Evenwichtige zetelverdeling hindert besluitvorming waterschappen
De roep vanuit de samenleving om meer efficiƫntie en lagere belastingdruk, maar ook klimaatverandering en extreme weersomstandigheden vereisen van waterschappen dat zij met organisatorische veranderingen en innovatieve oplossingen komen. Uit onderzoek van promovendus Koen van den Oever komt echter naar voren dat er factoren zijn die besluitvorming en innovatie in de weg staan. Een van die factoren is de zetelverdeling binnen het waterschap: hoe evenwichtiger de zetelverdeling binnen het waterschap is, hoe politieker de besluitvorming is.
Het algemeen bestuur van een waterschap bestaat uit vertegenwoordigers van vier categorieƫn: ingezetenen (alle bewoners), ongebouwd (boeren), natuur (natuurbeheerders) en bedrijven. Het algemeen bestuur wordt gekozen voor een periode van vier jaar door middel van de waterschapsverkiezingen.
Aan de hand van een analyse van de notulen van alle algemeen bestuursvergaderingen van de waterschappen tussen 2008 en 2014 heeft Van den Oever de mate van politieke besluitvorming gemeten. Hij ontdekte dat een bestuur met een evenwichtigere verdeling aan zetels over de vier categorieƫn politieker zal handelen. En hoe politieker er gehandeld wordt, hoe meer de besluitvorming belemmerd wordt. Bij een evenwichtige zetelverdeling zijn de bestuursleden meer met politiek en eigenbelang bezig dan goed is voor de organisatie. Vooral bij sterk uiteenlopende belangen groeit de kans op het achterhouden van informatie, redeneren vanuit eigen belang(en) en partijvorming.
Politieke besluitvorming binnen het algemeen bestuur van waterschappen hindert onder meer innovatie. Als voorbeeld noemt Van den Oever de aanleg van vistrappen. “Zo’n initiatief kan wel belangrijk zijn voor de subgroep ‘Natuur’, maar krijgt minder snel goedkeuring van andere categorieĆ«n zoals ‘Ingezetenen’ waardoor zo’n project kan stranden.”
Uit het onderzoek van Van den Oever kwam ook naar voren dat politieke besluitvorming op korte termijn juist voordelig is voor een waterschap, wanneer deze deel uitmaakt van een samenwerkingsverband. In dat geval zal het politiekere waterschap meer waarde onttrekken uit dit verband dan deelnemers die minder politiek bedreven zijn. De keerzijde is dat op de langere termijn de andere waterschappen in zo’n samenwerkingsverband een politieker waterschap juist afstraffen op hun instelling, zo blijkt uit het onderzoek.
Van den Oever pleit voor meer rationaliteit binnen de strategische besluitvorming van waterschappen. “Wees bewust van de toenemende politieke besluitvorming bij een evenwichtige zetelverdeling. Stimuleer duidelijke en uitgebreide analyses als ondersteuning van het besluitvormingsproces. Daag andere bestuursleden uit om daarmee hun besluiten te onderbouwen en bestrijd claims die politiek gedreven zijn. Vraag om heldere uitleg als een bestuurslid ergens zijn mening over geeft.” Meer rationaliteit in het strategische besluitvormingsproces helpt de waterschappen om met innovatieve oplossingen te komen om aan de veranderende omgeving te voldoen, zo stelt Van den Oever. “De waterschappen doen fantastisch werk voor Nederland, maar het kan nĆ³g beter. Ik ben ervan overtuigd dat mijn aanbevelingen daaraan kunnen bijdragen.”
Het algemeen bestuur van een waterschap bestaat uit vertegenwoordigers van vier categorieƫn: ingezetenen (alle bewoners), ongebouwd (boeren), natuur (natuurbeheerders) en bedrijven. Het algemeen bestuur wordt gekozen voor een periode van vier jaar door middel van de waterschapsverkiezingen.
Aan de hand van een analyse van de notulen van alle algemeen bestuursvergaderingen van de waterschappen tussen 2008 en 2014 heeft Van den Oever de mate van politieke besluitvorming gemeten. Hij ontdekte dat een bestuur met een evenwichtigere verdeling aan zetels over de vier categorieƫn politieker zal handelen. En hoe politieker er gehandeld wordt, hoe meer de besluitvorming belemmerd wordt. Bij een evenwichtige zetelverdeling zijn de bestuursleden meer met politiek en eigenbelang bezig dan goed is voor de organisatie. Vooral bij sterk uiteenlopende belangen groeit de kans op het achterhouden van informatie, redeneren vanuit eigen belang(en) en partijvorming.
Politieke besluitvorming binnen het algemeen bestuur van waterschappen hindert onder meer innovatie. Als voorbeeld noemt Van den Oever de aanleg van vistrappen. “Zo’n initiatief kan wel belangrijk zijn voor de subgroep ‘Natuur’, maar krijgt minder snel goedkeuring van andere categorieĆ«n zoals ‘Ingezetenen’ waardoor zo’n project kan stranden.”
Uit het onderzoek van Van den Oever kwam ook naar voren dat politieke besluitvorming op korte termijn juist voordelig is voor een waterschap, wanneer deze deel uitmaakt van een samenwerkingsverband. In dat geval zal het politiekere waterschap meer waarde onttrekken uit dit verband dan deelnemers die minder politiek bedreven zijn. De keerzijde is dat op de langere termijn de andere waterschappen in zo’n samenwerkingsverband een politieker waterschap juist afstraffen op hun instelling, zo blijkt uit het onderzoek.
Van den Oever pleit voor meer rationaliteit binnen de strategische besluitvorming van waterschappen. “Wees bewust van de toenemende politieke besluitvorming bij een evenwichtige zetelverdeling. Stimuleer duidelijke en uitgebreide analyses als ondersteuning van het besluitvormingsproces. Daag andere bestuursleden uit om daarmee hun besluiten te onderbouwen en bestrijd claims die politiek gedreven zijn. Vraag om heldere uitleg als een bestuurslid ergens zijn mening over geeft.” Meer rationaliteit in het strategische besluitvormingsproces helpt de waterschappen om met innovatieve oplossingen te komen om aan de veranderende omgeving te voldoen, zo stelt Van den Oever. “De waterschappen doen fantastisch werk voor Nederland, maar het kan nĆ³g beter. Ik ben ervan overtuigd dat mijn aanbevelingen daaraan kunnen bijdragen.”
Geen opmerkingen: