Subsidie voor herstel en behoud van Brabantse vennen
De provincie blijft investeren in het herstel van de Brabantse vennen. Van 20 juni tot en met 15 juli kunnen grondeigenaren weer inschrijven voor een subsidieregeling voor projecten die gericht zijn op het behoud en/of het herstel van vennen. Hiervoor is in totaal 1 miljoen euro beschikbaar.
Vennen zijn in het Brabantse landschap van groot belang voor de biodiversiteit. In totaal telt de provincie ongeveer 600 vennen. Dat is driekwart van alle vennen in Nederland. De afgelopen jaren is in het kader van de PAS-natuurherstelmaatregelen hard gewerkt aan het herstel van de vennen in de Natura 2000-gebieden. Die zijn het meest bijzonder en kwetsbaar. De nieuwe regeling is vooral gericht op het verbeteren van vennen búiten de Natura 2000-gebieden.
De herstelmaatregelen hebben goede resultaten, zo blijkt uit onderzoek. Bij het Vissersven op de Landschotse Heide zijn bijvoorbeeld in 2012 herstelmaatregelen uitgevoerd, bestaande uit het verwijderen van de laag organisch materiaal van de bodem en de oevers. De oevers zijn direct na het plaggen bekalkt. Al in 2014 zijn in het Vissersven verschillende kritische en karakteristieke soorten voor vennen aangetroffen, die in 2004 afwezig waren: waterlobelia, oeverkruid, gesteeld glaskroos, witte waterranonkel, moerassmele, vlottende bies, waterpostelein en duizendknoopfonteinkruid.
Vennen zijn in het Brabantse landschap van groot belang voor de biodiversiteit. In totaal telt de provincie ongeveer 600 vennen. Dat is driekwart van alle vennen in Nederland. De afgelopen jaren is in het kader van de PAS-natuurherstelmaatregelen hard gewerkt aan het herstel van de vennen in de Natura 2000-gebieden. Die zijn het meest bijzonder en kwetsbaar. De nieuwe regeling is vooral gericht op het verbeteren van vennen búiten de Natura 2000-gebieden.
De herstelmaatregelen hebben goede resultaten, zo blijkt uit onderzoek. Bij het Vissersven op de Landschotse Heide zijn bijvoorbeeld in 2012 herstelmaatregelen uitgevoerd, bestaande uit het verwijderen van de laag organisch materiaal van de bodem en de oevers. De oevers zijn direct na het plaggen bekalkt. Al in 2014 zijn in het Vissersven verschillende kritische en karakteristieke soorten voor vennen aangetroffen, die in 2004 afwezig waren: waterlobelia, oeverkruid, gesteeld glaskroos, witte waterranonkel, moerassmele, vlottende bies, waterpostelein en duizendknoopfonteinkruid.
Geen opmerkingen: