Bruinvissen hebben last van ‘lawaai’ in zee
Zowel in het Dolfinarium Harderwijk als bij Ecomare op Texel is de afgelopen maanden uitgebreid gehooronderzoek gedaan bij bruinvissen. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe sterk de invloed is van scheepvaartgeluid op het gehoor van de ze tandwalvis. Bruinvissen komen veel voor in de Noordzee, een van de drukste vaargebieden ter wereld. Eerste resultaten geven aan dat bruinvissen hinder ondervinden in hun onderlinge communicatie door het toegenomen ‘lawaai’ in zee. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt om stillere schepen te ontwikkelen.
Onderzoeksleider Dr. Klaus Lucke legt uit: “Er is altijd geluid op zee van andere dieren, golven en wind. Door menselijk toedoen is er echter steeds meer geluid bij gekomen, zoals dat van windmolenparken en natuurlijk de scheepvaart. Het geluid onderwater is daardoor ook enorm toegenomen.
De uiteindelijke resultaten worden later dit jaar verwacht. Toch zijn de eerste conclusies al glashelder. Lucke: “Je ziet dat door het huidige geluid in zee de dieren meer moeite moeten doen om goed te horen en ook minder goed met elkaar kunnen communiceren. Dit noemen we ook wel het ‘masking effect’. Met meer omgevingslawaai moet je beter je best doen om jezelf verstaanbaar te maken.” De uitslag van het onderzoek wordt gebruikt door de Europese Unie in hun gesprek met de scheepvaartsector om ‘stillere’ schepen te ontwikkelen.
Gedurende een aantal maanden zijn er bij de bruinvissen in het Dolfinarium in Harderwijk en bij Ecomare op Texel gehoortesten afgenomen. “Wij mensen kunnen tijdens een gehoortest aangeven of we een geluidje horen of niet”, zegt Lucke. “Dieren kunnen ons dat niet vertellen. We werken daarom met sensoren die hersenactiviteiten registreren, net zoals dat in onderzoeken bij baby’s gebeurt.” Voor de nulmeting kregen de dieren een geluid te horen op ‘normale’ sterkte. Vervolgens werd het geluid steeds zachter afgespeeld om te zien waar de zogenaamde drempelwaarde ligt (het punt waarop dieren nog net iets kunnen horen). Daarna werden de geluiden nogmaals afgespeeld, maar nu met scheepvaartgeluid op de achtergrond. Het verschil tussen de metingen met scheepvaartgeluid en de nulmeting was groot.
Zowel Ecomare als het Dolfinarium lenen zich uitstekend voor dit soort onderzoeken. De gecontroleerde omgeving zorgt ervoor dat zowel het dierwelzijn niet in het gedrang is alsook verschillende settings nagebootst kunnen worden. Dieren worden stapje voor stapje meegenomen in het proces. Omdat soortgelijke onderzoeken in de natuur onmogelijk zijn, vinden deze vaker plaats in het Dolfinarium. Ook bij de andere diersoorten die leven op het park. De onderzoeken dragen bij aan de bescherming van de dieren in hun oorspronkelijke omgeving.
De Bruinvis (Latijnse naam: Phocoena phocoena) is de meest voorkomende tandwalvis in de Noordzee. Naar schatting leven daar zo’n 80.000. In het Dolfinarium leeft op dit moment een groep van zes bruinvissen in de Bruinvisbaai en twee bij Ecomare. Het zijn een van de weinige plekken ter wereld waar deze diersoort is gehuisvest. De dieren zijn eerder gestrand en opgevangen zijn door stichting SOS Dolfijn. Door verschillende oorzaken kunnen deze bruinvissen niet meer worden uitgezet, omdat ze bijvoorbeeld te jong zijn gestrand of hun hele leven lang afhankelijk zijn van medicatie. Twee van de permanent opgevangen dieren van het Dolfinarium zijn gehuisvest bij Ecomare.
Geen opmerkingen: