Oostelijke waterschappen zijn ook dit jaar net zo droog als in 1976
Bij de waterschappen Rijn en IJssel en Vechtstromen is het voor het tweede jaar op rij net zo droog als in 1976. 1976 is landelijk gezien het droogste jaar ooit gemeten. Hoewel door het wisselvallige weer de gevolgen van de droogte per regio sterk verschillen, heeft het neerslagtekort in deze waterschappen in Twente en de Achterhoek de waarden uit 1976 na vorig jaar opnieuw bereikt.
Het grote en nog steeds toenemende neerslagtekort heeft in deze regio’s in de Achterhoek en Twente grote gevolgen voor de landbouw en natuur. Zo zijn er onttrekkingsverboden ingesteld uit oppervlaktewater en zijn er in de omgeving van kwetsbare natuurgebieden ook onttrekkingsverboden voor grondwater om de natuur te beschermen.
In het oosten en zuiden van het land is de afgelopen weken aanhoudend minder neerslag gevallen dan in de rest van Nederland, terwijl zij afhankelijk zijn van neerslag voor hun watervoorziening. Er is namelijk geen aanvoer vanuit de rivieren en kanalen mogelijk op deze hoge zandgronden. Het aantal beken dat droogvalt neemt toe. Neerslag is nodig om tot verbetering van de situatie te komen.
Ook de grondwaterstanden in het zuiden en oosten, die voor deze tijd van het jaar al zeer lagen waren, nemen verder af. Dit komt mede als gevolg van de warmte van de afgelopen week.
Landelijk gezien ligt het neerslagtekort op 176 mm. Dat is meer dan het langjarig gemiddelde voor eind juli (ca. 100 mm), maar aanzienlijk minder dan in 2018 en 1976 (ca. 250 mm). Verdeeld over het land zitten er echter grote verschillen in het neerslagtekort. In het oosten van Nederland, met name in Twente en de Achterhoek, is het neerslagtekort het grootst: 269 mm in Twente en 242 mm in de Achterhoek. Dit is, net als eind juli vorig jaar, gelijk aan de situatie zoals die in 1976 was.
Het grote en nog steeds toenemende neerslagtekort heeft in deze regio’s in de Achterhoek en Twente grote gevolgen voor de landbouw en natuur. Zo zijn er onttrekkingsverboden ingesteld uit oppervlaktewater en zijn er in de omgeving van kwetsbare natuurgebieden ook onttrekkingsverboden voor grondwater om de natuur te beschermen.
In het oosten en zuiden van het land is de afgelopen weken aanhoudend minder neerslag gevallen dan in de rest van Nederland, terwijl zij afhankelijk zijn van neerslag voor hun watervoorziening. Er is namelijk geen aanvoer vanuit de rivieren en kanalen mogelijk op deze hoge zandgronden. Het aantal beken dat droogvalt neemt toe. Neerslag is nodig om tot verbetering van de situatie te komen.
Ook de grondwaterstanden in het zuiden en oosten, die voor deze tijd van het jaar al zeer lagen waren, nemen verder af. Dit komt mede als gevolg van de warmte van de afgelopen week.
Landelijk gezien ligt het neerslagtekort op 176 mm. Dat is meer dan het langjarig gemiddelde voor eind juli (ca. 100 mm), maar aanzienlijk minder dan in 2018 en 1976 (ca. 250 mm). Verdeeld over het land zitten er echter grote verschillen in het neerslagtekort. In het oosten van Nederland, met name in Twente en de Achterhoek, is het neerslagtekort het grootst: 269 mm in Twente en 242 mm in de Achterhoek. Dit is, net als eind juli vorig jaar, gelijk aan de situatie zoals die in 1976 was.
Geen opmerkingen: