Drinkwatersector positief over besluit WACC 2025 – 2027
Minister Madlener van IenW heeft op 24 oktober een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over de vaststelling van de WACC (gewogen vermogenskostenvoet) voor de drinkwaterbedrijven voor de periode 2025 – 2027. In deze brief staat dat voor 2025-2027 het percentage 4,32 procent wordt.
Dit is flink hoger dan de WACC in de afgelopen jaren (2,95%) en betekent dat er extra financieringsruimte ontstaat voor de drinkwaterbedrijven om noodzakelijke investeringen te doen. De drinkwatersector is blij met dit besluit omdat het essentieel is dat drinkwaterbedrijven de financiële ruimte krijgen om de komende jaren fors meer te investeren in een duurzame en toekomstbestendige infrastructuur.
In de Drinkwaterwet wordt de vergoeding voor het eigen en vreemd vermogen van drinkwaterbedrijven begrensd aan de hand van de gewogen vermogenskostenvoet (ook wel weighted average cost of capital, of WACC). De WACC wordt driejaarlijks vastgesteld. Op dit moment houdt de WACC-regelgeving onvoldoende rekening met de sterk gestegen investeringsbehoefte. Gebrek aan financieringsruimte vormt daarmee een struikelblok voor het uitvoeren van de wettelijke taak van drinkwaterbedrijven: het leveren van voldoende drinkwater van goede kwaliteit.
De verhoging van de WACC, die mede mogelijk is gemaakt door een aanpassing van de Drinkwaterregeling, levert voor de komende drie jaar een belangrijke bijdrage aan een toekomstbestendige drinkwatervoorziening. Voor een structurele verbetering van de financieringsruimte van de drinkwatersector is echter meer nodig. Vewin pleit voor een toekomstbestendige oplossing met, zo nodig, een wijziging van de Drinkwaterwet, zodat drinkwaterbedrijven hun wettelijke plicht kunnen blijven vervullen in een periode van grote uitdagingen. Hierover zijn het ministerie van IenW en de drinkwatersector inmiddels in goed gesprek. Daarbij verdient aandacht dat één van de huidige wijzigingen in de Drinkwaterregeling – de verkorting van de zogenaamde referentieperiode voor de berekening van de risicovrije rente voor vreemd vermogen – voor de korte termijn meer investeringsruimte biedt maar op langere termijn de financiering van investeringen kan bemoeilijken. In het contact met het ministerie zal Vewin dan ook het terugdraaien van deze wijziging bepleiten.
Dit is flink hoger dan de WACC in de afgelopen jaren (2,95%) en betekent dat er extra financieringsruimte ontstaat voor de drinkwaterbedrijven om noodzakelijke investeringen te doen. De drinkwatersector is blij met dit besluit omdat het essentieel is dat drinkwaterbedrijven de financiële ruimte krijgen om de komende jaren fors meer te investeren in een duurzame en toekomstbestendige infrastructuur.
In de Drinkwaterwet wordt de vergoeding voor het eigen en vreemd vermogen van drinkwaterbedrijven begrensd aan de hand van de gewogen vermogenskostenvoet (ook wel weighted average cost of capital, of WACC). De WACC wordt driejaarlijks vastgesteld. Op dit moment houdt de WACC-regelgeving onvoldoende rekening met de sterk gestegen investeringsbehoefte. Gebrek aan financieringsruimte vormt daarmee een struikelblok voor het uitvoeren van de wettelijke taak van drinkwaterbedrijven: het leveren van voldoende drinkwater van goede kwaliteit.
De verhoging van de WACC, die mede mogelijk is gemaakt door een aanpassing van de Drinkwaterregeling, levert voor de komende drie jaar een belangrijke bijdrage aan een toekomstbestendige drinkwatervoorziening. Voor een structurele verbetering van de financieringsruimte van de drinkwatersector is echter meer nodig. Vewin pleit voor een toekomstbestendige oplossing met, zo nodig, een wijziging van de Drinkwaterwet, zodat drinkwaterbedrijven hun wettelijke plicht kunnen blijven vervullen in een periode van grote uitdagingen. Hierover zijn het ministerie van IenW en de drinkwatersector inmiddels in goed gesprek. Daarbij verdient aandacht dat één van de huidige wijzigingen in de Drinkwaterregeling – de verkorting van de zogenaamde referentieperiode voor de berekening van de risicovrije rente voor vreemd vermogen – voor de korte termijn meer investeringsruimte biedt maar op langere termijn de financiering van investeringen kan bemoeilijken. In het contact met het ministerie zal Vewin dan ook het terugdraaien van deze wijziging bepleiten.
Geen opmerkingen: