'Kwaliteit van bronnen voor drinkwater steeds meer onder druk'
Het is twee voor twaalf voor de Nederlandse drinkwaterbronnen. Onderzoekers van KWR hebben een samenvattend overzicht opgesteld van beschikbare informatie over de toestand van de bronnen en deze studie levert een zorgelijk beeld op. Vewin benadrukt daarom dat meer maatregelen om de kwaliteit van de bronnen te verbeteren absoluut noodzakelijk zijn.
Peter van der Velden, voorzitter van de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), overhandigt vandaag de studie over de kwaliteit van de drinkwaterbronnen aan Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het rapport is opgesteld in opdracht van Vewin met als doel de belangrijkste informatie over de kwaliteit van de bronnen van drinkwater bijeen te brengen en in samenhang te presenteren. Het rapport gaat in op de huidige knelpunten en op de verwachte ontwikkelingen. Uit de studie blijkt dat grondwater en oppervlaktewater onder toenemende druk staan van bestaande en nieuwe bedreigingen.
Het aantal stoffen en de concentraties van nieuwe opkomende stoffen die drinkwaterbedrijven nu aantreffen in de bronnen – oppervlakte- en grondwater – zorgen ervoor dat de kwaliteit van deze bronnen onder druk staat. Als verbetering uitblijft, zal het produceren van drinkwater een steeds grotere zuiveringsinspanning vergen.
Vewin-voorzitter Peter van der Velden: “Drinkwaterbedrijven maken zich zorgen over de toename van bestaande en nieuwe bedreigingen. Wij zijn dan ook blij met de in 2018 door de minister van IenW opgerichte ‘versnellingstafels’ met als doel de verbetering van de waterkwaliteit te versnellen. Dit rapport toont de noodzaak van deze versnellingstafels aan en het is essentieel dat ze snel tot afspraken gaan leiden over maatregelen die zorgen voor daadwerkelijke verbetering van de kwaliteit van onze bronnen. De maatregelen moeten worden opgenomen in de nieuwe plannen die volgend jaar worden opgesteld om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Helaas zijn de doelen voor 2027 nog lang niet binnen bereik en het blijkt uit deze studie dat de druk op de bronnen voor drinkwater steeds verder toeneemt. Daarom moet in de komende KRW-planperiode de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen prioriteit krijgen.”
Het grondwater als bron voor drinkwater raakt op steeds grotere diepten en met steeds meer stoffen verontreinigd. Dit leidt tot een gestage, langdurige en waarschijnlijk onomkeerbare verslechtering van de grondwaterkwaliteit. Boosdoeners zijn vooral nitraat, bestrijdingsmiddelen, oude bodemverontreinigingen en verzilting. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat sporen van industriële stoffen en (dier)geneesmiddelen op steeds grotere schaal in het grondwater voorkomen. Nieuwe activiteiten in de ondergrond, zoals geothermie of de opslag van warmte en koude, vormen ook een risico voor grondwatervoorraden.
Het oppervlaktewater heeft te maken met meer en meer bedreigingen en deze druk neemt in de toekomst waarschijnlijk alleen maar toe. Concreet gaat het vooral om bestrijdingsmiddelen, verzilting, medicijnresten en opkomende stoffen. Daarnaast wordt steeds duidelijker dat microplastics, nanomaterialen en antibioticaresistentie een bedreiging kunnen vormen. Klimaatverandering zal de kwaliteit waarschijnlijk negatief beïnvloeden, onder andere door meer verzilting en minder verdunning van verontreiniging door lagere rivierafvoeren.
Peter van der Velden, voorzitter van de Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin), overhandigt vandaag de studie over de kwaliteit van de drinkwaterbronnen aan Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het rapport is opgesteld in opdracht van Vewin met als doel de belangrijkste informatie over de kwaliteit van de bronnen van drinkwater bijeen te brengen en in samenhang te presenteren. Het rapport gaat in op de huidige knelpunten en op de verwachte ontwikkelingen. Uit de studie blijkt dat grondwater en oppervlaktewater onder toenemende druk staan van bestaande en nieuwe bedreigingen.
Het aantal stoffen en de concentraties van nieuwe opkomende stoffen die drinkwaterbedrijven nu aantreffen in de bronnen – oppervlakte- en grondwater – zorgen ervoor dat de kwaliteit van deze bronnen onder druk staat. Als verbetering uitblijft, zal het produceren van drinkwater een steeds grotere zuiveringsinspanning vergen.
Vewin-voorzitter Peter van der Velden: “Drinkwaterbedrijven maken zich zorgen over de toename van bestaande en nieuwe bedreigingen. Wij zijn dan ook blij met de in 2018 door de minister van IenW opgerichte ‘versnellingstafels’ met als doel de verbetering van de waterkwaliteit te versnellen. Dit rapport toont de noodzaak van deze versnellingstafels aan en het is essentieel dat ze snel tot afspraken gaan leiden over maatregelen die zorgen voor daadwerkelijke verbetering van de kwaliteit van onze bronnen. De maatregelen moeten worden opgenomen in de nieuwe plannen die volgend jaar worden opgesteld om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. Helaas zijn de doelen voor 2027 nog lang niet binnen bereik en het blijkt uit deze studie dat de druk op de bronnen voor drinkwater steeds verder toeneemt. Daarom moet in de komende KRW-planperiode de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen prioriteit krijgen.”
Het grondwater als bron voor drinkwater raakt op steeds grotere diepten en met steeds meer stoffen verontreinigd. Dit leidt tot een gestage, langdurige en waarschijnlijk onomkeerbare verslechtering van de grondwaterkwaliteit. Boosdoeners zijn vooral nitraat, bestrijdingsmiddelen, oude bodemverontreinigingen en verzilting. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat sporen van industriële stoffen en (dier)geneesmiddelen op steeds grotere schaal in het grondwater voorkomen. Nieuwe activiteiten in de ondergrond, zoals geothermie of de opslag van warmte en koude, vormen ook een risico voor grondwatervoorraden.
Het oppervlaktewater heeft te maken met meer en meer bedreigingen en deze druk neemt in de toekomst waarschijnlijk alleen maar toe. Concreet gaat het vooral om bestrijdingsmiddelen, verzilting, medicijnresten en opkomende stoffen. Daarnaast wordt steeds duidelijker dat microplastics, nanomaterialen en antibioticaresistentie een bedreiging kunnen vormen. Klimaatverandering zal de kwaliteit waarschijnlijk negatief beïnvloeden, onder andere door meer verzilting en minder verdunning van verontreiniging door lagere rivierafvoeren.
Geen opmerkingen: