Milieukundigen gaan ecologische impact voorspellen van stoffen in riool
Stoffen uit medicijnen en alledaagse schoonmaakmiddelen kunnen via het riool in het oppervlaktewater terechtkomen, maar we weten vaak pas laat welke ecologische gevolgen dat heeft. Onderzoekers van de Radboud Universiteit gaan een rekenmodel ontwikkelen om deze impact te voorspellen. Op 19 september starten ze met het nemen van de eerste monsters van riool- en oppervlaktewater in verschillende gebieden in Nijmegen.
‘Opkomende stoffen’ zijn nieuwe of relatief onbekende middelen zoals medicijnen of industriële resten waarvan de schadelijkheid in het milieu nog niet is vastgesteld. ‘Afhankelijk van de chemische structuur van deze stoffen kunnen waterzuiveringsinstallaties ze goed of slecht uit het rioolwater halen. Diclofenac (pijnstiller) en carbamazepine (anti-epilepticum) zijn voorbeelden van slecht afbreekbare stoffen’, zegt Ad Ragas, milieukundige aan de Radboud Universiteit.
‘Het blijkt lastig om grip te krijgen op deze stoffen. Het huidige beleid is namelijk erg reactief: we signaleren de problemen die deze middelen kunnen veroorzaken pas als het te laat is.’
Het komende jaar gaan onderzoekers onder leiding van Ragas samen met het RIVM en Deltares een rekenmodel ontwikkelen. Hiermee willen ze voorspellen welke invloed welke stof heeft op het aquatische leven, zoals dat van vissen en andere waterorganismen, in oppervlaktewater in de stedelijke gebieden, zoals rivieren, meren en sloten. In eerste instantie wordt gekeken naar de stad Nijmegen. Ragas: ‘Met dit instrument kunnen we uiteindelijk samen met beleidsmakers en andere belangengroepen van te voren al bepalen welke maatregelen wenselijk zijn als een bepaalde stof ergens gebruikt gaat worden.’
Het onderzoek is onderdeel van een groter project dat uit twee delen bestaat. In het andere deel kijken onderzoekers van de Wageningen Universiteit naar diergeneesmiddelen in oppervlaktewater in landbouwgebieden.
‘Opkomende stoffen’ zijn nieuwe of relatief onbekende middelen zoals medicijnen of industriële resten waarvan de schadelijkheid in het milieu nog niet is vastgesteld. ‘Afhankelijk van de chemische structuur van deze stoffen kunnen waterzuiveringsinstallaties ze goed of slecht uit het rioolwater halen. Diclofenac (pijnstiller) en carbamazepine (anti-epilepticum) zijn voorbeelden van slecht afbreekbare stoffen’, zegt Ad Ragas, milieukundige aan de Radboud Universiteit.
‘Het blijkt lastig om grip te krijgen op deze stoffen. Het huidige beleid is namelijk erg reactief: we signaleren de problemen die deze middelen kunnen veroorzaken pas als het te laat is.’
Het komende jaar gaan onderzoekers onder leiding van Ragas samen met het RIVM en Deltares een rekenmodel ontwikkelen. Hiermee willen ze voorspellen welke invloed welke stof heeft op het aquatische leven, zoals dat van vissen en andere waterorganismen, in oppervlaktewater in de stedelijke gebieden, zoals rivieren, meren en sloten. In eerste instantie wordt gekeken naar de stad Nijmegen. Ragas: ‘Met dit instrument kunnen we uiteindelijk samen met beleidsmakers en andere belangengroepen van te voren al bepalen welke maatregelen wenselijk zijn als een bepaalde stof ergens gebruikt gaat worden.’
Het onderzoek is onderdeel van een groter project dat uit twee delen bestaat. In het andere deel kijken onderzoekers van de Wageningen Universiteit naar diergeneesmiddelen in oppervlaktewater in landbouwgebieden.
Geen opmerkingen: