Waterschappen steunen hoofdlijnen ambities kabinet waterbeleid
Op donderdag 13 juni debatteert de Tweede Kamer met minister Schultz van Haegen over waterveiligheid. In april heeft de minister een brief naar de Kamer gestuurd waarin zij de plannen van het kabinet voor het waterbeleid bekend maakte. De Unie van Waterschappen heeft ter voorbereiding op het overleg een reactie naar zowel de minister als de Tweede Kamer gestuurd om de visie van de waterschappen over te brengen.
De Unie van Waterschappen steunt de hoofdlijnen van het beleid dat de minister voorstaat. Dat geldt vooral voor de nieuwe normering voor waterveiligheid en de ambities van de waterschappen voor duurzaamheid.
Bij de nieuwe normering wordt niet alleen gekeken naar de kans op overstroming van een dijk, maar worden ook de gevolgen meegewogen. Daarmee wordt het mogelijk iedere Nederlander achter de dijk dezelfde basisveiligheid te garanderen. Ook wil minister Schultz extra investeren in gebieden met een risico op veel slachtoffers en grote economische schade. Vitale en kwetsbare infrastructuur, zoals nutsvoorzieningen en ziekenhuizen, krijgen extra aandacht. De Unie van Waterschappen ondersteunt de introductie van een nieuwe normering voor de waterveiligheid. Deze gaat uit van een risicobenadering.
De minister kiest voor meerlaagsveiligheid. Naast preventie door de bouw van dijken en dammen kan Nederland veiliger worden door de ruimtelijke inrichting van ons land slimmer te benutten en de rampenbeheersing beter op orde te hebben.
De waterschappen zijn van mening dat bij meerlaagsveiligheid, preventie prioriteit moet hebben. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk om samen met het Rijk en de veiligheidsregio’s voorbeeldprojecten op te zetten en uit te voeren.
Op het gebied van de zoetwatervoorziening geeft de minister aan dat de zelfvoorzienendheid moet worden vergroot om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. De oplossing van het zoetwaterprobleem moet vooral in de regio plaatsvinden.
De Unie van Waterschappen mist in de brief de maatregelen die in het hoofdwatersysteem kunnen worden genomen. Via de grote rivieren gaat veel zoet water verloren, terwijl daar oplossingen voor zijn. De minister richt zich vooral op de inzet van maatregelen in het regionale systeem. Dat is volgens de waterschappen onvoldoende.
Ten slotte is de Unie van Waterschappen verheugd dat de minister aangeeft dat waterschappen duurzame energie en grondstoffen aan derden mogen leveren. Voor de waterschappen betekent dat ruim baan voor investeringen in de ombouw van rioolwaterzuiveringen tot Energie- en Grondstoffenfabrieken. Duurzaamheid, kostenbesparing en innovatie gaan zo hand in hand.
De Unie van Waterschappen steunt de hoofdlijnen van het beleid dat de minister voorstaat. Dat geldt vooral voor de nieuwe normering voor waterveiligheid en de ambities van de waterschappen voor duurzaamheid.
Bij de nieuwe normering wordt niet alleen gekeken naar de kans op overstroming van een dijk, maar worden ook de gevolgen meegewogen. Daarmee wordt het mogelijk iedere Nederlander achter de dijk dezelfde basisveiligheid te garanderen. Ook wil minister Schultz extra investeren in gebieden met een risico op veel slachtoffers en grote economische schade. Vitale en kwetsbare infrastructuur, zoals nutsvoorzieningen en ziekenhuizen, krijgen extra aandacht. De Unie van Waterschappen ondersteunt de introductie van een nieuwe normering voor de waterveiligheid. Deze gaat uit van een risicobenadering.
De minister kiest voor meerlaagsveiligheid. Naast preventie door de bouw van dijken en dammen kan Nederland veiliger worden door de ruimtelijke inrichting van ons land slimmer te benutten en de rampenbeheersing beter op orde te hebben.
De waterschappen zijn van mening dat bij meerlaagsveiligheid, preventie prioriteit moet hebben. De Unie van Waterschappen vindt het belangrijk om samen met het Rijk en de veiligheidsregio’s voorbeeldprojecten op te zetten en uit te voeren.
Op het gebied van de zoetwatervoorziening geeft de minister aan dat de zelfvoorzienendheid moet worden vergroot om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. De oplossing van het zoetwaterprobleem moet vooral in de regio plaatsvinden.
De Unie van Waterschappen mist in de brief de maatregelen die in het hoofdwatersysteem kunnen worden genomen. Via de grote rivieren gaat veel zoet water verloren, terwijl daar oplossingen voor zijn. De minister richt zich vooral op de inzet van maatregelen in het regionale systeem. Dat is volgens de waterschappen onvoldoende.
Ten slotte is de Unie van Waterschappen verheugd dat de minister aangeeft dat waterschappen duurzame energie en grondstoffen aan derden mogen leveren. Voor de waterschappen betekent dat ruim baan voor investeringen in de ombouw van rioolwaterzuiveringen tot Energie- en Grondstoffenfabrieken. Duurzaamheid, kostenbesparing en innovatie gaan zo hand in hand.
Geen opmerkingen: