Innovatieve zoet-zoutscheiding Krammerjachtensluis gereed
Vanaf 25 april 2014 wordt in de noordelijke jachtensluis van de Krammersluizen gewerkt met een nieuwe methode om zoet en zout water te scheiden. In plaats van het vervangen van zout water in de sluis door zoet water en andersom, wordt het water nu aan weerszijden van de sluis gescheiden door een innovatief systeem van luchtbellen, zoetwaterinjectie en het spoelen met zoet water. Het nieuwe systeem wordt nauwkeurig gevolgd om een goed ontwerp te maken voor de Krammersluizen waar de beroepsvaart doorvaart.
Voorwaarden om de nieuwe techniek ook in de andere sluizen van het Krammersluizencomplex in te bouwen zijn dat het nieuwe systeem het zout voldoende tegen kan houden, dit voor de vaarweggebruiker een forse tijdwinst oplevert en voor Rijkswaterstaat een besparing op beheer- en onderhoudskosten.
De innovatie ten opzichte van bestaande bellenschermen zit in een betere verdeling van de lucht die in het water wordt gepompt en in de combinatie met een waterscherm en een spoeldebiet. De luchtbellenschermen en het waterscherm scheiden het zoete en het zoute water door onder water een barrière te vormen waar het zoute water beperkt doorheen dringt. Het spoeldebiet is een stroom van zoetwater die via openingen in de sluisdeur in de sluiskolk wordt gebracht en ervoor zorgt dat het water in de sluiskolk en de voorhaven zo zoet mogelijk wordt gehouden.
De nieuwe techniek is voor het eerst getest in de Stevinsluis (Afsluitdijk) en er zijn in de Krammerjachtensluis diverse proefvaarten gehouden.
Rijkswaterstaat, Stichting Deltares en Royal HaskoningDHV onderzoeken komende weken hoe effectief het nieuwe systeem is en kijken ook naar het zoetwatergebruik, de effecten op de scheepvaart, de betekenis voor beheer en onderhoud, het energieverbruik en effecten op de natuur.
De omgebouwde sluis dient feitelijk als proeftuin waar optimalisaties kunnen worden doordacht. Samen onderzoeken Rijkswaterstaat, Stichting Deltares en Royal HaskoningDHV hoe kosteneffectief en robuust de oplossing is. Op basis van de ervaringen wordt een voorstel uitgewerkt voor de Krammerduwvaartsluizen waarover najaar 2014 een besluit wordt genomen. Ook wordt onderzocht op welke andere locaties de techniek ingezet kan worden. Het scheiden van zoet en zout water zal komende jaren steeds belangrijker worden door een toenemende zoutindringing. Onderzocht wordt welke oplossing de nieuwe techniek hierbij kan bieden.
De recreatievaart moet met het in- en uitvaren rekening houden met een onrustig wateroppervlak waar gewoon doorheen gevaren kan worden. Omdat het wateroppervlak bij de sluisdeuren onrustiger is dan voorheen, gaan er tijdens de proefperiode per schutting minder schepen mee. Omdat het schutten sneller verloopt, is de wachttijd beperkt. Bij de nieuwe methode is het belangrijk dat de sluisdeur niet te lang openstaat. De sluisdeur zal dus eerder dichtgaan dan voorheen. Om de waterrecreant te informeren heeft Rijkswaterstaat een folder uitgebracht.
Voorwaarden om de nieuwe techniek ook in de andere sluizen van het Krammersluizencomplex in te bouwen zijn dat het nieuwe systeem het zout voldoende tegen kan houden, dit voor de vaarweggebruiker een forse tijdwinst oplevert en voor Rijkswaterstaat een besparing op beheer- en onderhoudskosten.
De innovatie ten opzichte van bestaande bellenschermen zit in een betere verdeling van de lucht die in het water wordt gepompt en in de combinatie met een waterscherm en een spoeldebiet. De luchtbellenschermen en het waterscherm scheiden het zoete en het zoute water door onder water een barrière te vormen waar het zoute water beperkt doorheen dringt. Het spoeldebiet is een stroom van zoetwater die via openingen in de sluisdeur in de sluiskolk wordt gebracht en ervoor zorgt dat het water in de sluiskolk en de voorhaven zo zoet mogelijk wordt gehouden.
De nieuwe techniek is voor het eerst getest in de Stevinsluis (Afsluitdijk) en er zijn in de Krammerjachtensluis diverse proefvaarten gehouden.
Rijkswaterstaat, Stichting Deltares en Royal HaskoningDHV onderzoeken komende weken hoe effectief het nieuwe systeem is en kijken ook naar het zoetwatergebruik, de effecten op de scheepvaart, de betekenis voor beheer en onderhoud, het energieverbruik en effecten op de natuur.
De omgebouwde sluis dient feitelijk als proeftuin waar optimalisaties kunnen worden doordacht. Samen onderzoeken Rijkswaterstaat, Stichting Deltares en Royal HaskoningDHV hoe kosteneffectief en robuust de oplossing is. Op basis van de ervaringen wordt een voorstel uitgewerkt voor de Krammerduwvaartsluizen waarover najaar 2014 een besluit wordt genomen. Ook wordt onderzocht op welke andere locaties de techniek ingezet kan worden. Het scheiden van zoet en zout water zal komende jaren steeds belangrijker worden door een toenemende zoutindringing. Onderzocht wordt welke oplossing de nieuwe techniek hierbij kan bieden.
De recreatievaart moet met het in- en uitvaren rekening houden met een onrustig wateroppervlak waar gewoon doorheen gevaren kan worden. Omdat het wateroppervlak bij de sluisdeuren onrustiger is dan voorheen, gaan er tijdens de proefperiode per schutting minder schepen mee. Omdat het schutten sneller verloopt, is de wachttijd beperkt. Bij de nieuwe methode is het belangrijk dat de sluisdeur niet te lang openstaat. De sluisdeur zal dus eerder dichtgaan dan voorheen. Om de waterrecreant te informeren heeft Rijkswaterstaat een folder uitgebracht.
Geen opmerkingen: