Experimenteren met autonoom varen op de TU Delft Campus
Maandag 18 maart opent Minister Cora van Nieuwenhuizen het Researchlab Autonomous Shipping (RAS) op The Green Village bij de TU Delft. Dit nieuwe researchlab biedt een natuurlijke buitenruimte voor experimenten met autonoom varen en is een ontmoetingsplek voor alle partijen die bij de ontwikkeling van autonoom varen betrokken zijn. Smart Shipping stimuleert het slimmer, veiliger en efficiënter varen. Autonoom varen kan bijdragen aan een effectiever gebruik van de infrastructuur, een hogere veiligheid, een vermindering van brandstofverbruik en emissies en een grotere inzetbaarheid van schepen en verlaging van kosten.
“Met het Researchlab Autonomous Shipping (RAS) zetten we een stap dichter naar de realiteit: Vanuit de formules, simulatiemodellen en gecontroleerde overdekte experimenten naar de buitenwereld; met alle onzekerheden die daarbij komen kijken. We beginnen met het op schaal testen van onze groepen van autonome vaartuigen om daarna snel door te schakelen naar een complexere omgeving met ander waterwegverkeer”, aldus Rudy Negenborn (hoogleraar Multi-Machine Operations & Logistics TU Delft).
De Provincie Zuid-Holland ondersteunt het RAS middels subsidie, helpt mee in het verlenen van ontheffing om in het echt te experimenteren op de provinciale vaarwegen en zorgt voor passende wet- en regelgeving. Nu zijn er bijvoorbeeld nog strikte eisen voor het aantal bemanningsleden per type schip en veiligheidssystemen. Doel is om de infrastructuur technisch en juridisch geschikt te maken voor de toekomst. In het voortraject was de provincie actief als kwartiermaker. Het RAS wordt gecombineerd met het reeds bestaande Researchlab Automated Driving Delft (RADD), zodat autonoom rijden en varen actief worden verbonden.
“In het lab kunnen we op schaal laten zien wat de laatste stand van de techniek is voor grootschalige transportproblematiek. Dat inspireert veel meer dan met zijn allen om een vergadertafel zitten,” vertelt Negenborn. Hij werkt in het lab onder andere aan de ontwikkeling van een vloot van modulaire autonome vaartuigen die binnen de haven flexibel kleine hoeveelheden containers kunnen vervoeren. Negenborn: “Op het water is nog aardig wat ruimte, zeker in vergelijking met de weg. Wereldwijd neemt de transportbehoefte almaar toe. De Rotterdamse haven kan de grootste containerschepen ter wereld aan, maar het verwerken van de duizenden containers die zo’n schip vervoert, veroorzaakt files op water, weg en spoor. We kunnen een deel van het probleem oplossen door efficiënter gebruik te maken van het water door in te zetten op de ontwikkeling van autonome vaartuigen. Ook van de verdergaande autonomie van grotere schepen zijn de verwachtingen hoog. Efficiëntere vaarprofielen bijvoorbeeld moeten transport over water duurzamer maken, maar ook een dreigend tekort aan bemanning kan verholpen worden.”
“Met het Researchlab Autonomous Shipping (RAS) zetten we een stap dichter naar de realiteit: Vanuit de formules, simulatiemodellen en gecontroleerde overdekte experimenten naar de buitenwereld; met alle onzekerheden die daarbij komen kijken. We beginnen met het op schaal testen van onze groepen van autonome vaartuigen om daarna snel door te schakelen naar een complexere omgeving met ander waterwegverkeer”, aldus Rudy Negenborn (hoogleraar Multi-Machine Operations & Logistics TU Delft).
De Provincie Zuid-Holland ondersteunt het RAS middels subsidie, helpt mee in het verlenen van ontheffing om in het echt te experimenteren op de provinciale vaarwegen en zorgt voor passende wet- en regelgeving. Nu zijn er bijvoorbeeld nog strikte eisen voor het aantal bemanningsleden per type schip en veiligheidssystemen. Doel is om de infrastructuur technisch en juridisch geschikt te maken voor de toekomst. In het voortraject was de provincie actief als kwartiermaker. Het RAS wordt gecombineerd met het reeds bestaande Researchlab Automated Driving Delft (RADD), zodat autonoom rijden en varen actief worden verbonden.
“In het lab kunnen we op schaal laten zien wat de laatste stand van de techniek is voor grootschalige transportproblematiek. Dat inspireert veel meer dan met zijn allen om een vergadertafel zitten,” vertelt Negenborn. Hij werkt in het lab onder andere aan de ontwikkeling van een vloot van modulaire autonome vaartuigen die binnen de haven flexibel kleine hoeveelheden containers kunnen vervoeren. Negenborn: “Op het water is nog aardig wat ruimte, zeker in vergelijking met de weg. Wereldwijd neemt de transportbehoefte almaar toe. De Rotterdamse haven kan de grootste containerschepen ter wereld aan, maar het verwerken van de duizenden containers die zo’n schip vervoert, veroorzaakt files op water, weg en spoor. We kunnen een deel van het probleem oplossen door efficiënter gebruik te maken van het water door in te zetten op de ontwikkeling van autonome vaartuigen. Ook van de verdergaande autonomie van grotere schepen zijn de verwachtingen hoog. Efficiëntere vaarprofielen bijvoorbeeld moeten transport over water duurzamer maken, maar ook een dreigend tekort aan bemanning kan verholpen worden.”
Geen opmerkingen: