Nieuwe Hollandse Waterlinie op weg naar Werelderfgoedstatus
Het Rijk draagt het nationaal project Nieuwe Hollandse Waterlinie over aan de provincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant.
Sinds 1999 zijn heel veel forten, sluizen en groepsschuilplaatsen in de oude verdedigingslinie met overheidsgeld gerestaureerd en toegankelijk voor een groot publiek. Vanaf nu komt het accent op gebruik van de linie en het verzilveren van de nominatie van UNESCO Werelderfgoed. Met de ondertekening van de Bestuursovereenkomst ‘Pact van Altena’ op 2 oktober, bekrachtigden de provincies hun ambities en samenwerking aan de linie.
Duizenden mensen werkten de afgelopen jaren mee aan het herstel en hergebruik van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die ontwikkeld werd tussen 1815 en 1940. Ondernemers, bewonersgroepen en maatschappelijke organisaties knapten forten op, gaven ze een nieuwe bestemming en maakten ze toegankelijk. Toeristen en recreanten kunnen inmiddels fietsend en wandelend de forten ontdekken en terecht bij de vele pleisterplaatsen. Er is zo veel gerealiseerd dat het accent de komende jaren verschuift naar het gebruik en beheer van alles wat ontwikkeld is. Het Rijk draagt het stokje over aan de provincies. Zij bepalen samen de koers van het nationale project tot 2020.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is niet alleen het grootste rijksmonument van Nederland, het is ook genomineerd als Werelderfgoed. De provincies overhandigden op 2 oktober een brief aan directeur van ’t Veen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gebruikt het document om de kandidaten te prioriteren. Als alles goed gaat, kent UNESCO de status Werelderfgoed rond 2018 officieel aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie toe als uitbreiding van het Werelderfgoed Stelling van Amsterdam. De Stelling staat al op de lijst. Opname op de prestigieuze UNESCO lijst betekent wereldwijd publieke bekendheid en belangstelling: een stevige basis voor een duurzaam behoud van het erfgoed voor toekomstige generaties.
Ook de provincies blijven de komende jaren actief in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, want die is nog niet ‘af’. Er zijn een paar projecten nog in uitvoering, er ontbreken nog een aantal schakels in de routenetwerken en voor sommige forten is nog geen nieuwe bestemming gevonden. Daar werken de provincies aan verder. Ook blijven zij meewerken aan veelbelovende initiatieven en het behoud van wat is gerealiseerd: zowel de cultuurhistorische kwaliteit van het landschap en de monumenten als de opgebouwde kennis.
Sinds 1999 zijn heel veel forten, sluizen en groepsschuilplaatsen in de oude verdedigingslinie met overheidsgeld gerestaureerd en toegankelijk voor een groot publiek. Vanaf nu komt het accent op gebruik van de linie en het verzilveren van de nominatie van UNESCO Werelderfgoed. Met de ondertekening van de Bestuursovereenkomst ‘Pact van Altena’ op 2 oktober, bekrachtigden de provincies hun ambities en samenwerking aan de linie.
Duizenden mensen werkten de afgelopen jaren mee aan het herstel en hergebruik van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die ontwikkeld werd tussen 1815 en 1940. Ondernemers, bewonersgroepen en maatschappelijke organisaties knapten forten op, gaven ze een nieuwe bestemming en maakten ze toegankelijk. Toeristen en recreanten kunnen inmiddels fietsend en wandelend de forten ontdekken en terecht bij de vele pleisterplaatsen. Er is zo veel gerealiseerd dat het accent de komende jaren verschuift naar het gebruik en beheer van alles wat ontwikkeld is. Het Rijk draagt het stokje over aan de provincies. Zij bepalen samen de koers van het nationale project tot 2020.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is niet alleen het grootste rijksmonument van Nederland, het is ook genomineerd als Werelderfgoed. De provincies overhandigden op 2 oktober een brief aan directeur van ’t Veen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gebruikt het document om de kandidaten te prioriteren. Als alles goed gaat, kent UNESCO de status Werelderfgoed rond 2018 officieel aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie toe als uitbreiding van het Werelderfgoed Stelling van Amsterdam. De Stelling staat al op de lijst. Opname op de prestigieuze UNESCO lijst betekent wereldwijd publieke bekendheid en belangstelling: een stevige basis voor een duurzaam behoud van het erfgoed voor toekomstige generaties.
Ook de provincies blijven de komende jaren actief in de Nieuwe Hollandse Waterlinie, want die is nog niet ‘af’. Er zijn een paar projecten nog in uitvoering, er ontbreken nog een aantal schakels in de routenetwerken en voor sommige forten is nog geen nieuwe bestemming gevonden. Daar werken de provincies aan verder. Ook blijven zij meewerken aan veelbelovende initiatieven en het behoud van wat is gerealiseerd: zowel de cultuurhistorische kwaliteit van het landschap en de monumenten als de opgebouwde kennis.
Geen opmerkingen: