Er komt verandering aan voor bedrijven in Brabant die veel grondwater oppompen. De provincie Noord-Brabant wil de grens voor de grondwaterheffing vanaf januari 2026 verlagen.
Niet langer betalen alleen bedrijven die meer dan 150.000 m3 grondwater per jaar oppompen, de grens wordt namelijk verlaagd naar 50.000 m3. Dit betekent concreet dat waar voorheen 27 bedrijven, inclusief 2 drinkwaterbedrijven, betaalden voor het extra oppompen van grondwater, er vanaf 1 januari 2026 tussen de 200 en 500 bedrijven meer aan deze heffing gaan bijdragen. Het geld dat deze maatregel oplevert, wordt ingezet voor de financiering van het herstel van het grondwatersysteem.
Onzekerheid over het weer neemt toe. Perioden van hevige regen wisselen af met langdurige droogte. Dit vraagt om een klimaatbestendig en veerkrachtig water- en bodemsysteem in Brabant. Nieuwe maatregelen zijn nodig om hieraan bij te dragen. Eén van die nieuwe maatregelen is de verbreding van de grondwaterheffing. Als dit voorstel van Gedeputeerde Staten door Provinciale Staten wordt aangenomen, gaan bedrijven vanaf 2026 belasting betalen over het grondwater dat ze gebruiken boven de 50.000 m3.
De ambitie om de grondwaterheffing te verbreden, stond in het provinciale bestuursakkoord 2023-2027. Het is voor de provincie belangrijk en logisch dat de gebruiker van grondwater daar ook voor betaalt. Dit betekent dat bedrijven vanaf 1 januari 2026 gaan betalen voor het grondwater dat ze boven de grens van 50.000 m3 per jaar oppompen. Deze 50.000 m3/jaar is een hoeveelheid water die vergelijkbaar is met een voetbalveld dat 10 meter onder water staat.
De maatregel kan, afhankelijk van de weersomstandigheden, gevolgen hebben voor zo'n 200-500 bedrijven in Brabant. De bedrijven die nu vanaf 150.000 m3 betalen, betalen per 2026 ook vanaf 50.000 m3 gebruik. De grondwaterheffing bedraagt zo’n 4 cent per m3.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten