Met de waterwolf valt niet te spotten
De grootste evacuatie ooit in Nederland vanwege hoogwater is deze winter 25 jaar geleden. Zo’n 250.000 mensen moesten hun huizen in het rivierengebied verlaten, vanwege de gevaarlijke hoge waterstand van de Rijn, Maas en Waal. Sommige waterwetenschappers van de Universiteit Utrecht hebben hier persoonlijke herinneringen aan. Ze blikken terug én vooruit.
Het was een penibele situatie eind januari, begin februari 1995. Onder het oog van vele verslaggevers en camera’s werden bij Ochten aan de Waal honderden militairen ingezet om met zandzakken de dijk te verzwaren. Militairen hielpen ook met evacuatie van de klimaatvluchtelingen avant la lettre. In grote gebieden in het rivierenland moesten honderdduizenden mensen en ook heel veel vee huis en haard verlaten. Kinderen moesten tijdelijk in andere dorpen naar school.
“Buitengewoon hectische dagen, je kunt het je nu nauwelijks nog voorstellen zonder mobieltjes en internet, het modernste communicatiemiddel was de fax”, vertelt Herman Havekes, bijzonder hoogleraar Publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer aan de Universiteit Utrecht. Op 31 januari bereikte het water bij Lobith een recordhoogte van 16,63 meter boven NAP. Havekes werkte toen (en nu nog) bij de Unie van Waterschappen.
“Ik verlang er wel eens naar terug omdat er in relatief korte tijd heel veel werk is verricht. De Deltawet grote rivieren - een noodwet die geen noodwet mocht heten - is toen binnen enkele weken door Tweede en Eerste Kamer gejaagd. Er is heel veel geld uitgetrokken voor versterking van dijken en andere maatregelen. Procedures zijn versneld.”
Geen opmerkingen: