Wageningen UR onderzoekt gif TTX in Oosterschelde
In een aantal partijen mosselen en oesters uit het oostelijke en noordelijke deel van de Oosterschelde is het gif tetrodotoxine (TTX) aangetroffen. De schelpdieren worden op dit moment dagelijks getest door het RIKILT en IMARES onderzoekt de bron van het gif in de Oosterschelde en de mogelijkheden van het ontgiften van mosselen en oesters. Overige onderzochte schelpdiermonsters, afkomstig uit schelpdierproductiegebieden zoals bv de Waddenzee en andere delen van de Oosterschelde zijn vrij van toxines en zijn dus veilig voor consumptie.
Tetrodotoxine (TTX) is een neurotoxine die van nature voorkomt in (sub)tropische zeeën. Het gif, zeer waarschijnlijk geproduceerd door een bacterie, kan (direct of indirect) via bodem, water of algen in schelpdieren terechtkomen. Zelfs in zeer geringe hoeveelheden kan TTX het menselijk zenuwstelsel al aantasten, daarom wordt het gereguleerd door de overheid. TTX is vooral bekend doordat het in kogelvissen kan zitten. In Japan, waar ze deze vis graag eten, worden per jaar tientallen mensen ziek na het eten van kogelvis.
Het is nog onduidelijk hoe het gif in de Oosterschelde is terechtgekomen of hoe het is ontstaan. De oorzaak zou in bacteriën kunnen zitten die algemeen voorkomen in het mariene milieu en dus ook in de Oosterschelde. Het is echter een complex systeem, waarbij het samenspel tussen water, algen, sediment en organismen een belangrijke rol speelt. Op dit moment is het nog niet duidelijk of TTX ook in andere organismen voorkomt.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de schelpdierensector laten de mosselen en oesters momenteel op dagelijkse basis testen door het RIKILT. Binnen een dag is bekend of de schelpdieren besmet zijn met TTX. Als dat het geval is, mogen ze niet geoogst en verkocht worden. Analyses worden uitgevoerd met geavanceerde chemische detectiemethoden. Verder is RIKILT betrokken als Nationaal Referentie Laboratorium voor mariene biotoxines als expert richting de overheid.
De schelpdiersector heeft IMARES en het RIKILT opdracht gegeven te onderzoeken wat de bron is van het gif in de Oosterschelde. Dan kunnen er eventueel maatregelen getroffen worden door de schelpdiersector. De onderzoekers hopen binnen twee maanden te achterhalen wat de bron is van de besmetting of in ieder geval goede indicaties te verkrijgen.
Het toxine komt via de natuurlijke werking van het ecosysteem in de schelpdieren. Zodra de bron niet meer beschikbaar is zal het toxine ook via het natuurlijk systeem weer uit de schelpdieren verdwijnen. Er loopt momenteel onderzoek naar het ontgiften van schelpdieren. Hiervoor worden zuiveringsmethoden gebruikt die ook door de mosselsector in de praktijk gebruikt kunnen worden. Hiermee kan voor het ontgiften mogelijk de natuurlijke zuiveringskracht van mosselen ingezet worden.
Tetrodotoxine (TTX) is een neurotoxine die van nature voorkomt in (sub)tropische zeeën. Het gif, zeer waarschijnlijk geproduceerd door een bacterie, kan (direct of indirect) via bodem, water of algen in schelpdieren terechtkomen. Zelfs in zeer geringe hoeveelheden kan TTX het menselijk zenuwstelsel al aantasten, daarom wordt het gereguleerd door de overheid. TTX is vooral bekend doordat het in kogelvissen kan zitten. In Japan, waar ze deze vis graag eten, worden per jaar tientallen mensen ziek na het eten van kogelvis.
Het is nog onduidelijk hoe het gif in de Oosterschelde is terechtgekomen of hoe het is ontstaan. De oorzaak zou in bacteriën kunnen zitten die algemeen voorkomen in het mariene milieu en dus ook in de Oosterschelde. Het is echter een complex systeem, waarbij het samenspel tussen water, algen, sediment en organismen een belangrijke rol speelt. Op dit moment is het nog niet duidelijk of TTX ook in andere organismen voorkomt.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de schelpdierensector laten de mosselen en oesters momenteel op dagelijkse basis testen door het RIKILT. Binnen een dag is bekend of de schelpdieren besmet zijn met TTX. Als dat het geval is, mogen ze niet geoogst en verkocht worden. Analyses worden uitgevoerd met geavanceerde chemische detectiemethoden. Verder is RIKILT betrokken als Nationaal Referentie Laboratorium voor mariene biotoxines als expert richting de overheid.
De schelpdiersector heeft IMARES en het RIKILT opdracht gegeven te onderzoeken wat de bron is van het gif in de Oosterschelde. Dan kunnen er eventueel maatregelen getroffen worden door de schelpdiersector. De onderzoekers hopen binnen twee maanden te achterhalen wat de bron is van de besmetting of in ieder geval goede indicaties te verkrijgen.
Het toxine komt via de natuurlijke werking van het ecosysteem in de schelpdieren. Zodra de bron niet meer beschikbaar is zal het toxine ook via het natuurlijk systeem weer uit de schelpdieren verdwijnen. Er loopt momenteel onderzoek naar het ontgiften van schelpdieren. Hiervoor worden zuiveringsmethoden gebruikt die ook door de mosselsector in de praktijk gebruikt kunnen worden. Hiermee kan voor het ontgiften mogelijk de natuurlijke zuiveringskracht van mosselen ingezet worden.
Geen opmerkingen: