Tauw onderzoekt kansen slibontwatering met schroefpers
Tauw heeft in opdracht van Stowa de kansen onderzocht voor het toepassen van schroefpersen bij het ontwateren van zuiveringsslib, als alternatief voor de nu veelal gebruikte technieken voor slibontwatering waarbij veel energie en chemicaliën nodig zijn. De resultaten zijn positief.
Op basis van buitenlandse ervaringen en kleinschalige testen in Nederland lijkt de schroefpers relatief weinig polymeer en energie te verbruiken voor de ontwatering van slib. In Nederland gebeurt de ontwatering van zuiveringsslib voornamelijk met centrifuges, zeefbandpersen en kamerfilterpersen. Dit kost behoorlijk veel energie. Ook moet er veel polymeer worden toegevoegd, een chemische stof die zorgt voor een betere ontwaterbaarheid van het slib. Polymeer en energie leveren de waterschappen een grote kostenpost op. Daarnaast spelen onderhoud en betrouwbaarheid van de slibontwatering een belangrijke rol.
Tauw heeft bij zes waterschappen korte testen uitgevoerd met een klein model schroefpers om te onderzoeken hoe de schroefpers functioneert bij verschillende slibsoorten. Vervolgens is er op awzi Tollebeek bij Emmeloord een grootschalige duurtest van zes weken uitgevoerd waarbij de ontwateringsprestaties van de schroefpers langduriger en meer in detail gemonitoord zijn. Op basis van
de resultaten uit de duurtest is een indicatieve vergelijking gemaakt tussen de prestaties van schroefpersen, centrifuges en zeefbandpersen waarbij de technieken beoordeeld zijn op kosten en andere relevante criteria.
Uit de testen is naar voren gekomen dat de schroefpers een kansrijk alternatief is voor de ontwatering van Nederlands rwzi slib. De schroefpers blijkt in staat om verschillende soorten Nederlands rwzi slib succesvol te ontwateren. In vergelijking met andere ontwateringstechnieken is het verbruik van energie en polymeer daarbij relatief laag. Omdat het een nieuwe techniek betreft, is er nog weinig inzicht in de beheer- en onderhoudskosten maar gezien het lage toerental, de eenvoudige constructie en weinige slijtende onderdelen zullen deze waarschijnlijk laag zijn.
Op basis van buitenlandse ervaringen en kleinschalige testen in Nederland lijkt de schroefpers relatief weinig polymeer en energie te verbruiken voor de ontwatering van slib. In Nederland gebeurt de ontwatering van zuiveringsslib voornamelijk met centrifuges, zeefbandpersen en kamerfilterpersen. Dit kost behoorlijk veel energie. Ook moet er veel polymeer worden toegevoegd, een chemische stof die zorgt voor een betere ontwaterbaarheid van het slib. Polymeer en energie leveren de waterschappen een grote kostenpost op. Daarnaast spelen onderhoud en betrouwbaarheid van de slibontwatering een belangrijke rol.
Tauw heeft bij zes waterschappen korte testen uitgevoerd met een klein model schroefpers om te onderzoeken hoe de schroefpers functioneert bij verschillende slibsoorten. Vervolgens is er op awzi Tollebeek bij Emmeloord een grootschalige duurtest van zes weken uitgevoerd waarbij de ontwateringsprestaties van de schroefpers langduriger en meer in detail gemonitoord zijn. Op basis van
de resultaten uit de duurtest is een indicatieve vergelijking gemaakt tussen de prestaties van schroefpersen, centrifuges en zeefbandpersen waarbij de technieken beoordeeld zijn op kosten en andere relevante criteria.
Uit de testen is naar voren gekomen dat de schroefpers een kansrijk alternatief is voor de ontwatering van Nederlands rwzi slib. De schroefpers blijkt in staat om verschillende soorten Nederlands rwzi slib succesvol te ontwateren. In vergelijking met andere ontwateringstechnieken is het verbruik van energie en polymeer daarbij relatief laag. Omdat het een nieuwe techniek betreft, is er nog weinig inzicht in de beheer- en onderhoudskosten maar gezien het lage toerental, de eenvoudige constructie en weinige slijtende onderdelen zullen deze waarschijnlijk laag zijn.
Geen opmerkingen: