Dordrecht, Marken en IJssel-Vecht proefgebied voor ‘meerlaagse’ bescherming tegen hoogwater
Dordrecht moet een zelfredzaam eiland kunnen zijn. Inwoners van Marken en de IJssel-Vechtdelta moeten niet alleen met dijken maar ook door slimmere bebouwing en goede evacuatieplannen worden beschermd tegen hoogwater. Regio en Rijk starten drie MIRT-onderzoeken naar de mogelijkheden om deze regio’s veiliger te maken tegen overstromingen.
Dat is een van de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) op het gebied van water. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft met de regio’s besloten tot proeven met zogenoemde ‘meerlaagsveiligheid’. Naast preventie door de bouw van dijken en dammen (1e laag) kan Nederland veiliger worden door de ruimtelijke inrichting slimmer te benutten (2e laag) en de rampenbeheersing beter op orde te hebben (3e laag). De proeven zijn onderdeel van het Deltaprogramma.
Bij ruimtelijke inrichting gaat het erom wijken en steden zo in te richten dat de gevolgen van een overstroming beperkt blijven en woningen zo te bouwen dat water tot een bepaalde hoogte geen schade kan aanrichten. Een betere rampenbeheersing betekent enerzijds dat de overheid haar evacuatieplannen op orde heeft en hierover goed communiceert. Anderzijds moeten burgers en bedrijven nadenken over de vraag: wat moet en kan ik doen als het misgaat?
Naast de pilots met meerlaagsveiligheid in Dordrecht, Marken en de IJssel-Vechtdelta starten Rijk en regio in het noorden een MIRT-onderzoek ten behoeve van het ecologisch herstel van de Eemsdelta. Op basis van de uitkomsten worden bilaterale afspraken gemaakt met Duitsland om economie (o.a. de topsectoren chemie en energie) en ecologie in de Eems-Dollard regio beter in balans te brengen. In de bestuurlijke overleggen is ook afgesproken komend jaar te beslissen over de verruiming van het sluizencomplex Kornwerderzand. Het is onderdeel van het vernieuwingsproject Afsluitdijk. De kosten (indicatie: 250.000 euro) worden door de regio betaald.
In het bestuurlijk overleg met Zeeland heeft minister Schultz besloten de Flakkeese Spuisluis in werking te stellen als proeflocatie voor het Tidal Test Centre (TTC) in de Grevelingendam. Het project kost 5 miljoen euro. In het TTC worden concepten ontwikkeld en getest waarbij ‘blauwe’ energie wordt opgewekt met (bestaande) waterbouwkundige werken zoals dammen, sluizen, stuwen en gemalen. Door het hoogteverschil tussen eb en vloed ontstaan getijdenstromen, waaruit elektriciteit kan worden gewonnen. Uiteindelijk moet dit leiden tot de ontwikkeling van een getijdencentrale in de Brouwersdam.
Met Zeeland is verder afgesproken dat de provincie het voortouw neemt bij het opstellen van een financieringsvoorstel voor de bescherming van de Roggenplaat in de Oosterschelde. Samen met Natuurmonumenten, Nationaal Park Oosterschelde en het Rijk kijkt de provincie hoe de aanpak van de zandhonger (het verdwijnen van zandplaten) een vervolg moet krijgen. Het besluit daarover valt in 2014. Daarmee wordt het evenwicht hersteld tussen veiligheid, economie en ecologie.
Dat is een van de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) op het gebied van water. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft met de regio’s besloten tot proeven met zogenoemde ‘meerlaagsveiligheid’. Naast preventie door de bouw van dijken en dammen (1e laag) kan Nederland veiliger worden door de ruimtelijke inrichting slimmer te benutten (2e laag) en de rampenbeheersing beter op orde te hebben (3e laag). De proeven zijn onderdeel van het Deltaprogramma.
Bij ruimtelijke inrichting gaat het erom wijken en steden zo in te richten dat de gevolgen van een overstroming beperkt blijven en woningen zo te bouwen dat water tot een bepaalde hoogte geen schade kan aanrichten. Een betere rampenbeheersing betekent enerzijds dat de overheid haar evacuatieplannen op orde heeft en hierover goed communiceert. Anderzijds moeten burgers en bedrijven nadenken over de vraag: wat moet en kan ik doen als het misgaat?
Naast de pilots met meerlaagsveiligheid in Dordrecht, Marken en de IJssel-Vechtdelta starten Rijk en regio in het noorden een MIRT-onderzoek ten behoeve van het ecologisch herstel van de Eemsdelta. Op basis van de uitkomsten worden bilaterale afspraken gemaakt met Duitsland om economie (o.a. de topsectoren chemie en energie) en ecologie in de Eems-Dollard regio beter in balans te brengen. In de bestuurlijke overleggen is ook afgesproken komend jaar te beslissen over de verruiming van het sluizencomplex Kornwerderzand. Het is onderdeel van het vernieuwingsproject Afsluitdijk. De kosten (indicatie: 250.000 euro) worden door de regio betaald.
In het bestuurlijk overleg met Zeeland heeft minister Schultz besloten de Flakkeese Spuisluis in werking te stellen als proeflocatie voor het Tidal Test Centre (TTC) in de Grevelingendam. Het project kost 5 miljoen euro. In het TTC worden concepten ontwikkeld en getest waarbij ‘blauwe’ energie wordt opgewekt met (bestaande) waterbouwkundige werken zoals dammen, sluizen, stuwen en gemalen. Door het hoogteverschil tussen eb en vloed ontstaan getijdenstromen, waaruit elektriciteit kan worden gewonnen. Uiteindelijk moet dit leiden tot de ontwikkeling van een getijdencentrale in de Brouwersdam.
Met Zeeland is verder afgesproken dat de provincie het voortouw neemt bij het opstellen van een financieringsvoorstel voor de bescherming van de Roggenplaat in de Oosterschelde. Samen met Natuurmonumenten, Nationaal Park Oosterschelde en het Rijk kijkt de provincie hoe de aanpak van de zandhonger (het verdwijnen van zandplaten) een vervolg moet krijgen. Het besluit daarover valt in 2014. Daarmee wordt het evenwicht hersteld tussen veiligheid, economie en ecologie.
Geen opmerkingen: