Onderzoek naar hevige regen en overstromingen in Limburg, Ardennen en Eifel
Het KNMI gaat onderzoeken wat het verband is tussen klimaatverandering en de hevige regenval en overstromingen van de afgelopen week. De resultaten worden half augustus verwacht.
De wateroverlast in Nederland, Duitsland en België was het gevolg van een lagedrukgebied boven Duitsland dat vooral op woensdag 14 juli extreem veel regen gaf in de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel. Ook in Zuid-Limburg regende het record veel, op sommige plaatsen is op dinsdag 13 juli en woensdag 14 juli meer dan 150 millimeter gevallen. Dat is ruim twee keer de normale hoeveelheid neerslag in juli.
Over het algemeen wordt extreme regenval nog extremer door de opwarming van de aarde. Lokale effecten kunnen dit echter tegenwerken of versterken, zodat de uitkomst voor een specifieke gebeurtenis anders kan uitvallen.
Door deze grote hoeveelheden water, die op een al verzadigde bodem vielen, traden vele beken en rivieren in dit gebied buiten hun oevers en veroorzaakten vooral in Duitsland en België veel slachtoffers en grote schade. Ook het Limburgse Valkenburg aan de Geul werd zwaar getroffen. Daarna verzamelde veel van het regenwater zich in de Maas, die een recordhoge afvoer bereikte. Deze enorme berg water stroomt nu naar het noorden.
Het WWA consortium staat onder leiding van het Geert Jan van Oldenborgh (KNMI) en Friederike Otto (Universiteit van Oxford). Andere WWA-leden die aan de studie meewerken zijn verbonden aan het Franse Institut Pierre Simon Laplace (IPSL) en de universiteiten van Zürich en Princeton.
De wateroverlast in Nederland, Duitsland en België was het gevolg van een lagedrukgebied boven Duitsland dat vooral op woensdag 14 juli extreem veel regen gaf in de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel. Ook in Zuid-Limburg regende het record veel, op sommige plaatsen is op dinsdag 13 juli en woensdag 14 juli meer dan 150 millimeter gevallen. Dat is ruim twee keer de normale hoeveelheid neerslag in juli.
Over het algemeen wordt extreme regenval nog extremer door de opwarming van de aarde. Lokale effecten kunnen dit echter tegenwerken of versterken, zodat de uitkomst voor een specifieke gebeurtenis anders kan uitvallen.
Door deze grote hoeveelheden water, die op een al verzadigde bodem vielen, traden vele beken en rivieren in dit gebied buiten hun oevers en veroorzaakten vooral in Duitsland en België veel slachtoffers en grote schade. Ook het Limburgse Valkenburg aan de Geul werd zwaar getroffen. Daarna verzamelde veel van het regenwater zich in de Maas, die een recordhoge afvoer bereikte. Deze enorme berg water stroomt nu naar het noorden.
Het WWA consortium staat onder leiding van het Geert Jan van Oldenborgh (KNMI) en Friederike Otto (Universiteit van Oxford). Andere WWA-leden die aan de studie meewerken zijn verbonden aan het Franse Institut Pierre Simon Laplace (IPSL) en de universiteiten van Zürich en Princeton.
Geen opmerkingen: