Minister Schultz presenteert plan verbetering waterkwaliteit
Het is de ambitie van het kabinet de Nederlandse wateren chemisch schoon en ecologisch gezond te maken. Water om in te zwemmen, op zoveel mogelijk plaatsen. Water als grondstof voor de bereiding van drinkwater, voor de industrie en de landbouw, voor planten en dieren. Om vaart te maken heeft minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu vandaag het Werkprogramma Schoon Water naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin maken Rijk, regionale overheden, het betrokken bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties afspraken om de ambitie van het kabinet waar te maken.
“De waterkwaliteit in Nederland verbetert gestaag. Hierdoor verschijnen weer waterplanten en neemt de diversiteit aan vissoorten toe. De zalm en de houting zijn terug in Nederland. Maar we hebben ook nog een flinke klus te klaren. En daar hebben alle partijen elkaar bij nodig”, verklaart minister Schultz. Sommige meren zijn een groene soep en drijflagen met blauwalgen veroorzaken overlast. Ook gaat de kwaliteit van drinkwaterbronnen achteruit. Er duiken steeds nieuwe stoffen op, bijvoorbeeld uit medicijnresten en microplastics, die problematisch blijken voor het onderwaterleven en de productie van drinkwater.
Met het Werkprogramma Schoon Water bepalen alle waterpartijen gezamenlijk welke aanvullende maatregelen nodig zijn en waar het het meest urgent is. Bij de instrumenten kan gedacht worden aan voorlichting, financiële prikkels, handhaving en concrete maatregelen zoals uitbreiding van mestverwerking of lozingseisen, Green Deals, teeltvrije zones of het versneld toepassen van innovatieve technieken. Het Werkprogramma is nog niet af, het is een ‘levend document’. In januari wordt verder gewerkt aan de taakverdeling tussen de partijen, evenals aan de verdeling van de financiële bijdragen. Een tabel met concrete acties ‘wat-wie-wanneer’ op het gebied van o.a. nutriënten (mest), gewasbeschermingsmiddelen, restanten van geneesmiddelen en (micro)plastics moet duidelijk maken wie op de voortgang wordt aangesproken en wanneer het ‘product’ wordt opgeleverd. Het doel is een volledige versie van het Werkprogramma af te ronden voor de zomer van 2016.
Uiterlijk in 2027 moet dit proces tot resultaten hebben geleid. De tijd tot 2027 is nodig, omdat het voor sommige problemen langere tijd duurt voordat het effect van maatregelen zichtbaar wordt. Nederland heeft in vergelijking met veel andere EU-landen een flinke opgave. We zijn een klein, dichtbevolkt land. Het is dan per definitie moeilijker dan voor een land als Zweden, waar dorpen een uur uit elkaar liggen. Bovendien zijn er weinig natuurlijke watersystemen. Voor veiligheid, transport en de aan- en afvoer van water zijn veel wateren sterk veranderd of kunstmatig gegraven. Ook zijn veel wateren gegraven om het land onder de zeespiegel te kunnen gebruiken. Verbetering van die inrichting vindt al plaats door bijvoorbeeld beekherstel, natuurvriendelijke oevers, nevengeulen, peilbeheer en vispassages.
“De waterkwaliteit in Nederland verbetert gestaag. Hierdoor verschijnen weer waterplanten en neemt de diversiteit aan vissoorten toe. De zalm en de houting zijn terug in Nederland. Maar we hebben ook nog een flinke klus te klaren. En daar hebben alle partijen elkaar bij nodig”, verklaart minister Schultz. Sommige meren zijn een groene soep en drijflagen met blauwalgen veroorzaken overlast. Ook gaat de kwaliteit van drinkwaterbronnen achteruit. Er duiken steeds nieuwe stoffen op, bijvoorbeeld uit medicijnresten en microplastics, die problematisch blijken voor het onderwaterleven en de productie van drinkwater.
Met het Werkprogramma Schoon Water bepalen alle waterpartijen gezamenlijk welke aanvullende maatregelen nodig zijn en waar het het meest urgent is. Bij de instrumenten kan gedacht worden aan voorlichting, financiële prikkels, handhaving en concrete maatregelen zoals uitbreiding van mestverwerking of lozingseisen, Green Deals, teeltvrije zones of het versneld toepassen van innovatieve technieken. Het Werkprogramma is nog niet af, het is een ‘levend document’. In januari wordt verder gewerkt aan de taakverdeling tussen de partijen, evenals aan de verdeling van de financiële bijdragen. Een tabel met concrete acties ‘wat-wie-wanneer’ op het gebied van o.a. nutriënten (mest), gewasbeschermingsmiddelen, restanten van geneesmiddelen en (micro)plastics moet duidelijk maken wie op de voortgang wordt aangesproken en wanneer het ‘product’ wordt opgeleverd. Het doel is een volledige versie van het Werkprogramma af te ronden voor de zomer van 2016.
Uiterlijk in 2027 moet dit proces tot resultaten hebben geleid. De tijd tot 2027 is nodig, omdat het voor sommige problemen langere tijd duurt voordat het effect van maatregelen zichtbaar wordt. Nederland heeft in vergelijking met veel andere EU-landen een flinke opgave. We zijn een klein, dichtbevolkt land. Het is dan per definitie moeilijker dan voor een land als Zweden, waar dorpen een uur uit elkaar liggen. Bovendien zijn er weinig natuurlijke watersystemen. Voor veiligheid, transport en de aan- en afvoer van water zijn veel wateren sterk veranderd of kunstmatig gegraven. Ook zijn veel wateren gegraven om het land onder de zeespiegel te kunnen gebruiken. Verbetering van die inrichting vindt al plaats door bijvoorbeeld beekherstel, natuurvriendelijke oevers, nevengeulen, peilbeheer en vispassages.
Geen opmerkingen: