt via de Maas afgevoerd richting een steenfabriek, voor de productie van dakpannen en bakstenen. De afgegraven, meer zandige, bovengrond, wordt in de Kesselse Waard bij Maren-Kessel gebruikt om de daar gelegen plas ondieper te maken, waardoor er ook daar meer plant- en diersoorten kunnen leven.
Geen opmerkingen: