Milieu-impactstudie naar afvoeren urine met contrastmiddelen in ziekenhuizen
Wordt het milieu minder belast als urine met daarin contrastmiddelen in een plaszak via een Afval Energie Centrale worden verwerkt in plaats van afgevoerd via het riool? Tauw heeft naar aanleiding van deze vraag van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een milieu-impactstudie uitgevoerd.
Contrastmiddelen worden in een ziekenhuis gebruikt om betere röntgenfoto’s of scans te maken. Deze middelen worden kort voor de foto of scan in het lichaam van de patiënt gebracht en na de foto of scan weer via de urine uitgescheiden. Deze urine komt via toilet en riolering in de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) terecht. Omdat contrastmiddelen in de RWZI maar in beperkte mate uit het water worden verwijderd, hopen ze zich op in het oppervlakte-/grondwater waardoor ze ook in het drinkwater kunnen terechtkomen. Dit is in de praktijk al aangetoond en is uiteraard ongewenst.
In het Deventer ziekenhuis is een proef gedaan met plaszakken. Van patiënten is, na het maken van een scan, de urine opvangen in plaszakken. Deze zijn met gemengd restafval afgevoerd waardoor er geen contrastmiddelen in het riool, RWZI en oppervlaktewater terechtkomen. Dus ook niet in het drinkwater. Na deze proef rees bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu de vraag of de milieu-impact van verwerken van de urine met daarin de contrastmiddelen in een Afval Energie Centrale (AEC) kleiner is dan bij verwerking via de RWZI, aangezien ook via de reststromen van een AEC verspreiding in het milieu kan optreden.
Uit de milieu-impact studie van Tauw is gebleken dat het inzamelen en verwerken via plaszakken in een AEC veel minder schadelijk is voor het milieu dan verwerking via de RWZI. Bij verwerking via plaszakken in een AEC komen veel minder contrastmiddelen in het milieu. Wel komen enkele van nature al aanwezige stoffen in het milieu. Van deze stoffen worden geen directe gevaren voor mens en/of milieu verwacht.
Contrastmiddelen worden in een ziekenhuis gebruikt om betere röntgenfoto’s of scans te maken. Deze middelen worden kort voor de foto of scan in het lichaam van de patiënt gebracht en na de foto of scan weer via de urine uitgescheiden. Deze urine komt via toilet en riolering in de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) terecht. Omdat contrastmiddelen in de RWZI maar in beperkte mate uit het water worden verwijderd, hopen ze zich op in het oppervlakte-/grondwater waardoor ze ook in het drinkwater kunnen terechtkomen. Dit is in de praktijk al aangetoond en is uiteraard ongewenst.
In het Deventer ziekenhuis is een proef gedaan met plaszakken. Van patiënten is, na het maken van een scan, de urine opvangen in plaszakken. Deze zijn met gemengd restafval afgevoerd waardoor er geen contrastmiddelen in het riool, RWZI en oppervlaktewater terechtkomen. Dus ook niet in het drinkwater. Na deze proef rees bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu de vraag of de milieu-impact van verwerken van de urine met daarin de contrastmiddelen in een Afval Energie Centrale (AEC) kleiner is dan bij verwerking via de RWZI, aangezien ook via de reststromen van een AEC verspreiding in het milieu kan optreden.
Uit de milieu-impact studie van Tauw is gebleken dat het inzamelen en verwerken via plaszakken in een AEC veel minder schadelijk is voor het milieu dan verwerking via de RWZI. Bij verwerking via plaszakken in een AEC komen veel minder contrastmiddelen in het milieu. Wel komen enkele van nature al aanwezige stoffen in het milieu. Van deze stoffen worden geen directe gevaren voor mens en/of milieu verwacht.
Geen opmerkingen: