Nederlandse waterbeheer klaar voor de toekomst
Het Nederlandse waterbeheer is klaar voor de toekomst. Dat concludeert de OESO in een vandaag gepresenteerd rapport. Toekomstige uitdagingen als de klimaatverandering vragen wel om aanscherping van het waterbeleid. Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen is blij met de conclusies en aanbevelingen. "Hier kan de watersector mee aan de slag."
De OESO ziet het Nederlandse waterbeheer als 'wereldwijde referentie' met een 'excellent track record'. Met name wijst de OESO op de (flexibele) bestuurlijke organisatie die zich steeds heeft aangepast aan nieuwe omstandigheden en in het bijzonder op de rol die de waterschappen daarin spelen. "Mooi dat een internationaal gerenommeerd, onafhankelijk instituut onze zorg voor waterveiligheid, waterkwaliteit en voldoende water positief waardeert," vindt Glas.
Naast de waardering worden aanbevelingen gedaan. Volgens de OESO is het waterbewustzijn van de Nederlanders opvallend laag. Glas: "Mensen zijn zich niet bewust van wat er allemaal bij komt kijken om dit land droog en bewoonbaar te maken, of wat de overstromingsrisico's zijn. Tot het onderloopt denken mensen dat het zo'n vaart niet zal lopen. Terwijl het belangrijk is dat mensen begrijpen dat we moeten blijven investeren."
De OESO is kritisch over de waterkwaliteit in Nederland. Die is de afgelopen jaren weliswaar verbeterd, maar de voortgang stagneert. Glas: "Een terechte constatering. We investeren veel -onlangs beoordeelde de Europese Commissie onze zuiveringen nog als een van de beste van Europa- maar dan nog blijft het lastig. Het laaghangend fruit is geplukt, verdere verbetering is lastig en kostbaar. De vraag is nu hoe we verder willen. Hoe schoon willen we ons water? Wat is schoon water ons waard?"
De aanbeveling om de samenhang tussen water, landgebruik en ruimtelijke ordening te versterken ligt voor de waterschappen voor de hand. Glas: "Waterschappen zijn het onafhankelijke watergeweten. We moeten zorgen dat de beste oplossing voor ruimtelijke ordening ook de beste oplossing op het gebied van waterbeheer is. Keuzes voor nu hebben consequenties voor de toekomst. Bouw je een wijk in een polder, dan moet je blijven pompen en dat kost geld. We kunnen veel, maar moet je het ook steeds willen?"
Op één specifiek punt kan Glas zich niet vinden in de aanbevelingen van de OESO; het pleidooi voor versterking van het onafhankelijke toezicht. "Goed toezicht is essentieel, daarover zijn we het eens met de OESO, maar je moet wel ergens een grens trekken. Als er aan één ding in Nederland geen gebrek is dan is het aan toezicht. We hebben de eigen algemene besturen die ons controleren, de provincie als toezichthouder, het Rijk, de Tweede Kamer, rekenkamers, de Ombudsman et cetera. We meten onze prestaties op allerlei manieren en maken die steeds beter openbaar, transparant en toegankelijk. Wel is het goed om met de andere partners te kijken waar verbeterpunten liggen."
Volgens Glas is waterbeheer in Nederland nooit 'business as usual'. Dat de OESO ruimte ziet voor verbetering verbaast hem dan ook niet. "Maar die ruimte zit in andere dingen dan de organisatie van ons waterbeheer en de positie van de waterschappen daarbinnen. De OESO roemt de rol die de waterschappen in Nederland spelen." Het rapport geeft dan ook geen aanleiding voor een verandering van de organisatie van het waterbeheer. Glas: "Structuurdiscussies kunnen van tafel."
Glas: "We zijn blij met de aanbevelingen en staan open voor de verbeteringen en discussies die de OESO aankaart. Dit rapport is een visitekaartje voor Nederland waarmee we ook internationaal onze waterkennis op de kaart zetten. Dat kunnen we inzetten voor hulp aan andere landen en export van waterexpertise. Ik verwacht dat het OESO-rapport nog jaren zal gelden als referentie voor de gezamenlijke agenda van alle partijen die betrokken zijn bij het waterbeheer in Nederland."
De OESO ziet het Nederlandse waterbeheer als 'wereldwijde referentie' met een 'excellent track record'. Met name wijst de OESO op de (flexibele) bestuurlijke organisatie die zich steeds heeft aangepast aan nieuwe omstandigheden en in het bijzonder op de rol die de waterschappen daarin spelen. "Mooi dat een internationaal gerenommeerd, onafhankelijk instituut onze zorg voor waterveiligheid, waterkwaliteit en voldoende water positief waardeert," vindt Glas.
Naast de waardering worden aanbevelingen gedaan. Volgens de OESO is het waterbewustzijn van de Nederlanders opvallend laag. Glas: "Mensen zijn zich niet bewust van wat er allemaal bij komt kijken om dit land droog en bewoonbaar te maken, of wat de overstromingsrisico's zijn. Tot het onderloopt denken mensen dat het zo'n vaart niet zal lopen. Terwijl het belangrijk is dat mensen begrijpen dat we moeten blijven investeren."
De OESO is kritisch over de waterkwaliteit in Nederland. Die is de afgelopen jaren weliswaar verbeterd, maar de voortgang stagneert. Glas: "Een terechte constatering. We investeren veel -onlangs beoordeelde de Europese Commissie onze zuiveringen nog als een van de beste van Europa- maar dan nog blijft het lastig. Het laaghangend fruit is geplukt, verdere verbetering is lastig en kostbaar. De vraag is nu hoe we verder willen. Hoe schoon willen we ons water? Wat is schoon water ons waard?"
De aanbeveling om de samenhang tussen water, landgebruik en ruimtelijke ordening te versterken ligt voor de waterschappen voor de hand. Glas: "Waterschappen zijn het onafhankelijke watergeweten. We moeten zorgen dat de beste oplossing voor ruimtelijke ordening ook de beste oplossing op het gebied van waterbeheer is. Keuzes voor nu hebben consequenties voor de toekomst. Bouw je een wijk in een polder, dan moet je blijven pompen en dat kost geld. We kunnen veel, maar moet je het ook steeds willen?"
Op één specifiek punt kan Glas zich niet vinden in de aanbevelingen van de OESO; het pleidooi voor versterking van het onafhankelijke toezicht. "Goed toezicht is essentieel, daarover zijn we het eens met de OESO, maar je moet wel ergens een grens trekken. Als er aan één ding in Nederland geen gebrek is dan is het aan toezicht. We hebben de eigen algemene besturen die ons controleren, de provincie als toezichthouder, het Rijk, de Tweede Kamer, rekenkamers, de Ombudsman et cetera. We meten onze prestaties op allerlei manieren en maken die steeds beter openbaar, transparant en toegankelijk. Wel is het goed om met de andere partners te kijken waar verbeterpunten liggen."
Volgens Glas is waterbeheer in Nederland nooit 'business as usual'. Dat de OESO ruimte ziet voor verbetering verbaast hem dan ook niet. "Maar die ruimte zit in andere dingen dan de organisatie van ons waterbeheer en de positie van de waterschappen daarbinnen. De OESO roemt de rol die de waterschappen in Nederland spelen." Het rapport geeft dan ook geen aanleiding voor een verandering van de organisatie van het waterbeheer. Glas: "Structuurdiscussies kunnen van tafel."
Glas: "We zijn blij met de aanbevelingen en staan open voor de verbeteringen en discussies die de OESO aankaart. Dit rapport is een visitekaartje voor Nederland waarmee we ook internationaal onze waterkennis op de kaart zetten. Dat kunnen we inzetten voor hulp aan andere landen en export van waterexpertise. Ik verwacht dat het OESO-rapport nog jaren zal gelden als referentie voor de gezamenlijke agenda van alle partijen die betrokken zijn bij het waterbeheer in Nederland."
Geen opmerkingen: