Tauw onderzoekt 82 kilometer waterbodem van de Waal
De Waal is de belangrijkste scheepvaartverbinding tussen Rotterdam en Duitsland. Sommige delen van de waal worden wekelijks geploegd of gebaggerd om de intensieve scheepvaart mogelijk te maken. In 2015 onderzocht Tauw de waterbodem van de Waal, van Lobith tot Zaltbommel, ter facilitering van dit voortdurende onderhoud.
Een bijzonder onderzoek vanwege de omvang en de looptijd van het project en het type waterbodem. Binnen enkele weken werd namelijk 82 kilometer waterbodem onderzocht. Deze bevatte veel grind (tot wel 75%) en daarom waren specifieke NEN-normen (NEN 5719) van toepassing op het onderzoek.
Het slib in de Waal heeft een slechtere milieuhygiënische kwaliteit dan het grind. Omdat bij regulier onderzoek het grind voorafgaand aan de analyse verwijderd wordt uit het grondmonster, wordt de kwaliteit van het monster vervolgens (onterecht) slecht beoordeeld. Mogelijk wordt hierdoor veel schoon grind als afval gestort. Tauw hanteerde daarom een methode om een verdisconteerd gehalte te kunnen bepalen. De milieu-analyse van het monster vond plaats in de bodemfractie kleiner dan twee millimeter.
Het resultaat had echter betrekking op het gehele monster. Dus inclusief het aandeel grind. Dit aandeel grind werd in het laboratorium bepaald. Een notitie over deze methode, opgesteld door Tauw, stelt Rijkswaterstaat in staat om bij toekomstige onderzoeken in de Waal of andere gebieden waar veel grind aanwezig is, een adequate uitvraag op te stellen.
Sialtech bv voerde de monstername van de waterbodem uit bij de meest onderhoudsgevoelige gebieden. Dit werd gebaseerd op het actuele diepteprofiel van de rivier. Het onderzoek is echter representatief voor het gehele gebied binnen de normaallijnen: van de uiteinde van de kribben aan de noordzijde tot de kribben aan de zuidzijde. Het onderzoek maakt milieuhygiënisch verantwoord onderhoud aan de Waal voor de komende twee jaar weer mogelijk.
Een bijzonder onderzoek vanwege de omvang en de looptijd van het project en het type waterbodem. Binnen enkele weken werd namelijk 82 kilometer waterbodem onderzocht. Deze bevatte veel grind (tot wel 75%) en daarom waren specifieke NEN-normen (NEN 5719) van toepassing op het onderzoek.
Het slib in de Waal heeft een slechtere milieuhygiënische kwaliteit dan het grind. Omdat bij regulier onderzoek het grind voorafgaand aan de analyse verwijderd wordt uit het grondmonster, wordt de kwaliteit van het monster vervolgens (onterecht) slecht beoordeeld. Mogelijk wordt hierdoor veel schoon grind als afval gestort. Tauw hanteerde daarom een methode om een verdisconteerd gehalte te kunnen bepalen. De milieu-analyse van het monster vond plaats in de bodemfractie kleiner dan twee millimeter.
Het resultaat had echter betrekking op het gehele monster. Dus inclusief het aandeel grind. Dit aandeel grind werd in het laboratorium bepaald. Een notitie over deze methode, opgesteld door Tauw, stelt Rijkswaterstaat in staat om bij toekomstige onderzoeken in de Waal of andere gebieden waar veel grind aanwezig is, een adequate uitvraag op te stellen.
Sialtech bv voerde de monstername van de waterbodem uit bij de meest onderhoudsgevoelige gebieden. Dit werd gebaseerd op het actuele diepteprofiel van de rivier. Het onderzoek is echter representatief voor het gehele gebied binnen de normaallijnen: van de uiteinde van de kribben aan de noordzijde tot de kribben aan de zuidzijde. Het onderzoek maakt milieuhygiënisch verantwoord onderhoud aan de Waal voor de komende twee jaar weer mogelijk.
Geen opmerkingen: