Belangrijk fundament voor verankering water in Omgevingswet
Omdat wij in een laaggelegen delta wonen is het voor de waterschappen essentieel dat het belang van water en van de waterbeheerder goed wordt geborgd in de Omgevingswet. In 2013 hebben wij met de minister van Infrastructuur en Milieu afspraken gemaakt over de integratie van de Waterwet in de Omgevingswet. Met dat afsprakenkader hebben de waterschappen een belangrijk fundament gelegd voor adequate verankering van het waterbeheer en de positie van de waterbeheerder in de Omgevingwet.
Het wetsvoorstel voorziet in een omgevingsvergunning voor watergerelateerde activiteiten. Deze vergunning, of in veel gevallen een eenvoudige melding, wordt afgegeven en vervolgens gehandhaafd door de waterbeheerder. Het is voor de waterbeheerder van fundamenteel belang dat deze beschikt over zelfstandige bevoegdheden, zowel onder normale als onder buitengewone omstandigheden. Bij dat laatste moet bijvoorbeeld worden gedacht aan overstromingsgevaar, droogte of milieugevaarlijke lozingen. Zonder die bevoegdheden kunnen de waterbeheerders hun verantwoordelijkheden op het gebied van het waterbeheer niet waarmaken. Er is een coördinatieregeling waarmee afgestemde en gelijktijdige vergunningverlening wordt geborgd, waardoor de overheid met één mond richting burgers en bedrijven spreekt.
Water is steeds meer sturend in de ruimtelijke ordening. Om het waterbelang vroegtijdig bij ruimtelijke planprocessen te betrekken, is afgesproken het watertoetsproces in de Omgevingswet op te nemen. Het watertoetsproces voorziet in een aantal herkenbare stappen die waterbeheerders in planprocessen met gemeenten en provincies doorlopen om waterbelangen van begin tot eind goed in ruimtelijke plannen te borgen. Op het niveau van een Algemene Maatregel van Bestuur zal dit nader uitgewerkt worden. In 2012 is het Bestuursakkoord Water afgesproken dat het watertoetsproces ook wordt doorlopen bij structuurvisies. De waterschappen vinden het nu een logisch moment om deze afspraak bij de uitwerking in een AMvB mee te nemen.
Ook al moet er nog veel in uitvoeringsregelgeving uitgewerkt worden, met dit afsprakenkader in de hand, zien wij de Kamerbehandeling met vertrouwen tegemoet.
De waterschappen vinden het wel een aandachtspunt dat de minister er voor kiest om normen voor waterveiligheid niet op wetsniveau, maar op niveau van een AMvB te regelen. Nederland is een laaggelegen land dat door bodemdaling en klimaatveranderingen extra kwetsbaar wordt. De waterschappen vinden het daarom van fundamenteel belang deze veiligheidsnormen op wetsniveau vast te leggen en niet op AMvB niveau. Door deze normen op wetsniveau te borgen, is het parlement volledig betrokken bij vaststelling van de waterveiligheidsnormen. Dit vergroot de democratische legitimatie van de normen.
Geen opmerkingen: