‘De druk op de drinkwatervoorziening neemt aanzienlijk toe’
Op 24 april ontvingen minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en deltacommissaris Co Verdaas de nieuwe Deltascenario’s, uit handen van onderzoekers Rutger van der Brugge en Renske de Winter (Deltares). Wat is de impact hiervan op de drinkwatervoorziening en hoe gaat het nu verder?
De vier Deltascenario’s geven een totaalbeeld van ontwikkelingen die invloed hebben op het waterbeleid: klimaatverandering, activiteiten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en sociaal-economische en ruimtelijke ontwikkelingen. Ze zijn gebaseerd op gekwalificeerde en gekwantificeerde onderzoeksresultaten uit bestaande studies van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. Voor alle scenario’s geldt dat de wateropgaven flink groter worden: de zoetwatertekorten in de zomer nemen toe, er ontstaat meer wateroverlast door regenbuien en de gevolgen van overstromingen worden groter.
Deltascenario’s zijn geen beleidsstukken, maar verkenningen van alle relevante ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid, beschikbaarheid van zoetwater en wateroverlast.
Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor verschillende maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af, door langere perioden van droogte en meer verdamping door toenemende temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoute water steeds verder het land binnendringt. Onderzoeker Rutger van der Brugge is projectleider en een van de hoofdauteurs van de Deltascenario’s bij Deltares: ‘Het nationale Deltaprogramma doorloopt een cyclisch proces waarbinnen elke zes jaar wordt gekeken of de eerder genomen Deltabeslissingen en voorkeursstrategieën nog toereikend zijn of aangepast moeten worden. Dat gebeurt onder andere aan de hand van deze Deltascenario’s: dit zijn dus geen beleidsstukken, maar verkenningen van alle relevante ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid, beschikbaarheid van zoetwater en wateroverlast. Hiermee brengen we de bandbreedte van mogelijke ontwikkelingen in beeld op basis waarvan hierna waterbeleid kan worden ontwikkeld.’
De vier Deltascenario’s geven een totaalbeeld van ontwikkelingen die invloed hebben op het waterbeleid: klimaatverandering, activiteiten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en sociaal-economische en ruimtelijke ontwikkelingen. Ze zijn gebaseerd op gekwalificeerde en gekwantificeerde onderzoeksresultaten uit bestaande studies van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. Voor alle scenario’s geldt dat de wateropgaven flink groter worden: de zoetwatertekorten in de zomer nemen toe, er ontstaat meer wateroverlast door regenbuien en de gevolgen van overstromingen worden groter.
Deltascenario’s zijn geen beleidsstukken, maar verkenningen van alle relevante ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid, beschikbaarheid van zoetwater en wateroverlast.
Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor verschillende maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af, door langere perioden van droogte en meer verdamping door toenemende temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoute water steeds verder het land binnendringt. Onderzoeker Rutger van der Brugge is projectleider en een van de hoofdauteurs van de Deltascenario’s bij Deltares: ‘Het nationale Deltaprogramma doorloopt een cyclisch proces waarbinnen elke zes jaar wordt gekeken of de eerder genomen Deltabeslissingen en voorkeursstrategieën nog toereikend zijn of aangepast moeten worden. Dat gebeurt onder andere aan de hand van deze Deltascenario’s: dit zijn dus geen beleidsstukken, maar verkenningen van alle relevante ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid, beschikbaarheid van zoetwater en wateroverlast. Hiermee brengen we de bandbreedte van mogelijke ontwikkelingen in beeld op basis waarvan hierna waterbeleid kan worden ontwikkeld.’
Geen opmerkingen: