'Nederlandse vispassages belangrijk voor bijna alle vissoorten'
Tom Buijse |
Omdat er in de Nederlandse wateren veel stuwen en dammen aanwezig zijn, worden de bewegingen van vissen tussen bijvoorbeeld schuil-, voedsel-, en paaigebieden gehinderd. Dit heeft op veel plaatsen geleid tot een ecologisch lage kwaliteit van de visstand met een beperkte biodiversiteit.
Met de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) kwam vanaf 2000 de verplichting om te zorgen dat die ecologische kwaliteit voldoende goed wordt. Hiervoor hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat honderden vispassages aangelegd, om noodzakelijke verbindingen tussen wateren te herstellen. In welke mate deze vispassages voldoen werd vooral lokaal, maar nog niet eerder op landelijke schaal onderzocht. Het unieke aan deze studie is dat niet alleen werd gekeken naar welke soorten de vispassages gebruikten, maar dat dit werd vergeleken met de vissoorten die voorkomen in de directe omgeving van de vispassages.
De beste oplossing voor vissen zou zijn om hindernissen zoals stuwen te verwijderen, maar dat is in het sterk aangepaste Nederland een serieuze uitdaging. Het aanleggen van vispassages kan dan ook voor veel vissoorten een uitkomst bieden en bijdragen aan een gezonde visstand. In dit onderzoek is vooral gekeken óf vissoorten de passages gebruiken, niet wat de efficiëntie is.
Geen opmerkingen: