Vooruitzicht Noorderzijlvest: maximaal 7,5% stijging lasten
Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest constateert in haar kaderbrief aan het algemeen bestuur dat het saldo van lasten en baten voor het watersysteem (over onze kerntaak veilig en voldoende water) volgend jaar maximaal 7,5 procent toeneemt.
Een groot deel daarvan zit in onvermijdelijke kosten die het waterschap gaat maken nu we (onder meer) nieuwe waterkeringen opleveren en moeten gaan onderhouden. Deze zogenaamde kapitaalslasten en de verwachte hogere loonkosten door nieuwe CAO afspraken tellen op tot 5,8 procent van de maximaal verwachte 7,5 procent stijging van de lasten. Met de resterende 1,7 procent verwacht het bestuur de inflatie op te vangen en (extra) maatregelen om de basis van onze voorzieningen op orde te houden.
Dat is geen grote financiële buffer. Daarom geeft het dagelijks bestuur nu al aan dat er keuzes aanstaande zijn in het ambitieniveau, tempo en fasering van werkzaamheden als bijvoorbeeld baggeren, beschoeiingen, kademuren, peilbesluiten en het actualiseren van de ‘Legger’ (dat is de verzameling kaarten waarop staat wie voor welke watergang, kade of dijk de onderhoudsplicht heeft). Voor het zuiveren van water voorziet het bestuur een stijging van de lasten van 2,6 procent. Dat is conform de uitgangspunten in het jaarplan 2019.
Deze keuzes worden voorgelegd in het jaarplan voor 2020 en de meerjarenraming tot 2023. Die worden in november aan het algemeen bestuur voorgelegd.
Een groot deel daarvan zit in onvermijdelijke kosten die het waterschap gaat maken nu we (onder meer) nieuwe waterkeringen opleveren en moeten gaan onderhouden. Deze zogenaamde kapitaalslasten en de verwachte hogere loonkosten door nieuwe CAO afspraken tellen op tot 5,8 procent van de maximaal verwachte 7,5 procent stijging van de lasten. Met de resterende 1,7 procent verwacht het bestuur de inflatie op te vangen en (extra) maatregelen om de basis van onze voorzieningen op orde te houden.
Dat is geen grote financiële buffer. Daarom geeft het dagelijks bestuur nu al aan dat er keuzes aanstaande zijn in het ambitieniveau, tempo en fasering van werkzaamheden als bijvoorbeeld baggeren, beschoeiingen, kademuren, peilbesluiten en het actualiseren van de ‘Legger’ (dat is de verzameling kaarten waarop staat wie voor welke watergang, kade of dijk de onderhoudsplicht heeft). Voor het zuiveren van water voorziet het bestuur een stijging van de lasten van 2,6 procent. Dat is conform de uitgangspunten in het jaarplan 2019.
Deze keuzes worden voorgelegd in het jaarplan voor 2020 en de meerjarenraming tot 2023. Die worden in november aan het algemeen bestuur voorgelegd.
Geen opmerkingen: