Digitaal netwerk voor grote vissen in de Waddenzee
Een dezer dagen zijn de eerste van de ruim 100 ontvangers geplaatst op boeien van Rijkswaterstaat in de westelijke Waddenzee. Doel is om de gezenderde grote vissen die van de Noordzee, tussen Texel, Vlieland en Terschelling, naar de Waddenzee zwemmen te detecteren en te volgen.
Onderzoek uit meerdere jaren toont aan dat er nog maar weinig grote vissen, zoals zeebaars, harder, de ruwe haai en zeeforel in de Waddenzee zwemmen. De meeste soorten zijn er nog wel, maar de dieren zijn kleiner en in aantal minder. Dit is niet alleen een probleem voor de visstand, maar wijst ook op een probleem in het voedselweb.
Door innovatieve technieken te gebruiken zoals de grote vissen te voorzien van een zender en ze te volgen, verwachten onderzoekspartners een beeld te krijgen van wat hun belangrijkste routes zijn, hoe de grote vis zich verspreidt over de Waddenzee en wat de ‘hotspots’ en ‘notspots’ voor vis zijn. Met deze kennis kan de effectiviteit van vispassages, paai- en opgroeigebieden in beeld worden gebracht en kunnen betere maatregelen worden getroffen om de visstand en het voedselweb te herstellen.
Dit jaar worden ongeveer 400 vissen voorzien van een zender. De vissen worden door sport- en beroepsvissers gevangen in de zomer (zeebaars, harder, ruwe haai) en in het najaar (zeeforel). De zender is iets kleiner dan een grote paperclip en wordt onder verdoving diervriendelijk in de buikholte van de vis geplaatst.
Onderzoek uit meerdere jaren toont aan dat er nog maar weinig grote vissen, zoals zeebaars, harder, de ruwe haai en zeeforel in de Waddenzee zwemmen. De meeste soorten zijn er nog wel, maar de dieren zijn kleiner en in aantal minder. Dit is niet alleen een probleem voor de visstand, maar wijst ook op een probleem in het voedselweb.
Door innovatieve technieken te gebruiken zoals de grote vissen te voorzien van een zender en ze te volgen, verwachten onderzoekspartners een beeld te krijgen van wat hun belangrijkste routes zijn, hoe de grote vis zich verspreidt over de Waddenzee en wat de ‘hotspots’ en ‘notspots’ voor vis zijn. Met deze kennis kan de effectiviteit van vispassages, paai- en opgroeigebieden in beeld worden gebracht en kunnen betere maatregelen worden getroffen om de visstand en het voedselweb te herstellen.
Dit jaar worden ongeveer 400 vissen voorzien van een zender. De vissen worden door sport- en beroepsvissers gevangen in de zomer (zeebaars, harder, ruwe haai) en in het najaar (zeeforel). De zender is iets kleiner dan een grote paperclip en wordt onder verdoving diervriendelijk in de buikholte van de vis geplaatst.
Geen opmerkingen: