Effecten klimaatverandering in de Noordzee: meer biomassa tong, maar kleinere aantallen
De Noordzee warmt op en wat doet dat met vissoorten? Marien ecoloog Karen van de Wolfshaar testte onlangs drie scenario’s van klimaatverandering door een larventransportmodel voor tonglarven te combineren met een DEB (Dynamic Energy Budget) model, om het lot van eieren tot aan jonge tongetjes te bepalen.
Uit haar publicatie in het ICES Journal of Marine Science blijkt dat klimaatverandering een effect heeft op de groei en overleving van jonge tong (Solea solea) in verschillende kinderkamers van de Noordzee.
Het larventransportmodel beschrijft hoe larven zich verspreiden in de Noordzee, vanaf de paaigronden richting de kinderkamers, op basis van stroming. De locaties van de paaigronden en de hoeveelheid en timing van de gemodelleerde larven werden gebaseerd op in wetenschappelijke literatuur gedocumenteerde veldgegevens.
De temperatuur van de Noordzee bepaalt de groei van de tonglarven, en daarmee ook het moment van metamorfose waarin ze in platvis veranderen. Na de metamorfose vestigt het jonge tongetje zich op de bodem, en is bij een succesvol transport door stromingen dan in een kinderkamer aangekomen.
Uit haar publicatie in het ICES Journal of Marine Science blijkt dat klimaatverandering een effect heeft op de groei en overleving van jonge tong (Solea solea) in verschillende kinderkamers van de Noordzee.
Het larventransportmodel beschrijft hoe larven zich verspreiden in de Noordzee, vanaf de paaigronden richting de kinderkamers, op basis van stroming. De locaties van de paaigronden en de hoeveelheid en timing van de gemodelleerde larven werden gebaseerd op in wetenschappelijke literatuur gedocumenteerde veldgegevens.
De temperatuur van de Noordzee bepaalt de groei van de tonglarven, en daarmee ook het moment van metamorfose waarin ze in platvis veranderen. Na de metamorfose vestigt het jonge tongetje zich op de bodem, en is bij een succesvol transport door stromingen dan in een kinderkamer aangekomen.
Geen opmerkingen: