Verwijderen begroeiing voor aanleg natuurvriendelijke Maasoevers
In oktober en november 2018 zal aannemer Martens en Van Oord op enkele oevertrajecten langs de Maas de begroeiing tussen de bestorting verwijderen. Dit is voorbereidend werk voor het realiseren van in totaal 10 km aan natuurvriendelijke oevers langs de rivier tussen Kessel (Limburg) en Alphen (Gelderland) in opdracht van Rijkswaterstaat.
Daarbij wordt de oever ‘ontsteend’ voor een beter leefgebied voor plant en dier, één van de maatregelen voor ecologisch herstel van de Maas.
Door de oeverbestorting eerst op te schonen van struiken en bomen die er tussen groeien, is het straks gemakkelijker de verdedigingsstenen weg te halen. Dit kap- en snoeiwerk vindt plaats in oktober-november, buiten het broedseizoen, zodat er geen broedende vogels worden verstoord. Er zijn geen beschermde plant- of diersoorten bekend waar rekening mee moet worden gehouden. De werkzaamheden duren per locatie 1 tot 2 weken. Het groenafval wordt ter plekke versnipperd en per vrachtwagen afgevoerd. Tijdens de werkzaamheden is de oeverzone voor de veiligheid tijdelijk niet toegankelijk.
Niet al het groen op de oever wordt gerooid. Bakenbomen blijven ongemoeid. Datzelfde geldt voor eventuele Maasheggen en ecologisch waardevolle struiken en bomen waar zich bijvoorbeeld een beschermde broedplaats in bevindt. Verder laat de aannemer bepaalde bomen in de bestorting nu nog even staan, om deze later bij het feitelijke ontstenen alsnog te rooien. Deze worden dan vervolgens nuttig hergebruikt als rivierhout in de Maasoever of in een beekmonding. Dood hout hoort van nature thuis in de rivier en vormt een belangrijke schakel in de voedselketen. Rijkswaterstaat past dit daarom steeds vaker toe. Vanzelfsprekend stevig verankerd en alleen daar waar dat kan zonder de scheepvaart of doorstroming bij hoogwater te belemmeren.
Volgend op het rooiwerk zal Martens en Van Oord de oeverstroken onderzoeken op de aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, een van de standaard onderzoeken bij dit soort projecten. Wanneer het feitelijke ontstenen vervolgens precies gebeurt, hangt af van het verloop van de vergunningenprocedures en de planning van de aannemer. Hierover volgt te zijner tijd meer informatie. Op een aantal locaties voor natuurvriendelijke Maasoevers wordt na het weghalen van de bestorting meteen een deel van de oevergrond afgegraven om te voorkomen dat dit in de vaarweg belandt en hinder voor de scheepvaart zou kunnen veroorzaken. Daarnaast gaat Martens en Van Oord in totaal 7 beekmondingen natuurlijker inrichten en weer optrekbaar voor vis maken. Alle werkzaamheden moeten uiterlijk december 2019 zijn afgerond.
De Maas heeft de afgelopen 150 jaar door allerlei ingrepen een sterk kanaalachtig karakter gekregen. Dat bleek niet gunstig voor het waterleven in de rivier. Veel van de oorspronkelijke waterplanten, vissen en nuttige kleine waterbeestjes verdwenen door gebrekkige leefomstandigheden. Om de biodiversiteit te verbeteren brengt Rijkswaterstaat daarom samen met andere partijen het authentieke karakter van de Maas weer zoveel mogelijk terug. Zo is al circa 110 km aan natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Ook zijn meer dan 10 uiterwaarden omgevormd tot riviernatuurgebied en werden 20 beekmondingen hersteld. Al deze maatregelen vloeien voort uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Er ligt voor de Maas tot en met 2027 nog een stevige KRW-vervolgopgave aan geulen, oevers en beekmondingen. Rijkswaterstaat zoekt momenteel een ingenieursbureau om daarvoor de planstudie te doen en de realisatie voor te bereiden.
Daarbij wordt de oever ‘ontsteend’ voor een beter leefgebied voor plant en dier, één van de maatregelen voor ecologisch herstel van de Maas.
Door de oeverbestorting eerst op te schonen van struiken en bomen die er tussen groeien, is het straks gemakkelijker de verdedigingsstenen weg te halen. Dit kap- en snoeiwerk vindt plaats in oktober-november, buiten het broedseizoen, zodat er geen broedende vogels worden verstoord. Er zijn geen beschermde plant- of diersoorten bekend waar rekening mee moet worden gehouden. De werkzaamheden duren per locatie 1 tot 2 weken. Het groenafval wordt ter plekke versnipperd en per vrachtwagen afgevoerd. Tijdens de werkzaamheden is de oeverzone voor de veiligheid tijdelijk niet toegankelijk.
Niet al het groen op de oever wordt gerooid. Bakenbomen blijven ongemoeid. Datzelfde geldt voor eventuele Maasheggen en ecologisch waardevolle struiken en bomen waar zich bijvoorbeeld een beschermde broedplaats in bevindt. Verder laat de aannemer bepaalde bomen in de bestorting nu nog even staan, om deze later bij het feitelijke ontstenen alsnog te rooien. Deze worden dan vervolgens nuttig hergebruikt als rivierhout in de Maasoever of in een beekmonding. Dood hout hoort van nature thuis in de rivier en vormt een belangrijke schakel in de voedselketen. Rijkswaterstaat past dit daarom steeds vaker toe. Vanzelfsprekend stevig verankerd en alleen daar waar dat kan zonder de scheepvaart of doorstroming bij hoogwater te belemmeren.
Volgend op het rooiwerk zal Martens en Van Oord de oeverstroken onderzoeken op de aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, een van de standaard onderzoeken bij dit soort projecten. Wanneer het feitelijke ontstenen vervolgens precies gebeurt, hangt af van het verloop van de vergunningenprocedures en de planning van de aannemer. Hierover volgt te zijner tijd meer informatie. Op een aantal locaties voor natuurvriendelijke Maasoevers wordt na het weghalen van de bestorting meteen een deel van de oevergrond afgegraven om te voorkomen dat dit in de vaarweg belandt en hinder voor de scheepvaart zou kunnen veroorzaken. Daarnaast gaat Martens en Van Oord in totaal 7 beekmondingen natuurlijker inrichten en weer optrekbaar voor vis maken. Alle werkzaamheden moeten uiterlijk december 2019 zijn afgerond.
De Maas heeft de afgelopen 150 jaar door allerlei ingrepen een sterk kanaalachtig karakter gekregen. Dat bleek niet gunstig voor het waterleven in de rivier. Veel van de oorspronkelijke waterplanten, vissen en nuttige kleine waterbeestjes verdwenen door gebrekkige leefomstandigheden. Om de biodiversiteit te verbeteren brengt Rijkswaterstaat daarom samen met andere partijen het authentieke karakter van de Maas weer zoveel mogelijk terug. Zo is al circa 110 km aan natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Ook zijn meer dan 10 uiterwaarden omgevormd tot riviernatuurgebied en werden 20 beekmondingen hersteld. Al deze maatregelen vloeien voort uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Er ligt voor de Maas tot en met 2027 nog een stevige KRW-vervolgopgave aan geulen, oevers en beekmondingen. Rijkswaterstaat zoekt momenteel een ingenieursbureau om daarvoor de planstudie te doen en de realisatie voor te bereiden.
Geen opmerkingen: