Hoe Amsterdam eindelijk veilig drinkwater kreeg
Eeuwenlang dronken Amsterdammers water van bedenkelijke kwaliteit. Het kwam uit de grachten, regentonnen, en uit de Vecht. Maar al te vaak zat het vol met ziekmakende bacteriën. 170 jaar geleden, op 12 december 1853, spoot het eerste heerlijke en heldere duinwater uit een fontein op het Haarlemmerplein. Op diezelfde plek kan men vanaf dinsdag 12 december de tijdelijke fototentoonstelling ‘170 jaar drinkwater uit de duinen’ bezoeken.
Omdat de Amsterdamse grachten te vervuild waren om er goed drinkwater van te maken, werd het water voor de stad met schepen vanuit de Vechtstreek aangevoerd. Maar de armen konden dit water nauwelijks betalen en gebruikten de gracht of de regenton, waardoor velen ziek werden of zelfs stierven.
Het plan om de Amsterdammers zuiver duinwater te leveren, begon bij Jacob van Lennep (1802-1868). Van Lennep was een Amsterdamse patriciër met een landgoed bij de duinen bij Heemstede. Op een zomerse dag rond 1845 schonk zijn vrouw ‒ zo gaat het verhaal ‒ een glas helder duinwater in. Ze genoot samen met haar man van het smakelijke water. '
Nederlandse investeerders bleken niet bereid het benodigde kapitaal van 2,5 miljoen gulden in het project te steken. Maar de ondernemende Jacob van Lennep wist in 1851 een groep Engelse geldschieters te overtuigen van het nut van deze investering. Op 19 juni kreeg hij van koning Willem III toestemming de Duinwater-Maatschappij op te richten.
De Oranjekom bij Heemstede werd gegraven en aan de Leidsevaart werd een zeer modern stoompompstation gebouwd dat het water door gietijzeren buizen naar de hoofdstad bracht.
Omdat de Amsterdamse grachten te vervuild waren om er goed drinkwater van te maken, werd het water voor de stad met schepen vanuit de Vechtstreek aangevoerd. Maar de armen konden dit water nauwelijks betalen en gebruikten de gracht of de regenton, waardoor velen ziek werden of zelfs stierven.
Het plan om de Amsterdammers zuiver duinwater te leveren, begon bij Jacob van Lennep (1802-1868). Van Lennep was een Amsterdamse patriciër met een landgoed bij de duinen bij Heemstede. Op een zomerse dag rond 1845 schonk zijn vrouw ‒ zo gaat het verhaal ‒ een glas helder duinwater in. Ze genoot samen met haar man van het smakelijke water. '
Nederlandse investeerders bleken niet bereid het benodigde kapitaal van 2,5 miljoen gulden in het project te steken. Maar de ondernemende Jacob van Lennep wist in 1851 een groep Engelse geldschieters te overtuigen van het nut van deze investering. Op 19 juni kreeg hij van koning Willem III toestemming de Duinwater-Maatschappij op te richten.
De Oranjekom bij Heemstede werd gegraven en aan de Leidsevaart werd een zeer modern stoompompstation gebouwd dat het water door gietijzeren buizen naar de hoofdstad bracht.
Geen opmerkingen: