Miljoenen jonge vis onder het Arctische zee-ijs
Voor het eerst is er Arctische kabeljauw gevangen onder het Arctische zee-ijs. Dit was mogelijk door het gebruik van ijsnet SUIT (Surface and Under Ice Trawl), waarmee eerder op Antarctica de bovenste laag van het water onder het ijs onderzocht werd. Door deze methode konden de herkomst en verspreiding van Arctische kabeljauw op grote schaal worden bepaald. Dit is belangrijk omdat het een belangrijke voedselbron is voor zeehonden, walvissen en vogels in het Noordpoolgebied.
Witte walvissen, narwhals, ringelrobben en vele Arctische zeevogels hebben één ding gemeen: ze eten het liefst Arctische kabeljauw (Boreogadus saida). Hierdoor is de vis één van de ecologisch meest belangrijke dieren in de Arctische Oceaan. Desondanks is er nog veel onbekend over deze vis. Er was bijvoorbeeld al langer bekend dat jonge kabeljauw onder het zee-ijs leeft, maar men wist echter nooit hoeveel het er waren. “Voor het eerst hebben we een groot aantal Arctische kabeljauw kunnen vangen met behulp van de SUIT. Hierdoor hebben we een schatting kunnen maken van hun voorkomen in een groot gebied. Als we deze bevindingen extrapoleren, zouden er meer dan negen miljard Arctische kabeljauw onder het zee-ijs van de oostelijke Arctische Oceaan zitten. Daarnaast hebben we ook essentiële biologische en fysische data kunnen verzamelen”, legt Carmen David uit.
De data is verzameld in de zomer van 2012, tijdens een Arctische expeditie aan boord van ijsbreker Polarstern. “We weten nu dat veel één– en tweejarige vis direct onder het zee-ijs leeft en zich voedt met onder andere amphipoden”, vertelt David. “Omdat sommige jonge Arctische Kabeljauw in overhangende scheuren van het zee-ijs zitten, hebben we waarschijnlijk niet alle vis gevangen met ons net. Dit betekent dat de Arctische-kabeljauwpopulatie mogelijk nog groter is dan we hebben geschat”.
Er werd al langer vermoed dat de jonge vis de centrale Arctische Oceaan bereikt vanuit de broedgebieden met drijvend ijs. Deze broedgebieden zijn te vinden in kustgebieden van de Laptevzee en Karazee bij Noord-Siberië. In de herfst vormt zich hier nieuw zee-ijs dat geleidelijk richting het noorden drijft, geduwd door de wind. Er wordt aangenomen dat de jonge vis met het ijs meereist. “Er is satellietdata geanalyseerd om te bepalen hoe ver het zee-ijs vanuit dat gebied is gedreven”, vertelt Hauke Flores, voormalig IMARES-medewerker en nu Iceflux-groepsleider bij het Alfed Wegener Instituut. “Het kostte het ijs tussen 240 en 340 dagen om van de kust naar ons onderzoeksgebied op zee te reizen. Dit aantal dagen komt overeen met de grootte en leeftijd van de jonge Arctische kabeljauw die we hebben gevangen.” Analyse van het weefsel van de vissen laat zien dat ze in goede conditie waren, wat aangeeft dat er voldoende voedsel was onder het ijs en dat het zee-ijs een goede kweekplaats vormt voor de Arctische kabeljauw.
De nieuwe inzichten over jonge vis onder het ijs zijn belangrijk omdat het op dit moment nog steeds moeilijk te zeggen is hoe de populatie Arctische kabeljauw zal veranderen als gevolg van klimaatverandering. De grootste en belangrijkste populatie leeft in de Barentszzee, boven Noorwegen. Omdat de Barentszzee door klimaatverandering aan het opwarmen is, zijn er sinds een aantal jaren andere vissoorten naar het noorden getrokken zoals lodde (Mallotus villosus) en kabeljauw uit de Atlantische oceaan (Gadus morhua), die mogelijk concurrenten kunnen worden van de Arctische kabeljauw. Noorse onderzoekers hebben zelfs recentelijk bevestigd dat, in een regelmatig gemonitord fjord van Spitsbergen, voor het eerst geen Arctische kabeljauw is gevonden maar wel veel Atlantische kabeljauw.
Wanneer de populatie Arctische kabeljauw in de Barentszzee daadwerkelijk krimpt, kan het zijn dat de jonge vissen onder het zee-ijs van de oostelijk Arctische Oceaan nòg belangrijker worden, onder andere om verliezen op andere plekken aan te vullen. “We willen kijken of de jonge Arctische kabeljauw onder het zee-ijs als een soort reserve functioneert, waarbij de algemene overlevingskans van kustpopulaties wordt vergroot door genetische uitwisseling met populaties nabij Siberië en andere plaatsen”, aldus Hauke Flores.
Witte walvissen, narwhals, ringelrobben en vele Arctische zeevogels hebben één ding gemeen: ze eten het liefst Arctische kabeljauw (Boreogadus saida). Hierdoor is de vis één van de ecologisch meest belangrijke dieren in de Arctische Oceaan. Desondanks is er nog veel onbekend over deze vis. Er was bijvoorbeeld al langer bekend dat jonge kabeljauw onder het zee-ijs leeft, maar men wist echter nooit hoeveel het er waren. “Voor het eerst hebben we een groot aantal Arctische kabeljauw kunnen vangen met behulp van de SUIT. Hierdoor hebben we een schatting kunnen maken van hun voorkomen in een groot gebied. Als we deze bevindingen extrapoleren, zouden er meer dan negen miljard Arctische kabeljauw onder het zee-ijs van de oostelijke Arctische Oceaan zitten. Daarnaast hebben we ook essentiële biologische en fysische data kunnen verzamelen”, legt Carmen David uit.
De data is verzameld in de zomer van 2012, tijdens een Arctische expeditie aan boord van ijsbreker Polarstern. “We weten nu dat veel één– en tweejarige vis direct onder het zee-ijs leeft en zich voedt met onder andere amphipoden”, vertelt David. “Omdat sommige jonge Arctische Kabeljauw in overhangende scheuren van het zee-ijs zitten, hebben we waarschijnlijk niet alle vis gevangen met ons net. Dit betekent dat de Arctische-kabeljauwpopulatie mogelijk nog groter is dan we hebben geschat”.
Er werd al langer vermoed dat de jonge vis de centrale Arctische Oceaan bereikt vanuit de broedgebieden met drijvend ijs. Deze broedgebieden zijn te vinden in kustgebieden van de Laptevzee en Karazee bij Noord-Siberië. In de herfst vormt zich hier nieuw zee-ijs dat geleidelijk richting het noorden drijft, geduwd door de wind. Er wordt aangenomen dat de jonge vis met het ijs meereist. “Er is satellietdata geanalyseerd om te bepalen hoe ver het zee-ijs vanuit dat gebied is gedreven”, vertelt Hauke Flores, voormalig IMARES-medewerker en nu Iceflux-groepsleider bij het Alfed Wegener Instituut. “Het kostte het ijs tussen 240 en 340 dagen om van de kust naar ons onderzoeksgebied op zee te reizen. Dit aantal dagen komt overeen met de grootte en leeftijd van de jonge Arctische kabeljauw die we hebben gevangen.” Analyse van het weefsel van de vissen laat zien dat ze in goede conditie waren, wat aangeeft dat er voldoende voedsel was onder het ijs en dat het zee-ijs een goede kweekplaats vormt voor de Arctische kabeljauw.
De nieuwe inzichten over jonge vis onder het ijs zijn belangrijk omdat het op dit moment nog steeds moeilijk te zeggen is hoe de populatie Arctische kabeljauw zal veranderen als gevolg van klimaatverandering. De grootste en belangrijkste populatie leeft in de Barentszzee, boven Noorwegen. Omdat de Barentszzee door klimaatverandering aan het opwarmen is, zijn er sinds een aantal jaren andere vissoorten naar het noorden getrokken zoals lodde (Mallotus villosus) en kabeljauw uit de Atlantische oceaan (Gadus morhua), die mogelijk concurrenten kunnen worden van de Arctische kabeljauw. Noorse onderzoekers hebben zelfs recentelijk bevestigd dat, in een regelmatig gemonitord fjord van Spitsbergen, voor het eerst geen Arctische kabeljauw is gevonden maar wel veel Atlantische kabeljauw.
Wanneer de populatie Arctische kabeljauw in de Barentszzee daadwerkelijk krimpt, kan het zijn dat de jonge vissen onder het zee-ijs van de oostelijk Arctische Oceaan nòg belangrijker worden, onder andere om verliezen op andere plekken aan te vullen. “We willen kijken of de jonge Arctische kabeljauw onder het zee-ijs als een soort reserve functioneert, waarbij de algemene overlevingskans van kustpopulaties wordt vergroot door genetische uitwisseling met populaties nabij Siberië en andere plaatsen”, aldus Hauke Flores.
Geen opmerkingen: