Kalkskeletjes goed gereedschap voor klimaatonderzoekers
De fossiele kalkskeletjes van eencellige ééncellige foraminiferen zijn prachtige geschiedenisboeken, bijvoorbeeld om de CO2-gehalten in de oceanen uit het verre verleden mee te reconstrueren.
Maar om die geschiedenis écht te begrijpen, moet je eerst begrijpen hoe deze eencellige organismen hun skeletjes precies bouwen. Die waarschuwing uit aardwetenschapper Linda Dämmer in het proefschrift waar zij 29 november op hoopt te promoveren aan de Universiteit Utrecht.
Foraminiferen, of kortweg ‘forams’, zijn eencelligen die een huisje van kalk maken, om hun ene cel te beschermen tegen de buitenwereld. Dat huisje heeft ook een soort ‘raampjes’ (foramina in het Latijn) wat de naam verklaart. De skeletjes bestaan niet alleen uit kalk (CaCO3) maar ook uit spoortjes magnesium. De hoeveelheid kalk in de skeletjes kan iets zeggen over de hoeveelheid CO2 en de zuurgraad van de oceaan op dat moment”, zegt Dämmer. Daarnaast kan de hoeveelheid magnesium iets zeggen over de temperatuur van het zeewater.
De hoeveelheid magnesium blijkt niet alleen samen te hangen met de temperatuur van het zeewater, maar ook met de hoeveelheid daglicht, zo ontdekte Dämmer bij de experimentele kweek van haar forams in het laboratorium. Begint een eencellige bij het vallen van de avond met het uitbouwen van de kamer rond zijn kalkskelet, dan zit daar meer magnesium in ten opzichte van calcium, dan in een soortgenoot die bij dezelfde temperatuur, maar in continu daglicht leeft. Een al te platte vertaling van de hoeveelheid magnesium naar de temperatuur waarin die eencellige heeft geleefd, is dus een versimpeling van de werkelijkheid.
Sommige soorten foraminiferen zullen waarschijnlijk profiteren van de toenemende hoeveelheid CO2 in de oceanen, als gevolg van de uitstoot uit onze schoorstenen en uitlaten. Die groei kan misschien wel doorzetten tot een hoeveelheid CO2 in onze atmosfeer van 700 deeltjes per miljoen (ter vergelijking: nu is dat iets meer dan 400). Daarboven zal de zuurgraad van het water zelfs voor deze organismen te hoog worden om nog eenvoudig kalkskeletjes te kunnen vormen.
Maar om die geschiedenis écht te begrijpen, moet je eerst begrijpen hoe deze eencellige organismen hun skeletjes precies bouwen. Die waarschuwing uit aardwetenschapper Linda Dämmer in het proefschrift waar zij 29 november op hoopt te promoveren aan de Universiteit Utrecht.
Foraminiferen, of kortweg ‘forams’, zijn eencelligen die een huisje van kalk maken, om hun ene cel te beschermen tegen de buitenwereld. Dat huisje heeft ook een soort ‘raampjes’ (foramina in het Latijn) wat de naam verklaart. De skeletjes bestaan niet alleen uit kalk (CaCO3) maar ook uit spoortjes magnesium. De hoeveelheid kalk in de skeletjes kan iets zeggen over de hoeveelheid CO2 en de zuurgraad van de oceaan op dat moment”, zegt Dämmer. Daarnaast kan de hoeveelheid magnesium iets zeggen over de temperatuur van het zeewater.
De hoeveelheid magnesium blijkt niet alleen samen te hangen met de temperatuur van het zeewater, maar ook met de hoeveelheid daglicht, zo ontdekte Dämmer bij de experimentele kweek van haar forams in het laboratorium. Begint een eencellige bij het vallen van de avond met het uitbouwen van de kamer rond zijn kalkskelet, dan zit daar meer magnesium in ten opzichte van calcium, dan in een soortgenoot die bij dezelfde temperatuur, maar in continu daglicht leeft. Een al te platte vertaling van de hoeveelheid magnesium naar de temperatuur waarin die eencellige heeft geleefd, is dus een versimpeling van de werkelijkheid.
Sommige soorten foraminiferen zullen waarschijnlijk profiteren van de toenemende hoeveelheid CO2 in de oceanen, als gevolg van de uitstoot uit onze schoorstenen en uitlaten. Die groei kan misschien wel doorzetten tot een hoeveelheid CO2 in onze atmosfeer van 700 deeltjes per miljoen (ter vergelijking: nu is dat iets meer dan 400). Daarboven zal de zuurgraad van het water zelfs voor deze organismen te hoog worden om nog eenvoudig kalkskeletjes te kunnen vormen.
Geen opmerkingen: