Bouw zeesluis IJmuiden; zoutvang bouwen tegen verzilting
Met het bouwen van de nieuwe zeesluis in IJmuiden staat Rijkswaterstaat voor een uitdaging: hoe houden we de verzilting van het kanaal in toom? Los van de klimaatverandering, die het zoet water onder druk zet, komt er bij het schutten in de nieuwe sluis meer zout in het kanaal dan nu het geval is. Rijkswaterstaat neemt hiervoor maatregelen.
De nieuwe zeesluis in IJmuiden zal een stuk groter zijn dan de huidige Noordersluis: met een afmeting van 70 m breed, 500 m lang en 18 m diep wordt de nieuwe zeesluis de grootste ter wereld. ‘Dat betekent dat er met het schutten meer zout water het kanaal binnenstroomt dan nu het geval is’, vertelt Wouter Bulthuis, omgevingsmanager van het project Selectieve Onttrekking Zoutwater IJmuiden. ‘Per schutting komen er ongeveer 40 vrachtwagens strooizout extra het kanaal binnen in vergelijking met het schutten in de Noordersluis. Dat is erg veel.’ Op de achtergrond speelt er nog iets anders mee, schetst hij. ‘Als gevolg van de klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Dat betekent dat er meer zout zeewater in het Noordzeekanaal zal stromen. Ook zal er als gevolg van de druk van het zeewater meer grondkwel in de lage polder komen. Vooral in droge perioden kan deze verzilting nadelig zijn voor de natuur, land- en tuinbouw en de drinkwatervoorziening in de omgeving van het Noordzeekanaal.’
Rijkswaterstaat neemt maatregelen om te voorkomen dat er meer zout het kanaal instroomt als gevolg van het groter worden van de zeesluis. Dit houdt in dat er een zogenaamde zoutvang wordt gebouwd in het toeleidingskanaal van het Noordzeekanaal. ‘Die zoutvang moet je je voorstellen als een soort brievenbus die door een gleuf zout water onder uit het kanaal afvoert naar zee.’ Bulthuis legt uit hoe de ‘brievenbus’ werkt. ‘Zout water is zwaarder dan zoet water, waardoor het water in het kanaal gelaagd is. Onderin zit het zoute water en bovenin het zoete water. Het gemaal in het Noordzeekanaal zorgt ervoor dat we met deze brievenbusconstructie zo veel mogelijk zout water terugpompen of -spuien naar zee. De zoutvang houdt het zoete water tegen. Daarom noemen we deze maatregel ook wel selectieve onttrekking. In Den Helder wordt deze oplossing op kleinere schaal al met succes toegepast.’
Op dit moment laat Rijkswaterstaat een ontwerp voor de zoutvang maken en het contract voor de uitvoering opstellen. ‘De opdracht komt in 2019 op de markt, eind 2020 of begin 2021 start dan de bouw.’ De nieuwe sluis is een jaar eerder klaar dan de zoutvang. Hoe gaat Rijkswaterstaat die periode overbruggen? Bulthuis: ‘Daar nemen wij tussentijdse maatregelen voor. Dat kan bijvoorbeeld effectiever schutten zijn, waardoor er minder zout water vrijkomt, of langer gebruikmaken van de Noordersluis. Een definitief maatregelenpakket volgt nog.’
Wat volgens Bulthuis een grote uitdaging vormt bij het ontwerpen van de zoutvang, is het bepalen van de effectiviteit. ‘We moeten echt op zoek naar de perfecte locatie in het toeleidingskanaal. We kijken daarbij naar de waterstroom. Het is belangrijk dat de zoutvang op een plek komt waar zo min mogelijk turbulentie ontstaat, anders vermengt het zoute water zich te veel met het zoete water. Dat willen we natuurlijk voorkomen.’ Ook de inpassing van de zoutvang in de omgeving ziet Bulthuis als een pittige klus. ‘Het Noordzeekanaalgebied is een omgeving waar op dit moment volop activiteiten plaatsvinden op een relatief klein oppervlak. Door het gebrek aan ruimte wordt het nog een heel gepuzzel om alles op z’n plek te krijgen.’
De nieuwe zeesluis in IJmuiden zal een stuk groter zijn dan de huidige Noordersluis: met een afmeting van 70 m breed, 500 m lang en 18 m diep wordt de nieuwe zeesluis de grootste ter wereld. ‘Dat betekent dat er met het schutten meer zout water het kanaal binnenstroomt dan nu het geval is’, vertelt Wouter Bulthuis, omgevingsmanager van het project Selectieve Onttrekking Zoutwater IJmuiden. ‘Per schutting komen er ongeveer 40 vrachtwagens strooizout extra het kanaal binnen in vergelijking met het schutten in de Noordersluis. Dat is erg veel.’ Op de achtergrond speelt er nog iets anders mee, schetst hij. ‘Als gevolg van de klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Dat betekent dat er meer zout zeewater in het Noordzeekanaal zal stromen. Ook zal er als gevolg van de druk van het zeewater meer grondkwel in de lage polder komen. Vooral in droge perioden kan deze verzilting nadelig zijn voor de natuur, land- en tuinbouw en de drinkwatervoorziening in de omgeving van het Noordzeekanaal.’
Rijkswaterstaat neemt maatregelen om te voorkomen dat er meer zout het kanaal instroomt als gevolg van het groter worden van de zeesluis. Dit houdt in dat er een zogenaamde zoutvang wordt gebouwd in het toeleidingskanaal van het Noordzeekanaal. ‘Die zoutvang moet je je voorstellen als een soort brievenbus die door een gleuf zout water onder uit het kanaal afvoert naar zee.’ Bulthuis legt uit hoe de ‘brievenbus’ werkt. ‘Zout water is zwaarder dan zoet water, waardoor het water in het kanaal gelaagd is. Onderin zit het zoute water en bovenin het zoete water. Het gemaal in het Noordzeekanaal zorgt ervoor dat we met deze brievenbusconstructie zo veel mogelijk zout water terugpompen of -spuien naar zee. De zoutvang houdt het zoete water tegen. Daarom noemen we deze maatregel ook wel selectieve onttrekking. In Den Helder wordt deze oplossing op kleinere schaal al met succes toegepast.’
Op dit moment laat Rijkswaterstaat een ontwerp voor de zoutvang maken en het contract voor de uitvoering opstellen. ‘De opdracht komt in 2019 op de markt, eind 2020 of begin 2021 start dan de bouw.’ De nieuwe sluis is een jaar eerder klaar dan de zoutvang. Hoe gaat Rijkswaterstaat die periode overbruggen? Bulthuis: ‘Daar nemen wij tussentijdse maatregelen voor. Dat kan bijvoorbeeld effectiever schutten zijn, waardoor er minder zout water vrijkomt, of langer gebruikmaken van de Noordersluis. Een definitief maatregelenpakket volgt nog.’
Wat volgens Bulthuis een grote uitdaging vormt bij het ontwerpen van de zoutvang, is het bepalen van de effectiviteit. ‘We moeten echt op zoek naar de perfecte locatie in het toeleidingskanaal. We kijken daarbij naar de waterstroom. Het is belangrijk dat de zoutvang op een plek komt waar zo min mogelijk turbulentie ontstaat, anders vermengt het zoute water zich te veel met het zoete water. Dat willen we natuurlijk voorkomen.’ Ook de inpassing van de zoutvang in de omgeving ziet Bulthuis als een pittige klus. ‘Het Noordzeekanaalgebied is een omgeving waar op dit moment volop activiteiten plaatsvinden op een relatief klein oppervlak. Door het gebrek aan ruimte wordt het nog een heel gepuzzel om alles op z’n plek te krijgen.’
Geen opmerkingen: