Wetterskip Fryslân onderzoekt visstand in meren, kanalen en beken
Wetterskip Fryslân is gestart met de opname van de visstand in een groot aantal wateren in haar beheergebied. Het gaat om de aantallen, de soorten, het gewicht en de conditie van de vispopulatie. Het onderzoek levert een bijdrage aan het vaststellen van de ecologische toestand van het oppervlaktewater.
Wetterskip Fryslân laat de visstand elke drie jaar onderzoeken. Dit jaar worden in augustus en september zo’n 16 wateren onderzocht waaronder het Nannewiid, de Lytse Wielen, Lende, Alddjip, Lauwers, Prinses Margrietkanaal, Kouwe Faart, watergangen op Ameland, boezemkanalen bij Franeker en een groot aantal boezemmeren in het zuidwesten van de provincie. Met behulp van lange reeksen waarnemingen kunnen conclusies getrokken worden over de ontwikkelingen in de visstand. Het waterschap doet daarnaast onderzoek naar de chemische kwaliteit, de waterplanten, de algen en kleinere waterdieren. Al deze metingen geven inzicht in de ecologische toestand van het oppervlaktewater.
Wetterskip Fryslân gebruikt de meetgegevens onder meer voor de Kaderrichtlijn Water. Dit is een Europese richtlijn voor verbetering van de kwaliteit van de oppervlaktewateren. Om de kwaliteit van het water te verbeteren legt het waterschap onder meer natuurvriendelijke oevers aan langs meren, kanalen en vaarten en wordt geïnvesteerd in het verder verbeteren van de afvalwaterzuivering. Ook worden diverse stuwen, sluizen en gemalen aangepast ter bevordering van vismigratie. Hiermee wil Wetterskip Fryslân de leefgebieden van vissoorten vergroten. Met het onderzoek kan het waterschap de effecten van de maatregelen nagaan.
Bij het onderzoek worden de Friese beroepsvissers en ecologische adviesbureaus Altenburg & Wymenga uit Veenwouden en ATKB uit Geldermalsen ingeschakeld. Alle gevangen vis wordt gemeten en gewogen. Daarnaast wordt ook naar de gezondheid van de vissen gekeken. Alle vis wordt weer teruggezet in het water.
Wetterskip Fryslân laat de visstand elke drie jaar onderzoeken. Dit jaar worden in augustus en september zo’n 16 wateren onderzocht waaronder het Nannewiid, de Lytse Wielen, Lende, Alddjip, Lauwers, Prinses Margrietkanaal, Kouwe Faart, watergangen op Ameland, boezemkanalen bij Franeker en een groot aantal boezemmeren in het zuidwesten van de provincie. Met behulp van lange reeksen waarnemingen kunnen conclusies getrokken worden over de ontwikkelingen in de visstand. Het waterschap doet daarnaast onderzoek naar de chemische kwaliteit, de waterplanten, de algen en kleinere waterdieren. Al deze metingen geven inzicht in de ecologische toestand van het oppervlaktewater.
Wetterskip Fryslân gebruikt de meetgegevens onder meer voor de Kaderrichtlijn Water. Dit is een Europese richtlijn voor verbetering van de kwaliteit van de oppervlaktewateren. Om de kwaliteit van het water te verbeteren legt het waterschap onder meer natuurvriendelijke oevers aan langs meren, kanalen en vaarten en wordt geïnvesteerd in het verder verbeteren van de afvalwaterzuivering. Ook worden diverse stuwen, sluizen en gemalen aangepast ter bevordering van vismigratie. Hiermee wil Wetterskip Fryslân de leefgebieden van vissoorten vergroten. Met het onderzoek kan het waterschap de effecten van de maatregelen nagaan.
Bij het onderzoek worden de Friese beroepsvissers en ecologische adviesbureaus Altenburg & Wymenga uit Veenwouden en ATKB uit Geldermalsen ingeschakeld. Alle gevangen vis wordt gemeten en gewogen. Daarnaast wordt ook naar de gezondheid van de vissen gekeken. Alle vis wordt weer teruggezet in het water.
Geen opmerkingen: