Oesters en mangroves beschermen Bangladesh tegen overstromingen
“Kunstmatige oesterriffen en mangrovebossen dragen bij aan een duurzame kustverdediging en vormen tegelijkertijd een voedselbron”, zegt Arie van Duijn van het LEI. In Bangladesh, dat geteisterd wordt door vloedgolven en cyclonen, kan dit helpen om kustafslag tegen te gaan en om mensen te beschermen tegen overstromingen. Dat bleek uit een internationaal project rondom eco-engineering in Bangladesh.
Schelpdieren als oesters kunnen riffen voor de kust vormen, die de stroming en de golven beïnvloeden. Wanneer je zorgt dat er oesterriffen ontstaan voor de kust van een overstromingsgevoelig land als Bangladesh, heeft dat veel voordelen. Er ontstaat een zandophoping tussen het rif en het strand waar mangrovebomen geplant kunnen worden. Op het rif en het mangrovebos komen vissen en krabben af, die als voedselbron kunnen dienen.
Onderzoekers van het LEI en IMARES, onderdelen van Wageningen UR, bestudeerden de ecologische en sociaaleconomische mogelijkheden van dit idee, terwijl ingenieurs van Royal Haskoning de technische kant in ogenschouw namen.
Allereerst bekeken de onderzoekers wat het beste materiaal zou zijn om een rif van te maken. Oesters hechten zich alleen aan een harde ondergrond. “Uiteindelijk blijkt een ondergrond van beton financieel en technisch het best toepasbaar”, vertelt Arie van Duijn van het LEI. Maar met alleen een rif ben je er nog niet. “De golven slaan bij hoog water gewoon over het rif. De sedimentatie, de ophoping van zand achter het rif, kan de kracht van de golven wel enigszins breken. Maar bij een echte storm baat dat niet.” Ieder jaar overstroomt zo’n 30 tot 70 procent van het dichtbevolkte Bangladesh. De klimaatverandering brengt in de toekomst naast een versnelde zeespiegelstijging nog meer stormen en cyclonen mee.
Vroeger lagen er langs de kusten van Bangladesh veel meer mangrovebossen, die grotendeels zijn gekapt. Als het aan de onderzoekers ligt, worden de mangroven in ere hersteld vanwege hun kustverdedigende functie. Op de sedimentatie tussen het oesterrif en het strand, is het makkelijker om mangrove aan te planten. “We verwachten dat het mangrovebos sneller groeit door de aanwezigheid van het oesterrif. Uiteindelijk heb je een brede strook van minstens 30 of 40 meter volwassen mangrovebomen nodig om de kust te beschermen. Op de langere termijn heb je dan een zelfherstellend kustweringssysteem van oesteriffen en mangrovebossen”, vertelt Van Duijn enthousiast. Daardoor worden de aarden dijken erachter minder beschadigd bij stormen en vloedgolven, zagen de onderzoekers.
Het is wel belangrijk dat de oesterriffen en mangrovebossen goed beheerd worden. Zodat mensen bijvoorbeeld niet al het hout of alle oesters weghalen. “Dat kan alleen in afstemming met de kustgemeenschappen, als mensen inzien dat ze er op lange termijn profijt van hebben wanneer het rif beschermd en gerepareerd wordt”, benadrukt Arie van Duijn. Verder bestudeerde het LEI de mogelijke extra voedselbronnen. “De kustbewoners eten wel oesters, maar het is nog geen topproduct in Bangladesh. Krab bleek echter ook exportwaarde te hebben en was er al veel sneller te vinden.” Niet overal langs de kust is de bodem geschikt voor mangroves en oesterriffen. Van Duijn: “Deze methode biedt extra mogelijkheden. Overal betonnen dijken neerleggen is onbetaalbaar. En de aarden dijken zijn vaak te kwetsbaar. Deze vorm van eco-engineering is een relatief goedkope en duurzame methode voor op de lange termijn.”
Het journaal in Bangladesh zond eind november 2014 een item uit over het ECOBAS-project. De overheid van Bangladesh is geïnteresseerd in grotere pilotprojecten en er loopt nog vervolgonderzoek.
Schelpdieren als oesters kunnen riffen voor de kust vormen, die de stroming en de golven beïnvloeden. Wanneer je zorgt dat er oesterriffen ontstaan voor de kust van een overstromingsgevoelig land als Bangladesh, heeft dat veel voordelen. Er ontstaat een zandophoping tussen het rif en het strand waar mangrovebomen geplant kunnen worden. Op het rif en het mangrovebos komen vissen en krabben af, die als voedselbron kunnen dienen.
Onderzoekers van het LEI en IMARES, onderdelen van Wageningen UR, bestudeerden de ecologische en sociaaleconomische mogelijkheden van dit idee, terwijl ingenieurs van Royal Haskoning de technische kant in ogenschouw namen.
Allereerst bekeken de onderzoekers wat het beste materiaal zou zijn om een rif van te maken. Oesters hechten zich alleen aan een harde ondergrond. “Uiteindelijk blijkt een ondergrond van beton financieel en technisch het best toepasbaar”, vertelt Arie van Duijn van het LEI. Maar met alleen een rif ben je er nog niet. “De golven slaan bij hoog water gewoon over het rif. De sedimentatie, de ophoping van zand achter het rif, kan de kracht van de golven wel enigszins breken. Maar bij een echte storm baat dat niet.” Ieder jaar overstroomt zo’n 30 tot 70 procent van het dichtbevolkte Bangladesh. De klimaatverandering brengt in de toekomst naast een versnelde zeespiegelstijging nog meer stormen en cyclonen mee.
Vroeger lagen er langs de kusten van Bangladesh veel meer mangrovebossen, die grotendeels zijn gekapt. Als het aan de onderzoekers ligt, worden de mangroven in ere hersteld vanwege hun kustverdedigende functie. Op de sedimentatie tussen het oesterrif en het strand, is het makkelijker om mangrove aan te planten. “We verwachten dat het mangrovebos sneller groeit door de aanwezigheid van het oesterrif. Uiteindelijk heb je een brede strook van minstens 30 of 40 meter volwassen mangrovebomen nodig om de kust te beschermen. Op de langere termijn heb je dan een zelfherstellend kustweringssysteem van oesteriffen en mangrovebossen”, vertelt Van Duijn enthousiast. Daardoor worden de aarden dijken erachter minder beschadigd bij stormen en vloedgolven, zagen de onderzoekers.
Het is wel belangrijk dat de oesterriffen en mangrovebossen goed beheerd worden. Zodat mensen bijvoorbeeld niet al het hout of alle oesters weghalen. “Dat kan alleen in afstemming met de kustgemeenschappen, als mensen inzien dat ze er op lange termijn profijt van hebben wanneer het rif beschermd en gerepareerd wordt”, benadrukt Arie van Duijn. Verder bestudeerde het LEI de mogelijke extra voedselbronnen. “De kustbewoners eten wel oesters, maar het is nog geen topproduct in Bangladesh. Krab bleek echter ook exportwaarde te hebben en was er al veel sneller te vinden.” Niet overal langs de kust is de bodem geschikt voor mangroves en oesterriffen. Van Duijn: “Deze methode biedt extra mogelijkheden. Overal betonnen dijken neerleggen is onbetaalbaar. En de aarden dijken zijn vaak te kwetsbaar. Deze vorm van eco-engineering is een relatief goedkope en duurzame methode voor op de lange termijn.”
Het journaal in Bangladesh zond eind november 2014 een item uit over het ECOBAS-project. De overheid van Bangladesh is geïnteresseerd in grotere pilotprojecten en er loopt nog vervolgonderzoek.
Geen opmerkingen: