RiverCare: meer grip op rivieren
Om beter voorbereid te zijn op de klimaatveranderingen gaan de Nederlandse rivieren flink op de schop. De rivier verliest ruimte, de bodem achter dijken is gedaald en het regent steeds vaker. De kans op overstromingen is daardoor groter. Rijkswaterstaat neemt ingrijpende maatregelen, maar de uitkomst daarvan op lange termijn is vaak onduidelijk. Het onderzoeksprogramma RiverCare, waaraan de Universiteit Twente leiding geeft, springt daarop in. Technologiestichting STW wijst RiverCare een bedrag van 4,5 miljoen euro toe.
Prof. dr. Suzanne Hulscher van de vakgroep Water Engineering and Management (WEM) van de faculteit CTW geeft leiding aan RiverCare. Ook de universiteiten van Utrecht, Nijmegen, Delft en Wageningen en verschillende kennisinstituten, bedrijven en overheden als Rijkswaterstaat werken mee aan het programma. De kennis wordt bovendien ingezet als typisch Nederlands exportproduct voor laaglandrivieren van over de hele wereld. Wereldwijd stijgt namelijk de overlast door overstromingen van rivieren. Nederlandse bedrijven worden vaak ingeroepen om te helpen bij het oplossen en voorkomen hiervan.
“Wij meten precies wat de gevolgen zijn van bepaalde riviermaatregelen”, vertelt Hulscher. “Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Het beheren van rivieren kost heel veel geld. Dat beheer kunnen we veel slimmer aanpakken als we weten wat er gebeurt. Dat levert enorme kostenbesparingen op.”
RiverCare wordt onder andere ingezet bij Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat. Op meer dan dertig plekken langs de Rijn, IJssel, Waal, Nederrijn en Lek vinden ingrepen als dijkverlegging, uiterwaardvergraving, ontpoldering en waterberging plaats. Na de problemen met hoog water in 1993 en 1995 startte de overheid een aantal programma’s om de ruim vier miljoen Nederlanders in de stroomgebieden beter te behoeden voor overstromingen.
Hulscher: “Wat er daarna gebeurt met bodem, oevers en uiterwaarden, weten we niet goed. Dankzij RiverCare kunnen we grip krijgen op de aanpassingen van de rivieren in de komende tien tot vijftig jaar, zowel fysisch als biologisch.”
Op de Universiteit Twente wordt binnen het project gewerkt aan een virtual river. Dr. ir. Mascha van der Voort van de vakgroep Ontwerp, Productie en Management (OPM) ontwikkelt in het Virtual Reality Lab een serious game. Deze virtuele rivier laat zien wat de gevolgen zijn van bepaalde maatregelen en werpt een blik op de toekomst.
Het programma RiverCare: towards self-sustaining multifunctional rivers ontvangt de subsidie via Perspectief, het financieringsinstrument van STW. De technologiestichting financiert excellent technisch-wetenschappelijk onderzoek, dat uitzicht biedt op toepassing. Karakteristieken van deze programma’s zijn het ontwikkelen van nieuwe technologie via een multidisciplinaire aanpak. De financiering komt van de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De programma’s zijn onderdeel van de bijdrage van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) aan de topsectoren.
STW investeert in vijf nieuwe onderzoeksprogramma’s. Ook het programma Symbionics: Co-adaptive Assistive Devices van UT-hoogleraar Bart Koopman (vakgroep Biomedische Werktuigbouwkunde) is goedgekeurd.
Prof. dr. Suzanne Hulscher van de vakgroep Water Engineering and Management (WEM) van de faculteit CTW geeft leiding aan RiverCare. Ook de universiteiten van Utrecht, Nijmegen, Delft en Wageningen en verschillende kennisinstituten, bedrijven en overheden als Rijkswaterstaat werken mee aan het programma. De kennis wordt bovendien ingezet als typisch Nederlands exportproduct voor laaglandrivieren van over de hele wereld. Wereldwijd stijgt namelijk de overlast door overstromingen van rivieren. Nederlandse bedrijven worden vaak ingeroepen om te helpen bij het oplossen en voorkomen hiervan.
“Wij meten precies wat de gevolgen zijn van bepaalde riviermaatregelen”, vertelt Hulscher. “Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Het beheren van rivieren kost heel veel geld. Dat beheer kunnen we veel slimmer aanpakken als we weten wat er gebeurt. Dat levert enorme kostenbesparingen op.”
RiverCare wordt onder andere ingezet bij Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat. Op meer dan dertig plekken langs de Rijn, IJssel, Waal, Nederrijn en Lek vinden ingrepen als dijkverlegging, uiterwaardvergraving, ontpoldering en waterberging plaats. Na de problemen met hoog water in 1993 en 1995 startte de overheid een aantal programma’s om de ruim vier miljoen Nederlanders in de stroomgebieden beter te behoeden voor overstromingen.
Hulscher: “Wat er daarna gebeurt met bodem, oevers en uiterwaarden, weten we niet goed. Dankzij RiverCare kunnen we grip krijgen op de aanpassingen van de rivieren in de komende tien tot vijftig jaar, zowel fysisch als biologisch.”
Op de Universiteit Twente wordt binnen het project gewerkt aan een virtual river. Dr. ir. Mascha van der Voort van de vakgroep Ontwerp, Productie en Management (OPM) ontwikkelt in het Virtual Reality Lab een serious game. Deze virtuele rivier laat zien wat de gevolgen zijn van bepaalde maatregelen en werpt een blik op de toekomst.
Het programma RiverCare: towards self-sustaining multifunctional rivers ontvangt de subsidie via Perspectief, het financieringsinstrument van STW. De technologiestichting financiert excellent technisch-wetenschappelijk onderzoek, dat uitzicht biedt op toepassing. Karakteristieken van deze programma’s zijn het ontwikkelen van nieuwe technologie via een multidisciplinaire aanpak. De financiering komt van de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De programma’s zijn onderdeel van de bijdrage van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) aan de topsectoren.
STW investeert in vijf nieuwe onderzoeksprogramma’s. Ook het programma Symbionics: Co-adaptive Assistive Devices van UT-hoogleraar Bart Koopman (vakgroep Biomedische Werktuigbouwkunde) is goedgekeurd.
Geen opmerkingen: