‘Holland's next top model’ voor onderzoek klimaatverandering
Door de opwarming van het klimaat trekt het zee-ijs rond de noordpool zich terug. Dit heeft grote gevolgen voor de daar levende dieren.
De onderzoekers Wolf Mooij van NIOO-KNAW en Geert Aarts en Sophie Brasseur van Wageningen Marine Research gaan modellen ontwikkelen om beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de levende zeehonden in het noordpoolgebied.
Met de modellen hopen ze in kaart te brengen welke gebieden de zeehonden naar verwachting meer gaan gebruiken in de toekomst.
Verandering van het klimaat is tegenwoordig overal merkbaar. Nergens is dat zo duidelijk als in de poolgebieden. Het noordpoolgebied bestaat grotendeels uit zee-ijs, waar miljoenen zeehonden leven. Door de opwarming van het klimaat trekt het zee-ijs hier zich steeds verder terug. Daarmee verdwijnt een belangrijke habitat van deze dieren.
De onderzoekers willen beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de daar levende zeehonden. Hiervoor maken ze gebruik van zogenaamde ‘individueel-gebaseerde modellen’; modellen die zijn gebaseerd op de besluiten die individuele dieren moeten maken, zoals ‘Ga ik nu foerageren of rusten?’, ‘Heb ik voldoende reserves?’. De onderzoekers ontwikkelen deze modellen voor een soort waar veel data over beschikbaar zijn zoals de gewone zeehond. Deze modellen passen ze aan voor zeehondensoorten in het noordpoolgebied.
In Nederland hebben we de gewone en grijze zeehond als vaste bewoner. In het noordpoolgebied komen ook zeehonden voor. Meerdere soorten, waaronder de walrus, de baardrob, de ringelrob, de klapmuts, de zadelrob, de bandrob en ook de gewone zeehond. Iedere soort heeft unieke eigenschappen. Zo zijn de klapmutsen vooral bekend om de ‘rode ballon’ die uit de neusgaten komen van de mannetjes. Daarmee lokken ze de vrouwtjes, die maar vier dagen hun jong zogen.
De onderzoekers Wolf Mooij van NIOO-KNAW en Geert Aarts en Sophie Brasseur van Wageningen Marine Research gaan modellen ontwikkelen om beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de levende zeehonden in het noordpoolgebied.
Met de modellen hopen ze in kaart te brengen welke gebieden de zeehonden naar verwachting meer gaan gebruiken in de toekomst.
Verandering van het klimaat is tegenwoordig overal merkbaar. Nergens is dat zo duidelijk als in de poolgebieden. Het noordpoolgebied bestaat grotendeels uit zee-ijs, waar miljoenen zeehonden leven. Door de opwarming van het klimaat trekt het zee-ijs hier zich steeds verder terug. Daarmee verdwijnt een belangrijke habitat van deze dieren.
De onderzoekers willen beter te begrijpen wat de invloed is van het terugtrekkende zee-ijs op de daar levende zeehonden. Hiervoor maken ze gebruik van zogenaamde ‘individueel-gebaseerde modellen’; modellen die zijn gebaseerd op de besluiten die individuele dieren moeten maken, zoals ‘Ga ik nu foerageren of rusten?’, ‘Heb ik voldoende reserves?’. De onderzoekers ontwikkelen deze modellen voor een soort waar veel data over beschikbaar zijn zoals de gewone zeehond. Deze modellen passen ze aan voor zeehondensoorten in het noordpoolgebied.
In Nederland hebben we de gewone en grijze zeehond als vaste bewoner. In het noordpoolgebied komen ook zeehonden voor. Meerdere soorten, waaronder de walrus, de baardrob, de ringelrob, de klapmuts, de zadelrob, de bandrob en ook de gewone zeehond. Iedere soort heeft unieke eigenschappen. Zo zijn de klapmutsen vooral bekend om de ‘rode ballon’ die uit de neusgaten komen van de mannetjes. Daarmee lokken ze de vrouwtjes, die maar vier dagen hun jong zogen.
Geen opmerkingen: