Drinkwater in Nederland van goede kwaliteit
Bij 99,9 procent van de bijna 620.000 metingen voldoet het drinkwater aan de gestelde normen. Normoverschrijdingen komen over het algemeen weinig voor en de drinkwaterbedrijven pakken de normoverschrijdingen effectief aan. Dit constateert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in haar jaarlijkse verslag over de kwaliteit van het drinkwater. In dit rapport 'Kwaliteit drinkwater van Nederlandse drinkwaterbedrijven 2017' beoordeelt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) of het drinkwater in Nederland voldoet aan de gestelde normen.
Uit dit rapport blijkt dat de drinkwaterbedrijven de wettelijke voorschriften voor de controle van het drinkwater goed naleven. Het drinkwater dat zij leveren voldoet vrijwel altijd aan de gestelde kwaliteitsnormen. Ons land is er daarmee volgens de ILT van verzekerd dat het drinkwater vrijwel altijd voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen. Deze rapportage gaat over de drinkwaterkwaliteit na de laatste zuiveringsstap en op verschillende plaatsen op tappunten in het distributiegebied. In het Drinkwaterbesluit en de Drinkwaterregeling zijn de normen voor de kwaliteit van drinkwater opgenomen, en de vereisten voor monitoring en analyse. De drinkwaterbedrijven voeren een wettelijk meetprogramma uit om de kwaliteit van het drinkwater te bewaken. Hierbij gaat het om metingen na de laatste zuiveringsstap (af pompstation) en in het distributienetwerk.
De ILT vraagt daarnaast aandacht voor de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater. Het verslag geeft een korte toelichting op de 22 ontheffingen die de ILT in 2017 heeft afgegeven. De ILT stelt dat deze toelichting laat zien dat een schone grondstof niet vanzelfsprekend is. Drinkwaterbedrijven mogen geen drinkwater maken uit oppervlaktewater en (oever)grondwater dat meer dan 30 dagen verontreinigd is met stoffen in concentraties boven de waarden van de Drinkwaterregeling. Dat mag alleen als ze daar een ontheffing voor hebben. De ILT verleent deze ontheffing als een gezondheidskundige toets uitwijst dat de verontreiniging geen gevolgen heeft voor mensen die het gebruiken. Ook de drinkwaterbedrijven delen de zorg over het schoon houden van de bronnen voor drinkwater. Drinkwaterbedrijven doen jaarlijks duizenden metingen en hebben een signaleringsfunctie waar het gaat om vervuiling van bronnen. Ze meten, signaleren, melden en wanneer nodig ondernemen ze direct actie om te zorgen dat het drinkwater dat uit de kraan komt goed is. Op die manier bewaken ze de kwaliteit van het grond- of oppervlaktewater van waaruit het drinkwater gemaakt wordt. De drinkwatersector maakt zich hierbij zorgen over de toename van stoffen in bronnen.
De bronnen voor drinkwater worden bedreigd door verschillende verontreinigingen. Grote uitdagingen liggen bijvoorbeeld nog op het terrein van emissies uit de landbouw en de aanpak van opkomende stoffen en medicijnresten. Daarom wil de drinkwatersector nieuwe bestuurlijke afspraken over het beter beschermen van deze bronnen. Daarbij is het essentieel om de stap te maken naar afspraken over concrete maatregelen en resultaten. Doel van deze bestuurlijke afspraken is wat Vewin betreft het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water, en ook de aanpak van nieuwe uitdagingen zoals medicijnresten en opkomende stoffen hoort hierbij.
Uit dit rapport blijkt dat de drinkwaterbedrijven de wettelijke voorschriften voor de controle van het drinkwater goed naleven. Het drinkwater dat zij leveren voldoet vrijwel altijd aan de gestelde kwaliteitsnormen. Ons land is er daarmee volgens de ILT van verzekerd dat het drinkwater vrijwel altijd voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen. Deze rapportage gaat over de drinkwaterkwaliteit na de laatste zuiveringsstap en op verschillende plaatsen op tappunten in het distributiegebied. In het Drinkwaterbesluit en de Drinkwaterregeling zijn de normen voor de kwaliteit van drinkwater opgenomen, en de vereisten voor monitoring en analyse. De drinkwaterbedrijven voeren een wettelijk meetprogramma uit om de kwaliteit van het drinkwater te bewaken. Hierbij gaat het om metingen na de laatste zuiveringsstap (af pompstation) en in het distributienetwerk.
De ILT vraagt daarnaast aandacht voor de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater. Het verslag geeft een korte toelichting op de 22 ontheffingen die de ILT in 2017 heeft afgegeven. De ILT stelt dat deze toelichting laat zien dat een schone grondstof niet vanzelfsprekend is. Drinkwaterbedrijven mogen geen drinkwater maken uit oppervlaktewater en (oever)grondwater dat meer dan 30 dagen verontreinigd is met stoffen in concentraties boven de waarden van de Drinkwaterregeling. Dat mag alleen als ze daar een ontheffing voor hebben. De ILT verleent deze ontheffing als een gezondheidskundige toets uitwijst dat de verontreiniging geen gevolgen heeft voor mensen die het gebruiken. Ook de drinkwaterbedrijven delen de zorg over het schoon houden van de bronnen voor drinkwater. Drinkwaterbedrijven doen jaarlijks duizenden metingen en hebben een signaleringsfunctie waar het gaat om vervuiling van bronnen. Ze meten, signaleren, melden en wanneer nodig ondernemen ze direct actie om te zorgen dat het drinkwater dat uit de kraan komt goed is. Op die manier bewaken ze de kwaliteit van het grond- of oppervlaktewater van waaruit het drinkwater gemaakt wordt. De drinkwatersector maakt zich hierbij zorgen over de toename van stoffen in bronnen.
De bronnen voor drinkwater worden bedreigd door verschillende verontreinigingen. Grote uitdagingen liggen bijvoorbeeld nog op het terrein van emissies uit de landbouw en de aanpak van opkomende stoffen en medicijnresten. Daarom wil de drinkwatersector nieuwe bestuurlijke afspraken over het beter beschermen van deze bronnen. Daarbij is het essentieel om de stap te maken naar afspraken over concrete maatregelen en resultaten. Doel van deze bestuurlijke afspraken is wat Vewin betreft het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water, en ook de aanpak van nieuwe uitdagingen zoals medicijnresten en opkomende stoffen hoort hierbij.
Geen opmerkingen: