Minister akkoord met plan voor krib- en oeververlaging Pannerdensch Kanaal
Rijkswaterstaat gaat kribben en oevers verlagen in het Pannerdensch Kanaal. Onlangs ging minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat akkoord met een plan op hoofdlijnen voor de verlaging van 38 kribben en 5 oevers. Hierdoor daalt bij hoogwater de waterstand op de Bovenrijn straks met 5 cm en wordt het rivierengebied veiliger.
Kribben (de stenen 'dwarsliggers' die de rivier in steken) zijn erg belangrijk bij de afvoer van water, ijs, grind en zand. Ze sturen deze afvoer en houden zo de rivier en de oever op zijn plaats. De 38 kribben die worden aangepakt liggen ten zuiden van de tunnel van de Betuwelijn tot aan de Pannerdensche Kop op beide oevers. In de nieuwe situatie zijn deze kribben 0,5 tot 1,5 m lager. Op een aantal plekken verlaagt Rijkswaterstaat ook de oevers, zoals bij het project Programma Stroomlijn. Tezamen zorgt verlaging van de kribben en oevers bij hoogwater voor een waterstandsdaling van 5 cm op de Bovenrijn.
Om tot dit plan te komen, zijn diverse varianten van krib- en oeververlaging op het Pannerdensch Kanaal onderzocht. Omgevingspartijen en andere overheden zijn hier uitgebreid bij betrokken. Vanuit allerlei invalshoeken zijn deze varianten met elkaar vergeleken: gevolgen voor waterhuishouding, scheepvaart, natuur, effecten voor belanghebbenden en gebruikers, vergunbaarheid en kosten. Op basis daarvan zijn keuzes gemaakt waarbij de veiligheid van het gebied en de gebruiksfuncties steeds voorop stond. Resultaat is het huidige voorkeursalternatief; een plan op hoofdlijnen.
Dit jaar gaat Rijkswaterstaat op zoek naar een partij die het huidige voorkeursalternatief verder uitwerkt tot een definitief ontwerp en vervolgens de uitvoering ervan voor zijn rekening neemt. Naar verwachting is het definitieve ontwerp eind 2019 gereed, waarna de besluiten en vergunningen ter inzage worden gelegd en er de mogelijkheid is tot inspraak. De uitvoering start in 2021. Naar verwachting zijn de werkzaamheden in 2023 afgerond.
Kribben (de stenen 'dwarsliggers' die de rivier in steken) zijn erg belangrijk bij de afvoer van water, ijs, grind en zand. Ze sturen deze afvoer en houden zo de rivier en de oever op zijn plaats. De 38 kribben die worden aangepakt liggen ten zuiden van de tunnel van de Betuwelijn tot aan de Pannerdensche Kop op beide oevers. In de nieuwe situatie zijn deze kribben 0,5 tot 1,5 m lager. Op een aantal plekken verlaagt Rijkswaterstaat ook de oevers, zoals bij het project Programma Stroomlijn. Tezamen zorgt verlaging van de kribben en oevers bij hoogwater voor een waterstandsdaling van 5 cm op de Bovenrijn.
Om tot dit plan te komen, zijn diverse varianten van krib- en oeververlaging op het Pannerdensch Kanaal onderzocht. Omgevingspartijen en andere overheden zijn hier uitgebreid bij betrokken. Vanuit allerlei invalshoeken zijn deze varianten met elkaar vergeleken: gevolgen voor waterhuishouding, scheepvaart, natuur, effecten voor belanghebbenden en gebruikers, vergunbaarheid en kosten. Op basis daarvan zijn keuzes gemaakt waarbij de veiligheid van het gebied en de gebruiksfuncties steeds voorop stond. Resultaat is het huidige voorkeursalternatief; een plan op hoofdlijnen.
Dit jaar gaat Rijkswaterstaat op zoek naar een partij die het huidige voorkeursalternatief verder uitwerkt tot een definitief ontwerp en vervolgens de uitvoering ervan voor zijn rekening neemt. Naar verwachting is het definitieve ontwerp eind 2019 gereed, waarna de besluiten en vergunningen ter inzage worden gelegd en er de mogelijkheid is tot inspraak. De uitvoering start in 2021. Naar verwachting zijn de werkzaamheden in 2023 afgerond.
Geen opmerkingen: