Onderzoek: meer dijken moeten worden versterkt
Meer primaire keringen, zoals duinen en dijken, moeten worden versterkt om in 2050 overal te voldoen aan de nieuwe, deels strengere normen op het gebied van waterveiligheid. Dat is volgens verwachting: de nieuwe normen zijn in 2017 ingegaan en de laatste schatting stamt uit 2014. De beheerders verwachten dat dit leidt tot een forsere opgave en hogere kosten.
Dat meldt minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) aan de Tweede Kamer.
De primaire keringen worden versterkt via het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierbinnen nemen Rijk, waterschappen, provincies en gemeenten maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Zonder onze dijken en duinen zou ongeveer de helft van Nederland onder water kunnen komen te staan.
In 2014 is een schatting gedaan over het aantal kilometer dat aan primaire keringen moest worden versterkt. Toen werd gedacht dat het ging om ongeveer 1500 kilometer. Inmiddels is er meer kennis over de sterkte van de dijken en zijn de kosten van versterkingen gestegen.
De beheerders hebben de afgelopen zes jaar alle keringen beoordeeld aan de hand van nieuwe, deels strengere, normen. Dat heeft tot een nieuwe schatting geleid: er wordt nu door beheerders verwacht dat tussen nu en 2050 ongeveer 2000 kilometer aan primaire keringen moet worden aangepakt. Het gaat hier om een eerste inschatting: pas als een versterkingsproject is ingepland, wordt nauwkeurig bekeken welk deel daadwerkelijk versterkt moet worden.
Een grotere opgave brengt vanzelfsprekend meer kosten met zich mee. Als de huidige financiële afspraken worden voortgezet, is er 12,6 miljard euro beschikbaar tot 2050. De eerste grove kosteninschatting laat echter zien dat er meer geld nodig is. Hoeveel er in totaal nodig is, is nog erg onzeker. Dat geeft ook de grote bandbreedte aan: de schatting ligt tussen 15,7 miljard en 32,9 miljard euro. Het ministerie gaat nu, samen met waterbeheerders, aan de slag met hoe de precieze opgave in kilometers en kosten kan worden aangescherpt.
In november 2022 kondigde minister Harbers namens het kabinet al aan om water en bodem ‘sturend’ te maken in de ruimtelijke ordening. Dat betekent onder meer dat dijken niet alleen moeten worden verhoogd en verbreed, maar dat het ook noodzakelijk is om ruimte te reserveren voor toekomstige dijkversterkingen of rivierverruimingen.
Dat meldt minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) aan de Tweede Kamer.
De primaire keringen worden versterkt via het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hierbinnen nemen Rijk, waterschappen, provincies en gemeenten maatregelen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Zonder onze dijken en duinen zou ongeveer de helft van Nederland onder water kunnen komen te staan.
In 2014 is een schatting gedaan over het aantal kilometer dat aan primaire keringen moest worden versterkt. Toen werd gedacht dat het ging om ongeveer 1500 kilometer. Inmiddels is er meer kennis over de sterkte van de dijken en zijn de kosten van versterkingen gestegen.
De beheerders hebben de afgelopen zes jaar alle keringen beoordeeld aan de hand van nieuwe, deels strengere, normen. Dat heeft tot een nieuwe schatting geleid: er wordt nu door beheerders verwacht dat tussen nu en 2050 ongeveer 2000 kilometer aan primaire keringen moet worden aangepakt. Het gaat hier om een eerste inschatting: pas als een versterkingsproject is ingepland, wordt nauwkeurig bekeken welk deel daadwerkelijk versterkt moet worden.
Een grotere opgave brengt vanzelfsprekend meer kosten met zich mee. Als de huidige financiële afspraken worden voortgezet, is er 12,6 miljard euro beschikbaar tot 2050. De eerste grove kosteninschatting laat echter zien dat er meer geld nodig is. Hoeveel er in totaal nodig is, is nog erg onzeker. Dat geeft ook de grote bandbreedte aan: de schatting ligt tussen 15,7 miljard en 32,9 miljard euro. Het ministerie gaat nu, samen met waterbeheerders, aan de slag met hoe de precieze opgave in kilometers en kosten kan worden aangescherpt.
In november 2022 kondigde minister Harbers namens het kabinet al aan om water en bodem ‘sturend’ te maken in de ruimtelijke ordening. Dat betekent onder meer dat dijken niet alleen moeten worden verhoogd en verbreed, maar dat het ook noodzakelijk is om ruimte te reserveren voor toekomstige dijkversterkingen of rivierverruimingen.
Geen opmerkingen: