donderdag 31 oktober 2024
Drinkwatersector positief over besluit WACC 2025 – 2027
Dit is flink hoger dan de WACC in de afgelopen jaren (2,95%) en betekent dat er extra financieringsruimte ontstaat voor de drinkwaterbedrijven om noodzakelijke investeringen te doen. De drinkwatersector is blij met dit besluit omdat het essentieel is dat drinkwaterbedrijven de financiële ruimte krijgen om de komende jaren fors meer te investeren in een duurzame en toekomstbestendige infrastructuur.
In de Drinkwaterwet wordt de vergoeding voor het eigen en vreemd vermogen van drinkwaterbedrijven begrensd aan de hand van de gewogen vermogenskostenvoet (ook wel weighted average cost of capital, of WACC). De WACC wordt driejaarlijks vastgesteld. Op dit moment houdt de WACC-regelgeving onvoldoende rekening met de sterk gestegen investeringsbehoefte. Gebrek aan financieringsruimte vormt daarmee een struikelblok voor het uitvoeren van de wettelijke taak van drinkwaterbedrijven: het leveren van voldoende drinkwater van goede kwaliteit.
De verhoging van de WACC, die mede mogelijk is gemaakt door een aanpassing van de Drinkwaterregeling, levert voor de komende drie jaar een belangrijke bijdrage aan een toekomstbestendige drinkwatervoorziening. Voor een structurele verbetering van de financieringsruimte van de drinkwatersector is echter meer nodig. Vewin pleit voor een toekomstbestendige oplossing met, zo nodig, een wijziging van de Drinkwaterwet, zodat drinkwaterbedrijven hun wettelijke plicht kunnen blijven vervullen in een periode van grote uitdagingen. Hierover zijn het ministerie van IenW en de drinkwatersector inmiddels in goed gesprek. Daarbij verdient aandacht dat één van de huidige wijzigingen in de Drinkwaterregeling – de verkorting van de zogenaamde referentieperiode voor de berekening van de risicovrije rente voor vreemd vermogen – voor de korte termijn meer investeringsruimte biedt maar op langere termijn de financiering van investeringen kan bemoeilijken. In het contact met het ministerie zal Vewin dan ook het terugdraaien van deze wijziging bepleiten.
woensdag 30 oktober 2024
Nieuwe aanpak voor ‘Elke druppel de grond in’: in droge en natte tijden
Nieuw in het aanbod van het waterschap is de aanpak van onderaf met grondeigenaren. In het persoonlijk contact bouwt men samen kennis op en leert men hoe je beter kunt omgaan met droge jaren. Maar ook met een extreem nat jaar zoals nu. Afgelopen woensdag 2 oktober is gestart met het verondiepen van de sloot bij melkveehouderij Wilbert Kobus in Barlo (gemeente Aalten). Deze werd met grond aangevuld. De bodem van de sloot komt hoger te liggen. Dit zorgt ervoor dat het water niet snel wordt afgevoerd, maar in de bodem wordt vastgehouden.
In het programma ‘Elke druppel de grond in’ staan grondeigenaren centraal. Het waterschap ondersteunt hen. Met kennis en begeleiding. Maar ook met het uitvoeren. Zo wordt onder andere bodemonderzoek uitgevoerd in het veld. De deelnemers delen op hun beurt hun kennis over hun land met elkaar en met het waterschap. Over hoe het bodem- en watersysteem werkt én over het grondgebruik en het landschap.
Tot en met juni 2024 namen in totaal ongeveer 650 grondeigenaren deel aan 'Elke druppel de grond in'. Ook nu blijven grondeigenaren zich aanmelden en komen grondeigenaren steeds vaker terug voor een volgende klimaat robuustere stap. Deelnemers zijn agrarische grondeigenaren en eigenaren van natuurgronden. Maar ook particuliere grondeigenaren en andere grondeigenaren.
dinsdag 29 oktober 2024
Nederlanders zien eigen rol bij aanpak van wateruitdagingen
Dit blijkt uit het op 17 oktober 2024 gepubliceerde onderzoek Waterpeil 2024. 57 procent ziet daarbij een grote rol voor de overheid en het bedrijfsleven, maar is zich ook bewust van de eigen verantwoordelijkheid. Ze willen bijdragen aan het oplossen van de wateropgaven en willen weten hoe ze dat kunnen doen.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat, waterschappen, waterbedrijven, provincies, gemeentes, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Unie van Waterschappen, Vewin, VNG, IPO, het Nationaal Deltaprogramma en watermusea.
Nederlanders hebben vertrouwen in het Nederlandse waterbeheer. Er is vertrouwen in het werk van Rijkswaterstaat, de waterschappen en andere overheden om overstromingen te beperken. Tegelijkertijd maken Nederlanders zich ook zorgen over dreigingen, zoals overstromingen en droogte.
De overstromingen van 2021 in Limburg hebben ervoor gezorgd dat mensen zich extra bewust zijn van de gevaren. Maar liefst 47% van de Nederlanders denkt dat er de komende 10 jaar vaker wateroverlast zal zijn door hevige regen.
Hoewel slechts een kleine groep al maatregelen heeft genomen, zoals het kopen van zandzakken of het vergroenen van de tuin, zijn veel mensen wel bereid om in de toekomst maatregelen te nemen en zich voor te bereiden op noodsituaties.
Respondenten schatten het risico dat er een tekort aan drinkwater ontstaat laag in. Wel maken ze zich zorgen over de kwaliteit van de drinkwaterbronnen in de toekomst.
In het geval van een dreigend watertekort zijn veel Nederlanders wel bereid om minder water te gebruiken als de overheid dat vraagt. Bijvoorbeeld door korter te douchen of minder vaak de tuin te sproeien.
maandag 28 oktober 2024
Plaatsing bewegende zakdeur laatste bouwsteen Zoutdam IJmuiden
Ook zijn vier noodschotten getest, die tijdelijk de plaats van de zakdeur kunnen innemen, wanneer deze voor onderhoud uit de constructie moet worden gehaald.
De werkzaamheden waren over twee dagen verdeeld. Eerst is de deur geplaatst. Voor het plaatsen is de HEBO-Lift 5 ingezet. Dit is een drijvende ponton met een kraan, die 160 ton kan hijsen.
Na het plaatsen van de deur zijn de vier noodschotten getest. De noodschotten zijn ook van staal en dienen als tijdelijke vervanging van de zakdeur wanneer deze in onderhoud is of in het geval van een calamiteit.
Als de deur gekoppeld is aan het hydraulisch bewegingswerk, begint een uitgebreide testfase, die tot eind 2024 duurt.
De zakdeur, die is geproduceerd en geplaatst door onderaannemer SPIE, is van staal en heeft een kenmerkende buisconstructie aan de achterzijde voor extra versteviging. De deur is 27 m breed, 7,5 m hoog en 4 m diep en weegt ongeveer 80.000 kg.
vrijdag 25 oktober 2024
Nieuw Delta-lab voor oplossingen water en bodem
De onderzoekers van Deltares nemen in het Delta-lab bodem en (grond)water onder de loep. Een groot gedeelte van dit werk bestaat uit onderzoek naar omvang en gedrag van diverse verontreinigende stoffen en hoe ecosystemen daarop reageren. Denk aan door mensen gemaakte stoffen als PFAS, biologische ziekteverwekkers, voedingsstoffen als nitraat en organische zeer zorgwekkende stoffen.
Ook kijken we naar wat aanwezig is in water en ondergrond zelf, zoals micro-organismen. In het Delta-lab zoeken we manieren om deze stoffen en micro-organismen te beïnvloeden en te beheren, en naar oplossingen. Daarnaast ontwikkelt ons lab kennis die bijdraagt aan het versnellen van de energietransitie en aan toekomstbestendige infrastructuur. Zoals welke effecten geo- of aquathermie hebben op de ondergrond, grond- of oppervlaktewater, of hoe bacteriële corrosie van damwanden of windmolens op zee is tegen te gaan.
Bovendien onderzoeken de laboranten herbruikbaarheid van behandelde grond, slib of bagger: is dit in te zetten als bouwmateriaal voor onze dijken of voor andere maatschappelijke opgaven? En wat is er mogelijk rond de opslag en uitstoot van broeikasgassen in water- en ondergrond?
Het Delta-lab kan unieke data leveren door de combinatie van kennis over chemie, microbiologie, sediment, bodemkunde en hydrologie. Deze data wordt getoetst en doorontwikkeld in de fysieke en digitale kennisfaciliteiten van Deltares, zoals golfgoten of modellen, en gebruikt door andere kennisinstellingen of beleidsmakers. Zo komen oplossingen voor complexe maatschappelijke vragen over bodem- en grondwater dichterbij. Soms maken de bevindingen uit het lab pilots in het veld mogelijk, waarmee het laboratorium een brug vormt tussen academisch onderzoek en de praktijk.
Vanwege de eisen die toegepast experimenteel onderzoek stelt aan een laboratorium, en om meer samenwerking tussen de onderzoeksfaciliteiten te stimuleren, besloot Deltares het laboratorium naar Delft te verhuizen. Daarvoor was het lab gevestigd in een universiteitsgebouw aan de Utrechtse Princetonlaan.
donderdag 24 oktober 2024
Deltares en Suriname tekenen overeenkomst
De komende jaren gaan Deltares en het Ministerie van Openbare Werken van Suriname de samenwerking op water, klimaat en bodemvraagstukken verder vormgeven, zodat we actief kennis en expertise met elkaar uit kunnen wisselen.
Men gaat samen werken aan veel verschillende onderwerpen, zoals nature-based solutions, wateroverlast en droogte, grondwaterbeheer, het versterken van kustgebieden, hydrologische modellen en waterveiligheid.
De samenwerkingsovereenkomst, die vast werd gelegd in een Memorandum of Understanding, is de uitkomst van jarenlange samenwerking tussen Deltares en het Ministerie van Openbare Werken van Suriname. Onze gezamenlijke projecten hebben geleid tot verdere intensivering van de belangrijke historische relatie die er tussen beide landen is, en bieden de ruimte en kansen voor blijvende en duurzame kennisuitwisseling.
Deltares en het Ministerie hebben, ook met andere delen van de overheid en met verschillende partners, gewerkt aan het opzetten van het Masterplan Waterbeheer voor Groot-Paramaribo. Ook is gewerkt aan het Samenwerkingsprogramma Water, Bodem en Klimaat tussen Nederland en Suriname. In dit project lag de focus op uitdagingen zoals stedelijke veerkracht, kustzonebeheer en beheer en onderhoudsvraagstukken voor Paramaribo en omgeving. Dit ging ook in samenwerking met de Anton de Kom Universiteit in Suriname.
woensdag 23 oktober 2024
Start aanleg bekkenvistrap bij stuw Reuverlaan in de Reeshof
Zoetwatervissen hebben verschillende plekken nodig om te overleven. Ze trekken vaak stroomopwaarts naar kleinere en plantenrijke wateren om ze zich voort te planten. Door de stroming van het water voelen ze aan welke richting ze op moeten. Bij een stuw stopt echter hun natuurlijke trektocht, zoals bij de stuw aan de Reuverlaan. Deze stuw kan niet worden verwijderd omdat deze essentieel is om het water in de Dongevallei op peil te houden. Daarom legt het waterschap een bekkenvistrap aan om vissen een vrije doorgang te bieden.
Er zijn verschillende soorten vispassages. Soms valt de keuze op een vissluis, zoals bij de stuw Dalemdreef-Spoorbaan, maar voor de locatie stuw Reuverlaan is de bekkenvistrap de beste optie.
Om de stuw wordt een smal beekje gegraven met daarin drempels. Zo ontstaat een soort trap voor vissen. Met iedere drempel zakt het water ongeveer 5 cm. In de bekkens, de ruimte tussen de drempels, kunnen de vissen rusten. Elke drempel is een schot met een opening. Door de openingen in de drempels ontstaat een ‘lokstroom’. Zo voelen vissen instinctief aan dat ze door deze openingen verder kunnen zwemmen.
dinsdag 22 oktober 2024
Kamer neemt motie aan om sneller nieuwe drinkwaterbronnen te vergunnen
Vewin is verheugd dat de minister het tekort aan drinkwaterbronnen tijdens het debat erkende en hoopt dat het Rijk nu hierbij haar rol voortvarend oppakt. Echte oplossingen zijn niet mogelijk zonder een actieve rol van alle partijen.
De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende drinkwatervraag door bevolkingsgroei, economische groei, en regionaal stedelijke uitbreiding. Alle tien drinkwaterbedrijven hebben vóór 2030 extra productiecapaciteit nodig, in een aantal gevallen al nu of op zeer korte termijn (RIVM, april 2023).
IPO en Vewin werken hard aan het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030. Daarin brengen zij knelpunten en acties in kaart, maar echte oplossingen zijn niet mogelijk zonder een actieve rol van het Rijk. Dat betekent dat moet worden verzekerd dat het drinkwaterbelang daadwerkelijk prioriteit krijgt wanneer dat nodig is voor de leveringsplicht, dat het Rijk andere overheden aanspreekt op het nakomen van hun zorgplicht en dat het Rijk zo nodig op nationaal niveau extra maatregelen treft of voorziet in noodregelgeving. Het betekent ook dat projecten die noodzakelijk zijn voor het veiligstellen van de drinkwatervoorziening prioriteit krijgen bij het toedelen van beschikbare stikstofruimte en capaciteit op het elektriciteitsnet.
maandag 21 oktober 2024
Waterschappen publiceren hun prestaties in ‘Waterschapspeil’
Zeespiegelstijging, een verslechtering van de waterkwaliteit, grote vraagstukken voor de ruimtelijke ordening. Het waterbeheer staat de afgelopen jaren onder steeds grotere druk. Hoe de waterschappen in deze veranderende omstandigheden hun waterbeheertaken uitvoeren, laat de Unie van Waterschappen zien in ‘Waterschapspeil 2024’.
Waterschapspeil is één van de producten die de Unie van Waterschappen samenstelt op basis van de bedrijfsvergelijkingen onder de waterschappen. In de publicatie staan de resultaten van het werk van de 21 waterschappen over ruwweg de periode 2022-2023. In deze tweejaarlijkse uitgave staan ook de trends en ontwikkelingen in de waterschapssector. De prestaties en kosten van de waterschappen staan beschreven in de Waterschapspiegel. Daarnaast zijn er nog bedrijfsvergelijkingen met een specifiek onderwerp, zoals de bedrijfsvergelijking waterzuivering.
60 procent van de primaire waterkeringen moet worden versterkt. Tussen 2017 en 2023 hebben de waterschappen alle primaire waterkeringen beoordeeld volgens de veiligheidsnormen uit 2017. Omdat sommige normen strenger zijn geworden – met name in het rivierengebied – is de versterkingsopgave aanzienlijk. Eind 2023 voldeed 1.263 kilometer (39%) aan de meest recente veiligheidsnormen, voor 1.984 kilometer waterkeringen (61%) was dat niet het geval of was nader onderzoek nodig. Keringen die nog niet voldoen, zijn op dit moment veilig door goed beheer. De versterkingen zijn nodig om dat in de toekomst te blijven.
De helft van de waterschappen geeft aan dat ze eind 2023 (grotendeels) op het juiste moment zijn betrokken bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. Een meerderheid geeft aan in voldoende mate betrokken te zijn. Het op tijd betrekken van waterschappen gebeurt vooral bij structuurvisies, bij andere planvormen zoals bestemmingsplannen, omgevingsplannen en verordeningen gebeurt dit in mindere mate. De betrokkenheid bij exploitatieovereenkomsten neemt langzaam toe. Deze overeenkomsten zijn van belang voor het klimaatbestendig bouw- en woonrijp maken van terreinen. In sommige gevallen worden de actuele opgaven – bijvoorbeeld als het gaat om klimaatbestendig bouwen – in de adviezen meegenomen. Daarbij is vooral aandacht voor de gevolgen van extreme neerslag.
De onderliggende data, die zijn aangeleverd door de waterschappen, zijn ontsloten via het Waves-dashboard. Hierin staan de financiën en je vindt er gegevens over bijvoorbeeld werkzaamheden op het gebied van waterveiligheid, schoon en voldoende water en het zuiveren van rioolwater. Via Waves kunnen waterschappen gemakkelijk met elkaar worden vergeleken op verschillende thema’s. Zo zijn de waterschappen transparant over hun kosten en baten én kunnen zij van elkaar leren om zo gezamenlijk te verbeteren.
vrijdag 18 oktober 2024
Schadelijke lozingen van afvalwater op het riool blijven vaak buiten beeld
De meeste lozingen van afvalwater vinden plaats op de riolering. Deze indirecte lozingen moeten voldoen aan strenge eisen. Een van de vereisten is dat de stoffen in het afvalwater de werking van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) niet mogen verstoren. Toch vinden de voor de rioolwaterzuiveringen verantwoordelijke waterschappen steeds vaker stoffen in het water die bij de zuivering moeilijk te verwijderen zijn, zegt Erwin. "Onze rwzi’s hebben het steeds zwaarder te verduren. Dit komt onder meer door stoffen die worden geloosd door bedrijven.
Hoe groot het aandeel van ongewenste stoffen uit bedrijfslozingen precies is, is lastig te zeggen. Het probleem is namelijk dat er weinig grip is op indirecte lozingen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor indirecte lozingen. De vergunningverlening, het toezicht en de handhaving hebben ze uitbesteed aan omgevingsdiensten. In de praktijk blijkt dat deze taken niet bij elke omgevingsdienst even hoog op het lijstje staan. Dat is niet per se de schuld van de diensten zelf, maar heeft vooral te maken met bestuurlijke prioriteiten. Als gemeenten weinig geld vrijmaken voor de aanpak van lozingen, hebben omgevingsdiensten ook minder middelen voor het inzetten van mensen voor controles en om te investeren in kennis over stoffen."
Een ander probleem is dat omgevingsdiensten allemaal op een andere manier werken. Elke dienst heeft een eigen systeem waarop ze hun data verwerken. Dat maakt het heel lastig om een goed overzicht te krijgen van alle indirecte lozingen, voor zover deze informatie al beschikbaar is.
De Omgevingswet maakt het aanpakken van het probleem er niet eenvoudiger op. De wet geeft bevoegde gezagen meer ruimte om landelijke regels aan te scherpen of uit te breiden. Gemeenten kunnen dat doen in de omgevingsvergunning. Dat klinkt positief, want je kunt beter sturen op stoffen die relevant zijn. Maar dat werkt alleen als waterkwaliteit hoog op de agenda staat.
donderdag 17 oktober 2024
80 procent minder medicijnresten door extra zuiveringsstap afvalwater Amstelveen
De rioolwaterzuivering Amstelveen krijgt een extra stap met ozon en koolstof om het afvalwater schoner te maken. Ook worden bacteriën en virussen uit het afvalwater verwijderd met uv-licht. Door de extra stap komt er minder voeding zoals fosfor en stikstof in het water. Ook komt 80% minder medicijnresten terecht in het water dat uit de rioolwaterzuivering naar de rivier de Amstel gaat. Het waterschap wil dat alle 11 rioolwaterzuiveringen voor 2035 deze extra stap hebben.
Medicijnresten komen in het rioolwater via bijvoorbeeld de douche, de keuken en het toilet. Daarna komt dit door de rioolwaterzuivering in het oppervlaktewater terecht. Medicijnresten zijn slecht voor de natuur. Pijnstillers zijn bijvoorbeeld schadelijk voor vissen en door anticonceptiemiddelen kan het geslacht van vissen veranderen. Ook het gedrag van kleine waterkreeftjes en vissen kan veranderen door medicijnen tegen psychose. Ook zitten er veel voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor in afvalwater. Voedingsstoffen zorgen ervoor dat algen groeien. Dit maakt het water troebel en dat is slecht voor het leven in de Amstel.
De rioolwaterzuivering maakt het afvalwater in verschillende stappen schoon. Als extra stap bij het schoonmaken voegt het waterschap ozon toe aan het afvalwater. De ozon breekt de medicijnresten af zodat de natuur dit kan verwerken. Daarna worden de medicijnresten en voedingsstoffen met actiefkool uit het afvalwater gehaald. Bij de laatste stap worden bacteriën en virussen uit het schone water gehaald met uv-licht.
woensdag 16 oktober 2024
Onderzoek Deltares leidt niet tot herkomst dinoterb
Jos Beemsterboer, portefeuillehouder integraal waterbeheer landelijk gebied bij HHNK: 'De aanwezigheid van een verboden stof zoals dinoterb, jaren nadat de stof niet meer gebruikt is, maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk het is om met alle partijen te blijven werken aan de waterkwaliteit. Dat is een gezamenlijke opgave. Waarbij het uitgangspunt wat ons betreft moet zijn: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. HHNK gaat onverminderd door met de aanpak van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en zet in op bronaanpak, het voorkomen van vervuiling en reductie. Daarnaast is een extra impuls voor waterkwaliteit in voorbereiding. HHNK zal partijen hierbij nadrukkelijk aanspreken op hun rol.'
FHHNK heeft als ambitie dat in 2027 al het water in zijn beheergebied schoon en gezond is en voldoet aan de KRW-normen. Dat is een stevige uitdaging en niet geheel haalbaar. Het is sterk afhankelijk van onder andere de voedselrijkheid, met de natuurlijke stoffen stikstof en fosfor. Ook speelt de historische belasting van de bodem mee bij de opgave om de doelen te halen. Sinds 2009 werkt HHNK al volop aan de gezamenlijke opgave van de KRW om de waterkwaliteit te verbeteren. Door onder andere de invloed van landbouw en andere menselijke activiteiten op het water te minimaliseren en de vismigratie te bevorderen. De afgelopen twee jaar is er een breed politiek en maatschappelijk besef gegroeid dat er meer nodig is om de KRW-doelen in 2027 te halen. Daarom bereidt HHNK een extra pakket maatregelen voor. Zwaarwegend in deze maatregelen zijn onder andere het verminderen van emissies, het actualiseren van de herkomst van stoffen als stikstof en fosfor, het verminderen van indirecte lozingen en uiteraard de inzet van het eigen instrumentarium.
dinsdag 15 oktober 2024
Testen en oefenen na officiële opening sluis Terneuzen
De bulkcarrier voer onder tromgeroffel en met rookkometen in de kleuren van de Nederlandse en Belgische vlag de Nieuwe Sluis uit, op weg naar Gent. Het is het grootste schip dat ooit richting Gent voer.
De Nieuwe Sluis is 427 m lang, 55 m breed en 16,44 m diep. De sluis is geschikt voor grote zeeschepen tot 366 m lang, 49 m breed en 14,5 m diep. De Nieuwe Sluis is gebouwd binnen het bestaande sluizencomplex in Terneuzen, in het havengebied van North Sea Port. De Middensluis, sinds 1910 in gebruik, maakte plaats voor de Nieuwe Sluis.
De Nieuwe Sluis maakt samen met de Westsluis en de Oostsluis deel uit van de Noordzeesluizen. In 2023 passeerden 56.000 schepen dit sluizencomplex. Naar verwachting groeit dit aantal tot 96.000 in 2040. Het sluizencomplex ligt dicht bij de binnenstad van Terneuzen. Behalve dat schepen het complex passeren, is het sluizencomplex een belangrijke ontsluitingsroute voor wegverkeer.
Daarnaast maakt de Nieuwe Sluis onderdeel uit van de primaire waterkering. De Nieuwe Sluis ligt op 9,5 m boven NAP en is daarmee voorbereid op een stijging van de zeespiegel. De Nieuwe Sluis wordt ook gebruikt voor het spuien van overtollig water vanuit Vlaanderen via het Kanaal Gent-Terneuzen.
De aanleg van de Nieuwe Sluis startte in 2017 en wordt in 2024 afgerond. Tijdens de bouw kon het (vaar)wegverkeer grotendeels doorgaan. De capaciteit van het sluizencomplex bleef dankzij het tijdelijke Kapitein Rooiboskanaal nog tot oktober 2021 op peil.
Het wegverkeer kreeg tijdens de bouw te maken met diverse wegomleggingen en snelheidsbeperkingen, maar ondervond verder weinig hinder van de bouw. Bewoners van de binnenstad van Terneuzen kregen te maken met geluid- en trillinghinder als gevolg van de bouw.
Het gebruik van explosieven in maart 2022 voor de sloop van de Middensluis leidde tot schade aan bebouwing in de binnenstad en een honderdtal schadeclaims van bewoners. Na een grondige evaluatie van deze gebeurtenis werd de werkwijze voor de sloop van de Middensluis aangepast. Ook de schades zijn inmiddels afgehandeld.
Na de officiële opening van de Nieuwe Sluis volgt nog een periode van testen en oefenen voordat de sluis in gebruik genomen wordt. Deze periode van ‘inleren’ neemt naar verwachting enkele maanden in beslag.
maandag 14 oktober 2024
Zeegras breidt zich weer verder uit in de Waddenzee
Dat zeegras in 2024 op alle locaties in de Waddenzee redelijk tot goed is aangeslagen is de belangrijkste conclusie die uit de monitoring getrokken kan worden.
Bij Ameland is de ontwikkeling van de zeegrasvelden zelfs zo veelbelovend dat er in de toekomst grootschalig herstel mogelijk lijkt. ‘We weten alleen pas na een aantal seizoenen of het zeegras zich definitief vestigt op die locaties. Omdat groot zeegras eenjarig is, en elk jaar uit zaad opkomt, weten we bij Waardgronden en Ballastplaat pas in de zomer van 2025 of deze locaties ook geschikt zijn voor zaadoverleving in de winter,’ aldus professor dr. Laura Govers van Rijksuniversiteit Groningen.
Bij Ameland en Griend is er meer zekerheid. Daar zijn de zeegrasvelden namelijk de afgelopen jaren door inzaaien en natuurlijke groei flink groter geworden. ‘We zien dat het zeegras zich op sommige plekken op het Wad goed ontwikkelt, terwijl andere locaties niet of minder goed aanslaan. Toch kunnen ook de minder succesvolle locaties bijdragen aan de kennisontwikkeling voor zeegrasherstel. Door omgevingsfactoren van de verschillende locaties met elkaar te vergelijken leren we steeds een beetje meer,’ aldus ecoloog Michelle Marijt van Altenburg & Wymenga.
Hoewel Griend qua oppervlakte groter is geworden is het aantal planten per hectare in 2024 minder dan andere jaren. Dit kan verschillende oorzaken hebben. In de natuur fluctueren populaties elk jaar als gevolg van weersomstandigheden en jaar tot jaar verschillen in lokale condities, zoals sedimentatie en erosie of zaadpredatoren. Dergelijke fluctuaties zijn heel normaal. Onderzoekers van het consortium blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
Zeegrasherstel is als doel opgenomen in de Kaderrichtlijn Water (KRW). We hebben nu de opgave om daar aan te werken, zowel in de Waddenzee als de Zeeuwse Delta. Voor het creëren van zelfredzame zeegrasvelden is veel kennis en expertise nodig. Daarom werken Witteveen+Bos, Rijksuniversiteit Groningen, The Fieldwork Company en Altenburg & Wymenga aan het 5-jarige zeegrasherstelproject.
vrijdag 11 oktober 2024
Meer Brabantse bedrijven gaan betalen voor grondwatergebruik
Niet langer betalen alleen bedrijven die meer dan 150.000 m3 grondwater per jaar oppompen, de grens wordt namelijk verlaagd naar 50.000 m3. Dit betekent concreet dat waar voorheen 27 bedrijven, inclusief 2 drinkwaterbedrijven, betaalden voor het extra oppompen van grondwater, er vanaf 1 januari 2026 tussen de 200 en 500 bedrijven meer aan deze heffing gaan bijdragen. Het geld dat deze maatregel oplevert, wordt ingezet voor de financiering van het herstel van het grondwatersysteem.
Onzekerheid over het weer neemt toe. Perioden van hevige regen wisselen af met langdurige droogte. Dit vraagt om een klimaatbestendig en veerkrachtig water- en bodemsysteem in Brabant. Nieuwe maatregelen zijn nodig om hieraan bij te dragen. Eén van die nieuwe maatregelen is de verbreding van de grondwaterheffing. Als dit voorstel van Gedeputeerde Staten door Provinciale Staten wordt aangenomen, gaan bedrijven vanaf 2026 belasting betalen over het grondwater dat ze gebruiken boven de 50.000 m3.
De ambitie om de grondwaterheffing te verbreden, stond in het provinciale bestuursakkoord 2023-2027. Het is voor de provincie belangrijk en logisch dat de gebruiker van grondwater daar ook voor betaalt. Dit betekent dat bedrijven vanaf 1 januari 2026 gaan betalen voor het grondwater dat ze boven de grens van 50.000 m3 per jaar oppompen. Deze 50.000 m3/jaar is een hoeveelheid water die vergelijkbaar is met een voetbalveld dat 10 meter onder water staat.
De maatregel kan, afhankelijk van de weersomstandigheden, gevolgen hebben voor zo'n 200-500 bedrijven in Brabant. De bedrijven die nu vanaf 150.000 m3 betalen, betalen per 2026 ook vanaf 50.000 m3 gebruik. De grondwaterheffing bedraagt zo’n 4 cent per m3.
donderdag 10 oktober 2024
Leiding vervangen in Natura 2000 gebied Westerschouwen
Omroep Zeeland interviewde Annette Ottolini om te horen hoe Evides deze klus klaart, gezien de kwetsbaarheid van dit Natura 2000 terrein, de belangen van allerlei partijen (Waterschap Scheldestromen, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, gemeente Schouwen-Duiveland en de provincie Zeeland), de hier recreërende toeristen waar rekening mee gehouden moet worden en de toenemende problemen bij het verkrijgen van vergunningen voor werkzaamheden.
Naast Annette komen boswachter Marijke Lieman en provinciebestuurder Dick van der Velde aan het woord. Uit het artikel blijkt dat tijdig beginnen, een goede samenwerking, korte lijntjes en begrip voor elkaars belangen de kern zijn van het succes. En natuurlijk: onderkenning van het belang van de drinkwatervoorziening.
woensdag 9 oktober 2024
Provincie Zuid-Holland wil het aantal rivierkreeften terugdringen
Het aantal Amerikaanse rivierkreeften is explosief toegenomen en vormen daardoor een groot probleem in Zuid-Holland en de rest van Nederland. Deze rivierkreeften, die van nature niet in Nederland voorkomen, hebben een negatief effect op de biodiversiteit, het ecosysteem en de waterkwaliteit. De kreeft eet en vernield bijvoorbeeld waterplanten. Dit heeft gevolgen voor dieren die van nature wel in onze wateren voorkomen en die afhankelijk zijn van deze planten. De restanten van de planten vormen bagger, dat slecht is voor de waterkwaliteit. Ook zijn de graafactiviteiten van deze diertjes een potentieel risico voor dijken en oevers.
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken richten zich met name op de negatieve impact van de rivierkreeft op de biodiversiteit en de watersystemen. Een perspectief over hoe het probleem opgelost kan worden ontbreekt. Zo is het onduidelijk welke inrichting van het watersysteem, bijvoorbeeld aanpassingen aan de bodem van sloten of aan de waterkant, de populatiegroei van rivierkreeften remt. Ook is er nog geen bewezen effectief vangmiddel ontwikkeld dat het probleem tegen aanvaardbare kosten snel en blijvend oplost.
Wat wel duidelijk is, is dat het met de huidige kennis, kunde en financiële middelen nu niet reëel is om de gehele rivierkreeftenpopulatie weg te nemen. Daarom zetten we met deze pilot in op het gelijktijdig wegvangen en opdoen van ervaring, zodat we tot een aanpak kunnen komen die ook in andere gebieden dan de Krimpenerwaard is in te zetten. Gelijktijdig werken we aan een overzicht van locaties waar de gevolgen en risico’s het grootst zijn.
In 2021 is de provincie samen met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een eerste gezamenlijke pilot gestart in de Krimpenerwaard voor het wegvangen van de rivierkreeften. Na afloop van deze pilot in 2023 bleef een gecoördineerde aanpak vanuit het Rijk uit. Om door te kunnen gaan met het afvangen van de rivierkreeften heeft Provinciale Staten in juli 2024 een bedrag van €200.000,- vrijgemaakt. Op aandringen van voormalig gedeputeerde Jeannette Baljeu heeft LVVN begin september aanvullend 200.000 euo beschikbaar gesteld.
dinsdag 8 oktober 2024
Nieuwe maatregel tegen de razendsnelle bevergroei in Zuid-Nederland
De levensstijl van deze zacht- en bruinbehaarde dieren hebben steeds meer gevolgen binnen Zuid-Nederland. Niet gek, aangezien beverfamilies zich onder goede leefomstandigheden snel verdubbelen.
Daarom is het belangrijk om deze bevers naar veiligere plekken te leiden op een natuurlijke manier. ‘Met het bepalen van een geschikte aanpak hebben we wel een afweging te maken,
Eerder werkte men al met onder andere de plaatsing van kippengaas om bomen of langs kanaalwanden, waardoor bevers liever ergens anders knagen. Inmiddels experimenteert men met een nieuwe maatregel: het smeren van pasta op bomen.’
Deze pasta, Wöbra, is door de smaak en geur niet bepaald geliefd. Hierdoor zetten ze hun zoektocht naar een fijnere plek voort.
maandag 7 oktober 2024
Is het tij nog te keren voor het koraal in Caribisch Nederland?
Het Nederlandse Caribische eiland Bonaire is omgeven door koraalriffen. Aan de westkant, waar de zee rustig is en ook alle toeristen verblijven, heeft wetenschapper van Wageningen University & Research (WUR) Erik Meesters al jaren een goed beeld van de toestand van het koraalrif. Maar de onderzoeker tropische mariene ecologie wilde ook het koraal aan de andere kant in kaart brengen.
In het voorjaar van 2024 lukte het eindelijk om met een geschikte boot en onder de juiste weersomstandigheden uit te varen naar de oostkant van Bonaire.
Wereldwijd staan koraalriffen onder grote druk. De langzaam groeiende poliepjes zijn voor hun energievoorziening afhankelijk van eencellige algen die in het weefsel van de koralen wonen. Zonder algen houden koralen het niet lang vol. Andere soorten algen kunnen koraal overgroeien of open plekken op de bodem bezet houden, zodat daar geen koralen meer groeien. Een samenspel aan stressfactoren heeft de afgelopen halve eeuw al voor een afname van meer dan 50 procent van het koraal gezorgd. Meesters: ‘Ook in het Caribisch gebied zie ik al jaren achteruitgang.
vrijdag 4 oktober 2024
Investeren in watertechnologie cruciaal
De waterkwaliteit in Nederland vertoont een opvallende tegenstelling: terwijl ons drinkwater tot de beste ter wereld behoort, scoort ons oppervlaktewater een dikke onvoldoende. “We denken graag dat we het goed doen, maar de kwaliteit van ons water in meren, rivieren en sloten blijkt het slechts van heel Europa”, vertelt De Vos.
Niet alleen de kwaliteit, maar ook de kwantiteit van water vormt een uitdaging. Extreem weer, mede veroorzaakt door toenemende klimaatverandering, zorgde de afgelopen jaren al voor extreem droge periodes. Toen weigerden drinkwaterbedrijven in bepaalde regio’s, zoals Twente, Utrecht en delen van Brabant, al regelmatig nieuwe bedrijven een drinkwateraansluiting, omdat ze niet voldoende schoon water konden garanderen.
De onderzoeksgroep van De Vos, Membrane Surface Science, ontwikkelde nieuwe, innovatieve membranen waarbij een uiterst selectief membraan, laagje voor laagje wordt opgebouwd. Deze membranen kunnen bijvoorbeeld medicijnresten en PFAS uitermate efficiënt verwijderen, terwijl het membraan de waardevolle mineralen juist in het water achterlaat. Ook als niet precies bekend is welke vervuilingen er in het water zitten – zoals recent duidelijk werd voor de Maas – kunnen membranen het waarschijnlijk filteren.
Deze techniek was zo veelbelovend dat hij al is doorontwikkeld en op de markt gebracht door bedrijven als Pentair X-Flow en NX Filtration. Dat zijn lokale Twentse bedrijven die behoren tot de absolute wereldtop als het gaat om membranen voor schoon water.
Dit soort membraantechnologie kan voor voldoende drinkwater in Nederland zorgen door bijvoorbeeld industrieel afvalwater te zuiveren en meteen her te gebruiken.
donderdag 3 oktober 2024
Waterschappen wekken meer energie op, maar bereiken energieneutraliteit later
Dat blijkt uit de ‘Klimaatmonitor Waterschappen’. Het rapport geeft inzicht in de voortgang van de ambities van de waterschappen op het gebied van energie, klimaat en duurzaamheid.
Er zijn steeds meer ontwikkelingen die de realisatie van klimaatambities beïnvloeden. Denk aan netcongestie, striktere waterkwaliteitseisen, stijgende kosten en politieke discussies in de regio over bijvoorbeeld locaties voor zon- en windenergieprojecten. Den Hertog: “Nieuwe energieprojecten lopen daardoor vertraging op. Waterschappen gaan het doel van energieneutraliteit sowieso halen, maar waarschijnlijk wel iets later dan de huidige ambitie van 2025.”
In de Klimaatmonitor staan kaarten, die laten zien waar waterschappen in Nederland al aquathermie- en zon-op-waterprojecten hebben gerealiseerd. En waar elektriciteit wordt opgewekt en teruggeleverd.
De uiteindelijke ambitie van de waterschappen is om in 2035 klimaatneutraal te zijn. Ook willen de waterschappen in 2050 volledig circulair zijn, met als tussenstap een vermindering van 50% in het gebruik van primaire grondstoffen in 2030.
Belangrijkste cijfers uit de Klimaatmonitor over 2023:
Opwekking duurzame energie
• Stijging eigen opwekking van duurzame energie met 343 TJ (8,2%) tot 4.505 TJ (met name door nieuwe windturbines).
• Biogas uit rioolwaterslib blijft de grootste bron van duurzame energie, met 66% van de eigen opwekking. In totaal is 33 miljoen m³ biogas opgewaardeerd tot 22,5 miljoen m³ groen gas.
Emissies en energieverbruik
• De waterschappen hebben CO2-emissies verlaagd, zowel voor scope 1 (eigen activiteiten) als scope 2 (indirecte emissies voor energie die is ingekocht). De totale CO2-uitstoot verminderde met ruim 14% tot 684 kton. Hiermee zijn de waterschappen op weg naar klimaatneutraliteit.
• Scope 2-emissies daalden met 56%, met name doordat waterschappen meer Nederlandse groen stroom zijn gaan inkopen in plaats van Europese groene stroom.
• Stijging totale energieverbruik met bijna 8%, grotendeels door het intensievere gebruik van gemalen vanwege de vele neerslag.
• Waterschappen zetten ook steeds meer in op het verminderen van broeikasgassen zoals lachgas en methaan.
Duurzaam opdrachtgeverschap en circulariteit
• De waterschappen verbeteren hun inzicht in de milieu-impact van ingekochte grondstoffen. Driekwart van de waterschappen heeft een nulmeting uitgevoerd om inzicht te krijgen in hun materiaalgebruik en een kwart monitort op circulariteit.
• De åçO2-Prestatieladder is een belangrijke tool geworden om duurzaamheid te structureren, met 12 gecertificeerde waterschappen en nog vijf in de planning.
• Er zijn verdere åçstappen gezet in CO2-beprijzing, met elf waterschappen die dit intern toepassen en twee die het gebruiken in aanbestedingen.
• Er is steeds meer aandacht voor biodiversiteit; zes waterschappen nemen biodiversiteit en natuur inclusief bouwen structureel mee in bouwprojecten.
Vervoer en mobiliteit
• Na de tijdelijke verlaging in de coronapandemie is in 2023 het zakelijk verkeer met personenauto’s weer op het niveau van 2019.
• Woon-werkverkeer met een privéauto is in 2023 terug naar 65% van het pre-coronaniveau.
• Het brandstofverbruik van het eigen wagenpark van waterschappen daalde in 2023 met 11% en de daaraan verbonden CO2-uitstoot verminderde met 16%, dankzij vergroening van het wagenpark.
• Het aantal elektrische auto's steeg met 56%, met als resultaat een jaarlijkse besparing van 500 tot 1000 ton CO2.
woensdag 2 oktober 2024
Stormseizoen van start: Rijkswaterstaat test waterkeringen en voert nieuwe maatregelen in
Dit doet men door stormvloedkeringen te testen, continu kustonderhoud uit te voeren en ervoor te zorgen dat de waterkeringen in goede conditie zijn. In 2024 zijn er ook twee nieuwe keersluizen op de Afsluitdijk in gebruik genomen en is de dijk op Vlieland versterkt.
Aan het begin van het hoogwaterseizoen voert Rijkswaterstaat zoals elk jaar uitgebreide tests uit op de 6 stormvloedkeringen in Nederland. Op 1 oktober 2024 is de Ramspolkering aan de beurt. Tijdens deze test wordt 3.500.000 liter lucht en water in de 3 grote balgen van de kering gepompt, waardoor deze de waterweg volledig afsluit en het achterland van Overijssel beschermt.
Tijdens storm Pia (21 december 2023) sloot de Maeslantkering in de avond. Het was voor het eerst dat de waterkering sloot met de hoge waterstanden.
Het IJsselmeer is op winterpeil gezet. Dat is een afspraak uit het peilbesluit. Ook zijn er in 2024 extra maatregelen gerealiseerd om de waterveiligheid verder te verbeteren. De twee nieuwe keersluizen bij Den Oever en Kornwerderzand op de Afsluitdijk zijn nu volledig in gebruik. Deze sluiscomplexen bieden extra bescherming tegen hoogwater vanaf de Noordzee en Waddenzee.
Ook op Vlieland zijn extra maatregelen getroffen. De Omringdijk aan de zuidkant van het eiland is versterkt om het eiland beter te beschermen tegen overstromingen vanuit zowel de Noordzee als de Waddenzee. Deze versterking maakt onderdeel uit van het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
De kustlijn houdt men ook op orde. Dat gebeurt met zandsuppleties. Daarbij brengen baggerschepen zand uit de Noordzee aan op het strand of op de zeebodem vlak voor de kust.
Tijdens het stormseizoen staat Rijkswaterstaat continu paraat. Vanuit het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) worden waterstanden nauwlettend in de gaten gehouden en wordt er op tijd gewaarschuwd bij dreiging van hoogwater. Dit stelt waterbeheerders in staat om snel actie te ondernemen, bijvoorbeeld door coupures te sluiten of dijkbewaking in te stellen.
dinsdag 1 oktober 2024
Controle op onderhoud sloten start 1 november
Sloten zijn belangrijk voor het waterbeheer in het rivierengebied. In de natte winter voert een sloot het teveel aan water af. Voldoende doorstroming helpt de waterhuishouding en de waterkwaliteit. Een sloot is ook het leefgebied van flora en fauna. Daarom mag buiten het doorstroomprofiel begroeiing blijven staan, zo lang het water niet wordt belemmerd.
Eigenaren moeten zorgen dat het doorstroomprofiel van de sloot en duikers vrij is van planten, vuil en andere materialen. Ook schade aan oevers of taluds moet zijn hersteld. Is het onderhoud niet op orde, dan volgen een waarschuwing en een herschouw. Is het onderhoud dan nog niet op orde, dan voert het waterschap het uit op kosten van de eigenaar.