NPLG van tafel, maar opgaven voor drinkwaterbronnen blijven
Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) werd door de drinkwatersector gezien als een kans voor een betere bescherming van de bronnen voor drinkwaterproductie, ingepast in een toekomstbestendig ingericht landelijk gebied. Nu het kabinet heeft besloten om te stoppen met het NPLG, vraagt Vewin zich af wat het kabinet wil gaan doen om de doelen voor waterkwaliteit, natuur, stikstof en klimaat te halen.
Het NPLG was onder meer bedoeld om de Europese doelen uit de Kaderrichtlijn Water en nationale waterkwaliteitsdoelen via gebiedsgerichte programma’s te realiseren. Hierbij had prioriteit voor de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen in de provinciale gebiedsprogramma’s kunnen bijdragen aan het oplossen van de grote opgaven waar de drinkwatersector voor staat.
De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Sterker nog, door verontreinigingen afkomstig uit de landbouw (nitraat en bestrijdingsmiddelen), industrie en huishoudens wordt de kwaliteit van drinkwaterbronnen juist slechter. De doelen van de Kaderrichtlijn Water worden daardoor niet (tijdig) gehaald. Ook hebben drinkwaterbedrijven te maken met een toenemende drinkwatervraag door bevolkingsgroei, economische groei en regionaal stedelijke uitbreiding. Zonder snelle actie van alle betrokken partijen, met name provincies en Rijk, kunnen de drinkwaterbedrijven niet aan de stijgende vraag naar drinkwater voldoen.
Er is een stevige inzet nodig om de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen te verbeteren en de Europese en nationale doelen voor waterkwaliteit te halen. Provincies en waterschappen moeten hiervoor hard aan de slag, maar het Rijk heeft een belangrijke rol in het aanscherpen van landelijk beleid. Het is van groot belang dat het nieuwe kabinet snel laat weten hoe zij wil bijdragen aan verbeteren van de waterkwaliteit en het beschermen van de drinkwaterbronnen.
Het NPLG was onder meer bedoeld om de Europese doelen uit de Kaderrichtlijn Water en nationale waterkwaliteitsdoelen via gebiedsgerichte programma’s te realiseren. Hierbij had prioriteit voor de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen in de provinciale gebiedsprogramma’s kunnen bijdragen aan het oplossen van de grote opgaven waar de drinkwatersector voor staat.
De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Sterker nog, door verontreinigingen afkomstig uit de landbouw (nitraat en bestrijdingsmiddelen), industrie en huishoudens wordt de kwaliteit van drinkwaterbronnen juist slechter. De doelen van de Kaderrichtlijn Water worden daardoor niet (tijdig) gehaald. Ook hebben drinkwaterbedrijven te maken met een toenemende drinkwatervraag door bevolkingsgroei, economische groei en regionaal stedelijke uitbreiding. Zonder snelle actie van alle betrokken partijen, met name provincies en Rijk, kunnen de drinkwaterbedrijven niet aan de stijgende vraag naar drinkwater voldoen.
Er is een stevige inzet nodig om de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen te verbeteren en de Europese en nationale doelen voor waterkwaliteit te halen. Provincies en waterschappen moeten hiervoor hard aan de slag, maar het Rijk heeft een belangrijke rol in het aanscherpen van landelijk beleid. Het is van groot belang dat het nieuwe kabinet snel laat weten hoe zij wil bijdragen aan verbeteren van de waterkwaliteit en het beschermen van de drinkwaterbronnen.
Geen opmerkingen: