Utrechtse waterschappen roepen provinciale coalitiepartners op: pak regie in energietransitie en klimaatadaptatie
De Utrechtse waterschappen vragen de coalitiepartners van de provincie Utrecht om de regie te pakken in vraagstukken op het gebied van energietransitie en klimaatadaptatie in combinatie met woningbouw. De vier waterschappen Vallei en Veluwe, De Stichtse Rijnlanden, Amstel, Gooi en Vecht en Rivierenland stuurden vlak voor de verkiezingen al een brief, en lichtten deze tijdens de bijeenkomst op 8 mei met coalitiepartners nogmaals toe.
In de regio Utrecht is de behoefte aan woningen groot en is een grote energietransitie-opgave. In de Nationale Woonagenda is opgenomen dat nieuw te bouwen woningen en woonwijken klimaatbestendig moeten zijn, onder andere door voldoende ruimte in te richten voor water en groen. Omdat de stad Utrecht de een-na-grootste klimaatadaptatie-opgave van Nederland heeft is het van belang om klimaatadaptatie een centrale rol in het proces te geven. Dit kan inspiratie bieden voor de regio, zoals ‘Amsterdam Rainproof’ dit doet voor de regio rondom Amsterdam.
De waterschappen vragen ook aandacht voor de grote potentie van aquathermie. Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) en afvalwater (TEA) kunnen in meer dan 50% van de nationale warmtevraag in de gebouwde omgeving voorzien. In de provincie Utrecht ligt dit percentage nog hoger. Deze oplossing heeft meerdere voordelen; het heeft nagenoeg geen impact op ruimte en landschap én kan tegelijk ook hittestress tegengaan. Een voorbeeld is TEA op de rioolwaterzuivering Utrecht. Eneco bouwt hier samen met waterschap HDSR de grootste warmtepomp van Nederland. Deze zal warmte uit gezuiverd afvalwater onttrekken ten behoeve van 10.000 woningen. Ook in het landelijk gebied liggen grote kansen om warmte en koude uit water te benutten voor het verwarmen en koelen van de gebouwde omgeving. Een voorbeeld hiervan is de gemeente De Ronde Venen waar sprake is van een groot areaal aan oppervlaktewater (TEO) gecombineerd met een nieuwbouwopgave.
Juist voor de provincie Utrecht is aquathermie een passende oplossing, omdat de energievraag vooral uit laag-calorische warmte bestaat en er weinig andere warmtebronnen beschikbaar zijn. De toepassing van aquathermie is nog geen gemeengoed en bevindt zich veelal nog in een pilot fase. Het vergt een stimulerende provincie die de potentie omarmt en de toepassing aanmoedigt.
Ook in andere dossiers vragen de waterschappen om een actieve rol van de provincie in de samenwerking voor toekomstbestendig waterbeheer. Het gaat dan onder meer om samenwerking in het veenweidegebied bij bodemdaling en investeren in een verbetering van de leefomgeving van de Lekdijken, gelijk opgaand met de versterking van deze dijken.
Onder de naam Sterke Lekdijk wordt voor de dijken ten noorden van de Lek de komende jaren honderden miljoenen euro’s geïnvesteerd om de Lekdijk nog veiliger te maken. Samen met de provincie en andere gebiedspartners heeft De Stichtse Rijnlanden de ambitie om daarbij ook een verbetering van de leefomgeving te realiseren. Vorig jaar zetten Provinciale Staten een belangrijke stap door vaststelling van het ambitiedocument Sterke Lekdijk. In de komende coalitieperiode moeten deze ambities vertaald worden naar concrete investeringsprogramma’s. Een reservering van provinciale middelen is nu een essentiële stap om van dit project meer te maken dan een reguliere dijkversterking.
In de regio Utrecht is de behoefte aan woningen groot en is een grote energietransitie-opgave. In de Nationale Woonagenda is opgenomen dat nieuw te bouwen woningen en woonwijken klimaatbestendig moeten zijn, onder andere door voldoende ruimte in te richten voor water en groen. Omdat de stad Utrecht de een-na-grootste klimaatadaptatie-opgave van Nederland heeft is het van belang om klimaatadaptatie een centrale rol in het proces te geven. Dit kan inspiratie bieden voor de regio, zoals ‘Amsterdam Rainproof’ dit doet voor de regio rondom Amsterdam.
De waterschappen vragen ook aandacht voor de grote potentie van aquathermie. Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) en afvalwater (TEA) kunnen in meer dan 50% van de nationale warmtevraag in de gebouwde omgeving voorzien. In de provincie Utrecht ligt dit percentage nog hoger. Deze oplossing heeft meerdere voordelen; het heeft nagenoeg geen impact op ruimte en landschap én kan tegelijk ook hittestress tegengaan. Een voorbeeld is TEA op de rioolwaterzuivering Utrecht. Eneco bouwt hier samen met waterschap HDSR de grootste warmtepomp van Nederland. Deze zal warmte uit gezuiverd afvalwater onttrekken ten behoeve van 10.000 woningen. Ook in het landelijk gebied liggen grote kansen om warmte en koude uit water te benutten voor het verwarmen en koelen van de gebouwde omgeving. Een voorbeeld hiervan is de gemeente De Ronde Venen waar sprake is van een groot areaal aan oppervlaktewater (TEO) gecombineerd met een nieuwbouwopgave.
Juist voor de provincie Utrecht is aquathermie een passende oplossing, omdat de energievraag vooral uit laag-calorische warmte bestaat en er weinig andere warmtebronnen beschikbaar zijn. De toepassing van aquathermie is nog geen gemeengoed en bevindt zich veelal nog in een pilot fase. Het vergt een stimulerende provincie die de potentie omarmt en de toepassing aanmoedigt.
Ook in andere dossiers vragen de waterschappen om een actieve rol van de provincie in de samenwerking voor toekomstbestendig waterbeheer. Het gaat dan onder meer om samenwerking in het veenweidegebied bij bodemdaling en investeren in een verbetering van de leefomgeving van de Lekdijken, gelijk opgaand met de versterking van deze dijken.
Onder de naam Sterke Lekdijk wordt voor de dijken ten noorden van de Lek de komende jaren honderden miljoenen euro’s geïnvesteerd om de Lekdijk nog veiliger te maken. Samen met de provincie en andere gebiedspartners heeft De Stichtse Rijnlanden de ambitie om daarbij ook een verbetering van de leefomgeving te realiseren. Vorig jaar zetten Provinciale Staten een belangrijke stap door vaststelling van het ambitiedocument Sterke Lekdijk. In de komende coalitieperiode moeten deze ambities vertaald worden naar concrete investeringsprogramma’s. Een reservering van provinciale middelen is nu een essentiële stap om van dit project meer te maken dan een reguliere dijkversterking.
Geen opmerkingen: