Slimmer omgaan met waterveiligheid
Er kan veel slimmer met waterveiligheid worden omgegaan. Als het beleid om overstromingen te voorkomen op een andere leest wordt geschoeid, moet ook de bestuurlijke organisatie tegen het licht worden gehouden. Er ontstaat dan meer ruimte voor regionaal maatwerk. Dat is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek 'De governance van slimme combinaties: spelregels voor samenwerking rond meerlaagse vormen van waterveiligheid' dat de afdeling Bestuurskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam samen met Deltares uitvoerde in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering.
In het rapport wordt het concept van ‘meerlaagsveiligheid’ rond overstromingsrisico’s uitgewerkt. De eerste laag van waterveiligheid is preventie: het voorkomen van een overstroming door middel van waterkeringen of rivierverruiming. De tweede laag richt zich op het realiseren van een duurzame (waterrobuuste) ruimtelijke inrichting van ons land. De derde laag zet in op een betere organisatorische voorbereiding op een mogelijke overstroming (rampenbeheersing). Maatregelen in de tweede en de derde laag kunnen aanvullend zijn op de eerste laag, maar komen in bepaalde omstandigheden ook in de plaats van extra investeringen in de waterkering.
Bestuurskundige dr. Arwin van Buuren over het slimmer omgaan met waterveiligheid: “Wij onderstrepen in het rapport dat er veel mogelijkheden zijn om slimmer met waterveiligheid om te gaan, door soms minder in de dijk te investeren en meer in de ruimtelijke inrichting of de rampenbeheersing. In een aantal situaties bespaart een dergelijke combinatie van maatregelen geld en biedt het meteen meerwaarde voor de maatschappij.”
De onderzoekers keken onder andere naar alternatieve waterveiligheidsstrategieën voor het eiland van Dordrecht, Marken en IJssel-Vechtdelta. Hier zijn regionale overheden drukdoende om vanuit het perspectief van meerlaagsveiligheid met hun hoogwaterbescherming om te gaan en zoeken ze naar ruimte om maatwerk te realiseren. Cruciaal daarbij is dat ruimtelijke alternatieven als volwaardig alternatief voor dijkversterking worden onderzocht. Elke situatie is anders, aldus Deltaresonderzoeker Gerald Jan Ellen: “De situatie op het eiland Marken is volstrekt onvergelijkbaar met die van het Eiland van Dordrecht. En dus verschillen ook de oplossingen.”
In het rapport wordt het concept van ‘meerlaagsveiligheid’ rond overstromingsrisico’s uitgewerkt. De eerste laag van waterveiligheid is preventie: het voorkomen van een overstroming door middel van waterkeringen of rivierverruiming. De tweede laag richt zich op het realiseren van een duurzame (waterrobuuste) ruimtelijke inrichting van ons land. De derde laag zet in op een betere organisatorische voorbereiding op een mogelijke overstroming (rampenbeheersing). Maatregelen in de tweede en de derde laag kunnen aanvullend zijn op de eerste laag, maar komen in bepaalde omstandigheden ook in de plaats van extra investeringen in de waterkering.
Bestuurskundige dr. Arwin van Buuren over het slimmer omgaan met waterveiligheid: “Wij onderstrepen in het rapport dat er veel mogelijkheden zijn om slimmer met waterveiligheid om te gaan, door soms minder in de dijk te investeren en meer in de ruimtelijke inrichting of de rampenbeheersing. In een aantal situaties bespaart een dergelijke combinatie van maatregelen geld en biedt het meteen meerwaarde voor de maatschappij.”
De onderzoekers keken onder andere naar alternatieve waterveiligheidsstrategieën voor het eiland van Dordrecht, Marken en IJssel-Vechtdelta. Hier zijn regionale overheden drukdoende om vanuit het perspectief van meerlaagsveiligheid met hun hoogwaterbescherming om te gaan en zoeken ze naar ruimte om maatwerk te realiseren. Cruciaal daarbij is dat ruimtelijke alternatieven als volwaardig alternatief voor dijkversterking worden onderzocht. Elke situatie is anders, aldus Deltaresonderzoeker Gerald Jan Ellen: “De situatie op het eiland Marken is volstrekt onvergelijkbaar met die van het Eiland van Dordrecht. En dus verschillen ook de oplossingen.”
Geen opmerkingen: