ICES: Huidig niveau visserij heeft weinig invloed
Het internationale adviesorgaan ICES zegt in haar laatste rapport dat de huidige visserijdruk op paling waarschijnlijk nog maar weinig invloed heeft op het ecosysteem. Voor de vermindering van palingsterfte wijst ICES nadrukkelijk naar alle menselijk factoren die sterfte veroorzaken. Zij doelt daarbij op (sport)visserij, waterkrachtcentrales, gemalen en verontreiniging.
In hetzelfde rapport schrijft ICES dat er voor het derde jaar op rij sprake is van een verhoogde intrek van glasaal aan de Europese kusten. Het seizoen 2013-2014 liet zelfs een niveau zien dat vergelijkbaar is met de intrekcijfers van 30 jaar geleden. Voorzichtigheid blijft echter geboden, zegt ICES, met een soort die al zo lang bestaat, maar waar slechts weinig van bekend is.
Andrew Kerr, voorzitter van de Sustainable Eel Group (SEG) is optimistisch over de uitkomsten van het ICES-rapport: "Het is een volstrekt juiste conclusie van de wetenschappers, dat vanaf nu de aandacht, investeringen en inspanningen gericht moeten zijn op het oplossen van andere factoren dan visserij. De focus moet nu komen te liggen op het oplossen van de knelpunten bij waterkrachtcentrales en gemalen."
Alex Koelewijn, voorzitter Stichting DUPAN zegt daarover: "in Engeland hebben waterschappen zo'n 100 miljoen euro vrijgemaakt voor migratieoplossingen, met name voor paling. SEG en DUPAN roepen daarom andere landen in Europa, ook Nederland, op om ook de nodige maatregelen te treffen en de migratieroutes voor paling te verbeteren."
De groep van wetenschappers binnen ICES kwam in de herfst in Rome bijeen om de laatste informatie over paling te bestuderen. Vanuit alle landen waar paling voorkomt werd deelgenomen aan de bijeenkomst om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Er zou gesproken zijn over verbluffende aantallen glasalen dit najaar in Egypte en de gehele Noord-Afrikaanse kust.
Het ICES-rapport erkent dat het uitzetten van glas- en pootaal bijdraagt aan de productie van rode- en schieraal. Echter, de hoeveelheid schieraal die uiteindelijk ontsnapt naar zee én daadwerkelijk voortplant in de Sargassozee, kan nog steeds niet worden vastgesteld.
In hetzelfde rapport schrijft ICES dat er voor het derde jaar op rij sprake is van een verhoogde intrek van glasaal aan de Europese kusten. Het seizoen 2013-2014 liet zelfs een niveau zien dat vergelijkbaar is met de intrekcijfers van 30 jaar geleden. Voorzichtigheid blijft echter geboden, zegt ICES, met een soort die al zo lang bestaat, maar waar slechts weinig van bekend is.
Andrew Kerr, voorzitter van de Sustainable Eel Group (SEG) is optimistisch over de uitkomsten van het ICES-rapport: "Het is een volstrekt juiste conclusie van de wetenschappers, dat vanaf nu de aandacht, investeringen en inspanningen gericht moeten zijn op het oplossen van andere factoren dan visserij. De focus moet nu komen te liggen op het oplossen van de knelpunten bij waterkrachtcentrales en gemalen."
Alex Koelewijn, voorzitter Stichting DUPAN zegt daarover: "in Engeland hebben waterschappen zo'n 100 miljoen euro vrijgemaakt voor migratieoplossingen, met name voor paling. SEG en DUPAN roepen daarom andere landen in Europa, ook Nederland, op om ook de nodige maatregelen te treffen en de migratieroutes voor paling te verbeteren."
De groep van wetenschappers binnen ICES kwam in de herfst in Rome bijeen om de laatste informatie over paling te bestuderen. Vanuit alle landen waar paling voorkomt werd deelgenomen aan de bijeenkomst om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Er zou gesproken zijn over verbluffende aantallen glasalen dit najaar in Egypte en de gehele Noord-Afrikaanse kust.
Het ICES-rapport erkent dat het uitzetten van glas- en pootaal bijdraagt aan de productie van rode- en schieraal. Echter, de hoeveelheid schieraal die uiteindelijk ontsnapt naar zee én daadwerkelijk voortplant in de Sargassozee, kan nog steeds niet worden vastgesteld.
Geen opmerkingen: