Oratie Kathelijne Wijnberg: Een duurzaam bewoonbare kust
Wereldwijd wonen mensen graag aan de kust. De zee en het strand zijn aantrekkelijk en vormen de basis voor toerisme als belangrijke bedrijfstak in de kusteconomie. De kust is altijd in beweging, dus is het wel zo verstandig om aan zee te wonen? En hoe houdbaar is dit op de lange termijn met doorgaande zeespiegelstijging? Professor Kathelijne Wijnberg van de Universiteit Twente noemt het ‘Living on the Edge”. Zij bestudeert kusten en de processen die haar veranderen en gebruikt deze kennis om duurzame oplossingen voor kustproblemen te ontwikkelen. De natuur en wonen aan de kust kan hand in hand gaan als de mens de natuur iets meer vrij spel zou geven. Op 2 mei hield Wijnberg haar oratie.
“Waarschijnlijk denken de meeste mensen er niet over na, maar in West-Nederland wonen we onder de zeespiegel en hebben we de duinen nog altijd heel hard nodig als bescherming tegen overstromingen. Tijdens stormvloed verdwijnen soms stukken van het duin in de zee. Dit wordt later weer vanzelf hersteld, door dat wind zand naar de duinen blaast waar helmgras dit zand vasthoudt. Tegelijkertijd hebben we dorpen en steden bovenop de duinen gebouwd, waardoor deze dynamiek niet overal meer mogelijk is.” Professor Kathelijne Wijnberg werkt als wetenschapper aan Coastal Systems and Nature-based Engineering bij de faculteit Engineering Technology. “Wonen aan zee kan wel als we rekening houden met de natuurlijke dynamiek. De kust heeft een toeristische en economische functie, maar de natuur speelt uiteindelijk de hoofdrol.”
Een mooi voorbeeld waar natuurlijke processen een hoofdrol spelen is het project ‘De Zandmotor’ vlakbij Den Haag in de Randstad, een in 2011 aangelegd schiereiland voor de kust van Ter Heijde. Door golven, stroming en wind zal dit eiland de komende 20-25 jaar langzaam verdwijnen. Naar verwachting wordt een aanzienlijk deel van dit zand langs de kust verspreid en naar de duinen geblazen om zo de lange termijn veiligheid van de duinen als waterkering in stand te houden. Normaal gesproken vult Rijkswaterstaat om de vijf jaar door zeestromen weggevoerd zand aan met zandstort (zandsuppletie) op het strand en voor de kust. De vijfjaarlijkse zandsuppletie houdt de kustlijn op zijn plek. Met het wereldwijd unieke Zandmotor-concept wordt uitgeprobeerd of kustonderhoud niet veel efficiënter kan en met grotere meerwaarde voor recreatie, kusteconomie en natuur.
Een andere aspect dat Wijnberg met haar promovendi bestudeert is hoe het gebruik van het strand invloed kan hebben op de duinontwikkeling. Op steeds meer plaatsen worden bijvoorbeeld strandhuisjes vlak voor het duin geplaatst, maar staan de strandhuisjes duinvorming in de weg? Of kunnen de huisjes juist een bijdrage leveren? Hoe dicht dienen de huisjes op elkaar te staan? “Misschien zouden we zandophopingen beter achter de huisjes kunnen brengen. Om zodoende duinvorming te stimuleren. Of dienen we juist huisjes op palen te bouwen?”
“Waarschijnlijk denken de meeste mensen er niet over na, maar in West-Nederland wonen we onder de zeespiegel en hebben we de duinen nog altijd heel hard nodig als bescherming tegen overstromingen. Tijdens stormvloed verdwijnen soms stukken van het duin in de zee. Dit wordt later weer vanzelf hersteld, door dat wind zand naar de duinen blaast waar helmgras dit zand vasthoudt. Tegelijkertijd hebben we dorpen en steden bovenop de duinen gebouwd, waardoor deze dynamiek niet overal meer mogelijk is.” Professor Kathelijne Wijnberg werkt als wetenschapper aan Coastal Systems and Nature-based Engineering bij de faculteit Engineering Technology. “Wonen aan zee kan wel als we rekening houden met de natuurlijke dynamiek. De kust heeft een toeristische en economische functie, maar de natuur speelt uiteindelijk de hoofdrol.”
Een mooi voorbeeld waar natuurlijke processen een hoofdrol spelen is het project ‘De Zandmotor’ vlakbij Den Haag in de Randstad, een in 2011 aangelegd schiereiland voor de kust van Ter Heijde. Door golven, stroming en wind zal dit eiland de komende 20-25 jaar langzaam verdwijnen. Naar verwachting wordt een aanzienlijk deel van dit zand langs de kust verspreid en naar de duinen geblazen om zo de lange termijn veiligheid van de duinen als waterkering in stand te houden. Normaal gesproken vult Rijkswaterstaat om de vijf jaar door zeestromen weggevoerd zand aan met zandstort (zandsuppletie) op het strand en voor de kust. De vijfjaarlijkse zandsuppletie houdt de kustlijn op zijn plek. Met het wereldwijd unieke Zandmotor-concept wordt uitgeprobeerd of kustonderhoud niet veel efficiënter kan en met grotere meerwaarde voor recreatie, kusteconomie en natuur.
Een andere aspect dat Wijnberg met haar promovendi bestudeert is hoe het gebruik van het strand invloed kan hebben op de duinontwikkeling. Op steeds meer plaatsen worden bijvoorbeeld strandhuisjes vlak voor het duin geplaatst, maar staan de strandhuisjes duinvorming in de weg? Of kunnen de huisjes juist een bijdrage leveren? Hoe dicht dienen de huisjes op elkaar te staan? “Misschien zouden we zandophopingen beter achter de huisjes kunnen brengen. Om zodoende duinvorming te stimuleren. Of dienen we juist huisjes op palen te bouwen?”
Geen opmerkingen: