Blauwalgen succesvol bestreden met waterstofperoxide
Het aantal blauwalgen in het Oosterduinse Meer in de provincie Zuid-Holland is spectaculair afgenomen na een proef met waterstofperoxide. Er kan nu weer veilig worden gezwommen in de plas. De proef is uitgevoerd door onderzoekers van het UvA Institute for Biodiversity and Ecosystem Dynamics.
De onderzoekers voerden op 16 juni samen met Arcadis de behandeling uit in opdracht van het Hoogheemraadschap Rijnland. Sterk verdunde waterstofperoxide werd aan het water van het Oosterduinse Meer toegevoegd om blauwalg tegen te gaan. En met succes. De blauwalgen zijn bijna geheel verdwenen. ‘Het ging hier om Aphanizomenon, een blauwalgsoort die we nog niet eerder met waterstofperoxide bestreden hebben’, aldus UvA onderzoeker Petra Visser. ‘Samen met eerdere resultaten die wij hebben behaald met de behandeling van andere zoetwatermeren, blijkt dat we een grote diversiteit aan blauwalgsoorten met deze methode effectief kunnen bestrijden.’
Blauwalgen zijn bacteriën die van nature thuishoren in oppervlaktewater. Bij grote hoeveelheden kunnen ze een drijflaag vormen en giftige stoffen produceren. De hoeveelheid blauwalg in de plas is op dit moment zo klein, dat het niet schadelijk is voor de gezondheid van mens en dier.
De verwachting is dat het effect van de behandeling vijf tot zes weken aanhoudt. Rijnland blijft de waterkwaliteit nauwlettend in de gaten houden. Mogelijk is later in het zwemseizoen een tweede behandeling nodig. De proef maakt deel uit van een vierjarig onderzoek. Een belangrijk aspect in het onderzoek is om het effect van de behandeling langer te laten aanhouden. In de Klinkenbergerplas staat eenzelfde behandeling later dit jaar gepland.
De concentratie waterstofperoxide die aan de plas is toegevoegd, is zo laag dat er geen risico bestaat voor de gezondheid van mens, dier en plant. Alleen blauwalgen zijn er gevoelig voor en sterven af. Waterstofperoxide breekt binnen ongeveer één tot twee dagen volledig af tot water en zuurstof. Dus ook in het milieu blijft niets van de stof over.
De proef in is een samenwerking tussen Hoogheemraadschap Rijnland en Universiteit van Amsterdam, Arcadis, Kemira, Waternet, STOWA, gemeenten Noordwijkerhout en Oegstgeest en de provincie Zuid-Holland. Financiering komt van Stichting Toegepaste Wetenschap. De aanpak is afgestemd met Omgevingsdienst Midden-Holland, die in de plas de zwemwatertaak uitvoert voor provincie Zuid-Holland.
Blauwalgen zorgen jaarlijks voor veel overlast voor zwemmers en recreanten. Bij grote hoeveelheden en de juiste omstandigheden (zoals hoge temperaturen en weinig stroming in het water) kunnen ze stinkende drijflagen vormen en giftige stoffen produceren. Zwemmers en watersporters kunnen ziek worden wanneer ze met zo’n drijflaag in aanraking komen. Ook honden zijn er gevoelig voor.
De onderzoekers voerden op 16 juni samen met Arcadis de behandeling uit in opdracht van het Hoogheemraadschap Rijnland. Sterk verdunde waterstofperoxide werd aan het water van het Oosterduinse Meer toegevoegd om blauwalg tegen te gaan. En met succes. De blauwalgen zijn bijna geheel verdwenen. ‘Het ging hier om Aphanizomenon, een blauwalgsoort die we nog niet eerder met waterstofperoxide bestreden hebben’, aldus UvA onderzoeker Petra Visser. ‘Samen met eerdere resultaten die wij hebben behaald met de behandeling van andere zoetwatermeren, blijkt dat we een grote diversiteit aan blauwalgsoorten met deze methode effectief kunnen bestrijden.’
Blauwalgen zijn bacteriën die van nature thuishoren in oppervlaktewater. Bij grote hoeveelheden kunnen ze een drijflaag vormen en giftige stoffen produceren. De hoeveelheid blauwalg in de plas is op dit moment zo klein, dat het niet schadelijk is voor de gezondheid van mens en dier.
De verwachting is dat het effect van de behandeling vijf tot zes weken aanhoudt. Rijnland blijft de waterkwaliteit nauwlettend in de gaten houden. Mogelijk is later in het zwemseizoen een tweede behandeling nodig. De proef maakt deel uit van een vierjarig onderzoek. Een belangrijk aspect in het onderzoek is om het effect van de behandeling langer te laten aanhouden. In de Klinkenbergerplas staat eenzelfde behandeling later dit jaar gepland.
De concentratie waterstofperoxide die aan de plas is toegevoegd, is zo laag dat er geen risico bestaat voor de gezondheid van mens, dier en plant. Alleen blauwalgen zijn er gevoelig voor en sterven af. Waterstofperoxide breekt binnen ongeveer één tot twee dagen volledig af tot water en zuurstof. Dus ook in het milieu blijft niets van de stof over.
De proef in is een samenwerking tussen Hoogheemraadschap Rijnland en Universiteit van Amsterdam, Arcadis, Kemira, Waternet, STOWA, gemeenten Noordwijkerhout en Oegstgeest en de provincie Zuid-Holland. Financiering komt van Stichting Toegepaste Wetenschap. De aanpak is afgestemd met Omgevingsdienst Midden-Holland, die in de plas de zwemwatertaak uitvoert voor provincie Zuid-Holland.
Blauwalgen zorgen jaarlijks voor veel overlast voor zwemmers en recreanten. Bij grote hoeveelheden en de juiste omstandigheden (zoals hoge temperaturen en weinig stroming in het water) kunnen ze stinkende drijflagen vormen en giftige stoffen produceren. Zwemmers en watersporters kunnen ziek worden wanneer ze met zo’n drijflaag in aanraking komen. Ook honden zijn er gevoelig voor.
Geen opmerkingen: